Nieuws
AI & AD
Congres Partners in Verstaan 28-29 november 2024 Orpheus Apeldoorn - Twee bijdragen vanuit het Siméa programma Passend en Inclusiever
Partners in Verstaan is hét congres voor professionals en onderzoekers werkzaam in de zorg, diagnostiek en onderwijs voor personen met een gehoorverlies, een taalontwikkelingsstoornis, een beperking in horen én zien of een communicatief meervoudige beperking. Een congres dat wordt gefaciliteerd vanuit de drie branches vóór professionals dóór professionals en onderzoekers van de instellingen, hogescholen en universiteiten: FENAC, SIAC en Simea.
Voor Siméa werk ik als programmamanager voor het meerjarig programma Siméa Passend en Inclusiever, samen met professionals uit de vier organisaties Auris, Kentalis, VierTaal en Vitus Zuid. Vanuit het programma worden er dit jaar twee workshop aangeboden op het Congres.
1 - A.I. is ook evidence informed aan het werk
In een tijdperk waarin informatie overal is en onderwijsinstellingen streven naar effectiviteit en efficiëntie, is het belangrijker dan ooit om beslissingen te baseren op betrouwbare, wetenschappelijke inzichten. Evidence-informed werken vormt hierbij de basis van verantwoord beleid maar ook de praktijk in het onderwijs. Deze lezing door Jean van Ham (Vitus Zuid) zal een verkenning zijn van evidence-informed werken met kunstmatige intelligentie als innovatieve toepassing. Het zal een beknopte uitleg geven van hoe EI en AI werkt en waar de parallellen liggen. Daarnaast zal het de praktische toepassingen van AI in het onderwijs belichten, waarbij voorbeelden worden gegeven van hoe je, bijvoorbeeld als schoolleider of beleidsadviseur, deze technologie kunt integreren om geïnformeerde beslissingen te nemen. Bovendien zal de lezing aanzetten tot discussie over de ethische en praktische implicaties van het gebruik van AI in het onderwijs, waardoor deelnemers worden uitgedaagd om na te denken over de juiste balans tussen menselijke expertise en technologische ondersteuning.
2 – Samenwerken vanuit ambulante dienstverlening aan inclusiever onderwijs TOS en DSH
Meedoen in de maatschappij en samen met vriendjes naar dezelfde school in de eigen buurt. Dit is de bedoeling van inclusiever onderwijs. Dat kan alleen als er in en om het regulier onderwijs multidiscplinaire teams gevormd worden, waarin allerlei specialisten die ondersteuning bieden die kinderen nodig hebben. Ook de instellingen van cluster 2 hebben de opdracht om inclusief onderwijs voor leerlingen DSH en TOS te ondersteunen. De instellingen werken daarom samen aan een toekomstig portfolio voor de ambulante dienstverlening om dat te realiseren.
Ondersteuning bieden aan inclusiever onderwijs vraagt een systemische benadering. Samenwerking met de leerkracht, de leerling en zijn of haar ouders/verzorgers en met andere professionals in de reguliere scholen, in het samenwerkingsverband en in de jeugdzorg. Al deze instellingen staan voor de opdracht om zich verder te ontwikkelen als intensief samenwerkende netwerkorganisaties in het eigen werkgebied.
Door deze sessie, begeleid door Gerda Gorter (Kentalis), krijgen deelnemers een inkijkje in de programmalijn AD (ambulante dienstverlening) van het brede Siméa programma Passend en Inclusiever. Ze worden uitgedaagd om een bijdrage te leveren aan de wijze waarop de instellingen de ondersteuning aan scholen en leerlingen realiseren.
Akkoord
Bijna 5 procent loonsverhoging op basisscholen
Bron: NOS.nl - 300924
Leerkrachten en andere medewerkers in het basisonderwijs krijgen er vanaf volgende maand 4,9 procent salaris bij. Dat staat in het onderhandelingsakkoord tussen de vakbonden en de PO-Raad, waarin werkgevers in het basisonderwijs samenwerken.
In de nieuwe cao is verder afgesproken dat een aantal toelagen wordt samengevoegd of vervangen, waardoor veel medewerkers er iedere maand nog iets meer op vooruitgaan. Ook onderwijsondersteuners kunnen vanaf nu sneller doorgroeien naar een hoger salaris.
De PO-Raad vindt dat medewerkers van basisscholen een "goede loonsverhoging" krijgen waarmee "het werken in de sector nog aantrekkelijker wordt". De organisatie vindt het belangrijk dat er afspraken zijn gemaakt om medewerkers meer regie te geven over hun inzetbaarheid en professionele ontwikkeling.
Er verandert daarnaast iets aan de zogeheten arbeidsmarkttoelage. Die toelage moet het werken op scholen in achterstandswijken aantrekkelijker maken. In de nieuwe cao is afgesproken dat opnieuw bepaald zal worden welke scholen in aanmerking komen voor de regeling. En omdat er twijfels zijn over de effectiviteit van de toelage, volgen in 2026 waarschijnlijk meer aanpassingen.
De vakbonden gaan het onderhandelingsakkoord nu voorleggen aan hun leden, die er wel of niet akkoord mee kunnen gaan.
Ik ondersteun de cao tafel primair onderwijs als onafhankelijk voorzitter.
Nog geen akkoord voor voortgezet onderwijs
Voor docenten en ander personeel op middelbare scholen is er nog geen witte rook. Vorige week liepen de cao-onderhandelingen stuk. Volgens vakbond FNV zijn de partijen het "op fundamenteel niveau oneens" over de aanpak van werkdruk. De Algemene Onderwijsbond AOb heeft acties aangekondigd. Voor vakbond CNV is het bovendien belangrijk dat de "loonkloof" tussen leerkrachten op basisscholen en middelbare scholen niet terugkeert. Dat verschil in beloning werd in 2022 opgeheven door cao-afspraken.
Szia
7-9 October Next Informal Conference directors National Agencies Erasmus + Education & Training in Budapest
'Szia' is used in Hungarian when you have informal encounters or meetings. It is the perfect word for greeting people that you've met before or just old friends. Hence 'Szia' is the appropiate word to greet the directors of the national agencies Erasmus + Education & Training (E&T) of the EU member states. This october, they will meet again for their next informal conference in Budapest, Hungary.
Main focus
An important part of the agenda is the joint meeting with the directors of the Erasmus + Youth programmes in a search for further cooperation.
Topics to discuss: programme management, budget and simplification, implementation and synergies between Youth and Education & Training.
Among themselves, the directors Education & Training will have sessions on: programme evaluation, TCA/ LTA research by SALTO and NA experiences with the recent MoU of the EC. Finally, the directors will work upon measures and processes to innovate and secure the future of the network itself.
I will act as the facilitator of the informal conference.
Uitpakken!
‘De beweging wordt stadsbreed opgepakt, dat is echt een cadeautje’
Bron: benindebuurtblijfindebuurt.nl - Richard Stuivenberg
Projectleider Hans van Gansewinkel en wijkverbinder Bernlef Knossen over de toekomst van BEN in de Buurt - Amsterdam West
Vier jaar geleden concludeerden Joke Middelbeek, toenmalig bestuurder van STWT, Theo Hooghiemstra, (bijna scheidend) bestuurder van AWBR, en Hans Klaassen, directeur van SBO De Kans, dat de grenzen van passend onderwijs in zicht begonnen te komen. Steeds meer kinderen werden verwezen naar het gespecialiseerde onderwijs, en de reguliere basisscholen waren te klein om alle benodigde specialistische expertise zelf te kunnen organiseren. Er was een schaalvergroting nodig, op buurt- en gebiedsniveau. Om dat te bereiken moest er meer en beter, en vooral bovenbestuurlijk worden samengewerkt.
Impuls West
Organisatieadviseur Hans van Gansewinkel werd op pad gestuurd om te inventariseren of hier draagvlak voor zou bestaan onder de schoolbesturen in Amsterdam West. Dat bleek het geval. Een ontwikkelgroep ging aan de slag, onder de titel Impuls West, bestaande uit vertegenwoordigers van het grootste deel van de reguliere besturen uit West, plus de vijf besturen vanuit het gespecialiseerde onderwijs. Parallel daaraan ontwikkelde de gemeente een nieuwe onderwijs- en jeugdvisie en presenteerde het Samenwerkingsverband Amsterdam-Diemen een nieuw koersplan. In beide stond het gebiedsgericht werken centraal. Dit versterkte de beweging die ook de schoolbesturen wilden inzetten: meer bovenschools samenwerken in de buurten en wijken met alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de Amsterdamse jeugd.
BEN in de Buurt
Vervolgens werd Dick Rasenberg als bestuurlijk aanjager bij het project betrokken, en konden in oktober 2022 de schoolbesturen in Amsterdam West het convenant BEN in de Buurt ondertekenen. Onder begeleiding van een klein BEN-team gingen de scholen in de pilotgebieden Osdorp en Bos en Lommer een intensief traject met elkaar aan om naar oplossingen te zoeken om meer expertise en ondersteuning de scholen in te kunnen brengen. Ook werd gebouwd aan een bestuursoverstijgende samenwerkingsstructuur van scholen op buurt- en gebiedsniveau. De basis ligt er nu, vanaf 2024 bouwen we verder aan de Brede Expertisenetwerken die nodig zijn om alle kinderen de ondersteuning te geven die zij nodig hebben, in en om de school: geen kind de buurt uit!
‘Om iedereen mee te krijgen, is tijd nodig’
Van 2020 tot 2024, dat is best een lange tijd. Kon dat niet sneller? Hans van Gansewinkel: “Misschien wel, maar om iedereen mee te krijgen, is tijd nodig. Er zijn veel spelers op heel veel niveaus en het gaat om duizenden leerlingen. Voordat je iedereen op één lijn hebt en enthousiast hebt gekregen voor de beweging die we willen maken, ben je enige jaren verder.”
Ook wijkverbinder Bernlef Knossen, sinds 2023 bij BEN in de Buurt betrokken, weet dat dit soort grote veranderingen tijd kost. “Als je alle stukken ziet die de afgelopen jaren geproduceerd zijn, lees je telkens dezelfde boodschap. In ieder stuk komen we weer wat dichter bij de kern, en kunnen we het steeds meer in de praktijk gaat brengen. De mensen in de scholen en partners om hen heen hebben elkaar nu gevonden, er is een gedeelde mindset ontstaan. Daardoor ontstaat een nieuwe energie.”
Met elkaar mooie praktijken maken
Wat niet helpt, is hoe we het onderwijssysteem in Nederland georganiseerd hebben, met elkaar op leerlingaantallen beconcurrerende schoolbesturen. Dat werkt (onbedoeld) toch remmend op de samenwerking. Des te bijzonderder is dat de schoolbesturen in Amsterdam West nu de handen ineenslaan en gaan samenwerken. Daarmee zetten de besturen hun maatschappelijk opdracht voorop: goed onderwijs, gelijke kansen en passend ondersteuning, in de buurt, voor kinderen die dat (even) nodig hebben. “Het helpt als we met elkaar mooie praktijken gaan maken, zoals het initiatief van de Startklassen voor jonge kinderen. Dan ziet iedereen dat het werkt”, zeggen Hans en Bernlef. “We doorbreken zo de impuls om toch weer voor jezelf te gaan als het even moeilijk wordt. Wat ook helpt is dat de beweging inmiddels stadsbreed wordt opgepakt, dat is echt een cadeautje.”
En zijn er over vijf jaar nog aparte scholen voor gespecialiseerd onderwijs? “We moeten daar realistisch in zijn”, zegt Hans. “Het is goed om, wanneer je inclusief onderwijs wil realiseren, ernaar te streven het s(b)o als aparte school overbodig te maken. Waar het om gaat is het borgen van de gespecialiseerde expertise en deze in toenemende mate toe te voegen aan de systemen voor reguliere onderwijs. Het zou echter kunnen dat voor sommige kinderen specialistische onderwijsvoorzieningen, al dan niet tijdelijk, nodig zullen blijven. Dat weten we niet. ”
“De gedachte om de expertise die nu in het gespecialiseerde onderwijs zit in of dichterbij het reguliere onderwijs te organiseren, helpt om iets te kunnen veranderen in de mindset“, vult Bernlef aan. “We zijn er nu aan gewend om het kind te kunnen verplaatsen als het extra ondersteuning nodig heeft. We willen dat met elkaar nu omdraaien: aan reguliere scholen voegen we expertise toe die nu bij het s(b)o zit. Dat hebben we niet morgen al voor elkaar, maar het is wel de koers die we met elkaar inslaan.”
Inzetten
Start nieuwe ronde cao-onderhandelingen primair onderwijs
Op 1 oktober 2024 loopt de huidige cao voor het primair onderwijs af. De vakbonden en de PO-Raad willen tijdig tot nieuwe afspraken komen.
In het traject naar die nieuwe cao vond op dinsdag 4 juni 2024 de eerste formele bijeenkomst plaats tussen deze sociale partners. De PO-Raad en onderwijsvakbonden AOb, AVS, CNV Onderwijs, FNV Overheid en FvOv wisselden de inzetten uit en lichtten deze toe.
Daarmee zijn de onderhandelingen formeel van start gegaan. Na de zomer volgt meer nieuws over de tussenstand of de uitkomsten.
Ik ondersteun het traject in de rol van onafhankelijk voorzitter van de cao-tafel primair onderwijs.
Winst
Levert gratis kinderopvang meer op dan het kost? 'Je kan er veel geld mee verdienen'
Bron: www.eenvandaag.avrotros.nl - Fons Assen
Gratis kinderopvang: in Zeeuw-Vlaanderen wordt het al 2 jaar als proef aangeboden. De uitkomsten zijn positief: het levert meer geld op dan het bestaande systeem. Kan het ook landelijk ingevoerd worden? "Je moet zorgen voor stabiliteit in financiering."
Op dit moment betalen we in Nederland voor kinderopvang, maar in Zeeuws-Vlaanderen zijn ze 2 jaar lang het experiment aangegaan. Vanuit de regio was er een potje gemaakt zodat de kinderen gratis naar de opvang konden.
Gratis in België
Onderzoeksbureau TwynstraGudde concludeert in Omroep Zeeland dat elke euro die geïnvesteerd is in die proef, anderhalf tot twee keer zoveel oplevert. Ondertussen is de proef gestopt, omdat het geld dat de regio er zelf had ingestoken, nu op is.
Veel ouders in Zeeuws-Vlaanderen sturen hun kinderen naar een opvang over de grens, België dus. Daar is het onderwijs vanaf 2,5 jaar gratis. Maar als alle kinderen in België naar de opvang gaan, kan dat negatieve gevolgen hebben voor de regio. Gratis opvang in Zeeuws-Vlaanderen zou er dus voor kunnen zorgen dat kinderen ook in de regio opgevangen worden.
Amerikaans onderzoek
Er zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd naar het effect van gratis kinderopvang op de economie en maatschappij. De bekendste is het Amerikaanse 'Perry Preschool'-onderzoek van professor James Heckman.
Met het onderzoek toont hij aan dat investeringen in de ontwikkeling van jonge kinderen grote economische voordelen kunnen opleveren. Elke dollar die erin werd geïnvesteerd, werd zeven tot dertien keer terugverdiend. Heckman won daarmee een Nobelprijs.
Meer tijd om te werken
Dat gratis kinderopvang geld oplevert, weet ook bijzonder hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink. "Als je kinderen uit de jeugdzorg en speciaal onderwijs kan houden, en ervoor kan zorgen dat kinderen niet blijven zitten, kun je ineens heel veel geld verdienen."
Maar ook de ouders kunnen ervan profiteren, blijkt ook uit het onderzoek van TwynstraGudde. "Dat kan doordat beide ouders bijvoorbeeld iets meer gaan werken", vertelt Fukkink. "Dat levert rendement op voor de samenleving en ouders betalen dan ook iets meer belasting over hun inkomen, waardoor je dat ook kan uitdrukken in geld."
Stabiliteit in financiering
Als het zo goed werkt, waarom voeren we het dan niet direct overal in? Volgens Pauline Slot, hoofddocent educatie en pedagogiek aan de Universiteit Utrecht, is er een langetermijnvisie en -beleid nodig. "Dan moet er echt voor een periode van zeker 5 tot 10 jaar nagedacht worden over hoe gaan we ons geld investeren. En dat betekent dat er nu misschien meer geld moet naar de vroege educatie om op de langere termijnbesparingen te hebben."
De resultaten daarvan zie je pas terug over een aantal jaren, geeft Slot aan. "Dus je moet dat wel ook volhouden en ervoor zorgen dat er ook een soort stabiliteit is in die financiering."
Nadelen
Toch zitten er ook nadelen aan gratis kinderopvang, weet Slot. "Ik denk dat een potentieel risico zou kunnen zijn dat kinderen van bijvoorbeeld goedverdienende ouders, die vaak ook nog hoog opgeleid zijn, meer gebruik gaan maken van de gratis kinderopvang dan de kinderen waarvan misschien niet allebei de ouders werken."
De toegang naar goede kwaliteit kinderopvang is volgens de hoofddocent het belangrijkste voor de kinderen die dat het hardst nodig hebben. "Als die kinderen geen toegang zullen hebben tot die goede kwaliteit, kunnen er weer lange wachtlijsten gaan ontstaan."
Niet helemaal gratis
Volgens Fukkink is de term 'gratis kinderopvang' niet helemaal op die manier bedoeld. "We hebben het de laatste tijd ook over 'gratis openbaar vervoer' en 'gratis bier'. Met gratis kinderopvang bedoelen we dat het gratis is voor de ouders." Het geld moet dus wel ergens vandaan komen.
Het geld moet volgens Fukkink komen uit een systeem dat we al lange tijd hebben. In Nederland zijn er al twee opvangstelsels: de kinderopvang voor werkende ouders, voor kinderen van 0 tot met 12 jaar oud, en vroegschoolse educatie voor kinderen uit achterstandssituaties. "Je zou - als je daar één stelsel van maakt voor alle kinderen en hun ouders - iedereen kunnen helpen." Het demissionaire kabinet heeft een plan om de kinderopvang vanaf 2027 'bijna gratis' te maken.
Luister ook naar 'Feit of Fictie?' over dit onderwerp: NPO radio 1
Ik ondersteun de samenwerkende organisaties in Zeeuws-Vlaanderen als procesbegeleider.
Meerwaarde
Start traject verkenning intensivering bestuurlijke samenwerking in onderwijs Zeewolde en Dronten
De bestuurders van scholen voor primair onderwijs in Zeewolde en Dronten van Ante en Codenz en van SBO De Driemaster gaan samen verkennen welke mogelijkheden er zijn om op stichtingsniveau intensiever met elkaar te gaan samenwerken. Ze sluiten niet uit dat in de nabije toekomst nog andere besturen/scholen uit Zeewolde en/of Dronten aansluiten bij dit onderzoekstraject.
Verwachte voordelen
De bestuurders denken dat door een betere samenwerking de onderwijskwaliteit kan verbeteren voor de circa 4000 leerlingen in deze regio; door onder meer een nóg betere bovenschoolse ondersteuning van de scholen in te richten. Bovendien is er zo de mogelijkheid om voor leerlingen meer inclusief onderwijs realiseren, zo dicht mogelijk bij huis in Dronten (inclusief Swifterbant en Biddinghuizen) en Zeewolde.
Ook kan zo voor de leerkrachten en andere medewerkers een nóg aantrekkelijkere werkomgeving worden geboden met meer perspectieven. Tenslotte verwachten de bestuurders door een betere samenwerking de verscheidenheid van identiteiten (onderwijskundig én qua signatuur) van de verschillende scholen ook in de toekomst te kunnen waarborgen.
Aanpak en planning
Welke vorm een eventuele verbeterde samenwerking kan krijgen en op welke termijn deze kan worden gerealiseerd, moet uit de verkenning blijken.
Het gehele traject bestaat uit vier fases tot aan tenminste 1 januari 2025: onderzoek, vorming gezamenlijk kader, voorgenomen besluitvorming, operationele voorbereiding gekozen vorm. Elke fase wordt afgesloten met een zogenaamd Go/No Go besluit tot het al/niet starten van de volgende fase.
Ik ondersteun het traject in deze periode als procesbegeleider.
Bruxeller
Next Erasmus + NA directors Informal meeting 21-23 april ‘ 24 Place du Luxembourg Brussels
In the heart of Europe
The next informal meeting of the directors of the EU national agencies (NAs) Erasmus + will be held in Brussels. The NA directors of all 27 European member states will again participate. Since Belgium is the chair of the EU in the first half of 2024, the three Belgian National Agencies will act as the hosts in wonderful Brussels. As Brel put it, using his self-invented language: Bruxelles bruxelle! Brussels is buzzing!
Erasmus +
The Erasmus+ programme is being implemented in European programme countries by the National Agencies in the field of Education and Training. The National Agencies are responsible for the management of the Erasmus+ programme at National and European level, in cooperation with the European Commission. In addition, they are also cooperating among themselves and with other relevant actors on the strategic priorities of the Erasmus+ Programme.
The directors of all national agencies formed a Network. Two times each year the informal directors conference is organised both to share knowledge, exchange practices and to develop ideas and proposals on the improvement of the current and future EU E+-programs.
Policy Impact
An important part of the conferences program is dedicated to the so called long term agreements (LTAs). Long-term activities (LTAs) are recurrent or complex activities covering several years. They are carried out by several NAs that have agreed to cooperate to develop a series of activities linked to a policy or programme area with the aim to produce an impact on the development of the programme and of the policy area they are tackling. There are five types of LTAs in the E+ programme:
- Inclusion and diversity.
- Increase the quality of programme implementation.
- Environment and fight against the climate change.
- Participation in democratic life.
- Digital transformation.
In Brussels the network will discuss the progress in achieving policy impact of the current LTAs within these five categories.
Towards improvement and innovation
Next to the LTAs the conference programme focuses on seven main topics:
- The future enhancement of the implementation of EU values and horizontal priorities.
- Improvement of research and how to organise it.
- The use of artificial intelligence.
- Collaboration of NAs Youth and NAs Education and Training.
- Quality assurance and risk management.
- Accredited and non-accredited projects and processes.
- Synergies with other EU funds. Seals of excellence.
My task is to facilitate the conference, in close collaboration with the networks coordination group.
In uitvoering
Bron: www.poraad.nl
Sociale partners praten over uitvoering vervolgafspraken cao
In het cao-akkoord zijn vorig jaar diverse afspraken gemaakt. Een aantal van deze afspraken vraagt om nadere uitwerking en verdere gesprekken tussen de PO-Raad en de vakbonden. Hierbij een aantal ontwikkelingen en resultaten van de lopende gesprekken.
Een belangrijke afspraak in het cao-akkoord voor primair onderwijs 2023-2024 is om verder te werken aan een gezamenlijke visie op goed, prettig en professioneel werken op scholen. Zo’n gedeeld beeld helpt bij het nadenken over wat mensen nodig hebben en hoe schoolorganisaties eraan kunnen bijdragen dat mensen graag in het primair onderwijs werken en zich blijvend ontwikkelen. De gesprekken hierover lopen de komende tijd door.
Om invulling aan een professionele leercultuur te geven is het van groot belang dat werknemers ruimte hebben om zelf keuzes te maken hoe te werken aan hun professionaliteit en hun eigen inzetbaarheid. In een volgende cao willen de sociale partners afspraken maken over een verbinding tussen de thema’s professionalisering en duurzame inzetbaarheid.
Voorbeeldfuncties
Sociale partners hebben in de cao primair onderwijs 2022-2023 (CAO PO 2022-2023) afgesproken om onderzoek te doen naar de werking van het functiewaarderingssysteem. Daarbij is onder andere afgesproken dat er nieuwe voorbeeldfuncties voor directeuren opgesteld worden. Bij de voorbeeldfuncties is nadrukkelijk aandacht voor de elementen die in de functie van directeur een belangrijke rol spelen (zoals de complexe werkomgeving en het uitgebreide takenpakket). We verwachten dat rond de zomer de nieuwe voorbeeldfuncties beschikbaar komen.
Verder start er een onderzoek naar de werkcontext van schoolleiders. Centraal hierbij staat de input van schoolleiders uit de praktijk, om de actuele context van het werk als schoolleider in kaart te brengen. Dit gaat niet over de functiezwaarte maar wel over wat schoolleiders nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.
Inzetbaarheid
In het cao-akkoord van 2023 was er specifiek aandacht voor verschillende momenten of levensfasen waarop de inzetbaarheid van werknemers extra aandacht vraagt. Rouw en overgang vallen hieronder.
Verder zijn sociale partners bezig met de andere onderwerpen die verdere uitwerking behoeven zoals de evaluatie van het werkverdelingsplan en de ideeën over stagevergoedingen, waarbij ook de motie van Paternotte en Pijpelink wordt betrokken. In de motie vragen de Tweedekamerleden de regering om in overleg te treden met de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs om te onderzoeken wat er nodig is om een sectorale stagevergoedingsregeling te krijgen.
Ik ondersteun de vakorganisaties en de po raad als onafhankelijk voorzitter van de cao-tafel primair onderwijs.
Taalbundeling
Gezamenlijk Expertisecentrum van VierTaal en Kentalis in Amsterdam: 'Is je taalonderwijs op orde, dan heb je daar op alle gebieden profijt van’
Bron: Richard Stuivenberg op www.benindebuurtblijfindebuurt.nl - 201223
VierTaal en Kentalis zijn twee landelijk opererende schoolbesturen die onderwijs aanbieden aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of die kampen met gehoorproblemen. ‘Cluster 2’ heet deze vorm van gespecialiseerd onderwijs officieel. VierTaal en Kentalis willen hun kennis over kinderen met taalproblemen graag beschikbaar stellen aan het reguliere onderwijs. In januari van dit jaar zijn ze daarvoor, in eerste instantie als pilot voor twee jaar, begonnen met de inrichting van een Expertisecentrum. Eva Waij en Marieke Wolfsen van VierTaal vertellen over de gedachten achter het Expertisecentrum, en de cursus die VierTaal aanbiedt aan teams in de onderbouw voor kinderen met spraaktaalproblemen.
Veel problemen van kinderen zijn terug te voeren op taalproblemen. Bij slechts een deel van deze kinderen wordt officieel een TOS vastgesteld, waarna zij aanspraak kunnen maken op begeleiding vanuit cluster 2-onderwijs. “Dat is eigenlijk jammer”, vertellen Eva en Marieke, “want onze aanpak werkt goed voor alle kinderen die midden in een kwetsbare taalontwikkeling zitten. Er zijn veel kinderen in Amsterdam die opgroeien in een taalarme omgeving. Deze kinderen hebben geen stoornis, maar hebben wel baat bij een intensieve, gestructureerde taalaanpak zoals wij die bieden binnen cluster 2.”
Hoe geef je goed taalonderwijs?
Door een Expertisecentrum op te zetten, kunnen VierTaal en Kentalis beter tegemoet komen aan de vragen vanuit scholen om hulp bij de ontwikkeling van goed taalonderwijs. “Wij bieden scholing en coaching aan voor leerkrachten en intern begeleiders. De vraag daarbij is steeds: hoe geef je goed taalonderwijs? Vanuit het Expertisecentrum begeleiden we geen leerlingen; daar hebben we onze ambulante dienst voor. Ons doel is om expertise over te dragen, zodat het taalonderwijs op school verbetert, en de scholen misschien minder kinderen hoeven te verwijzen naar het speciaal onderwijs. We streven niet naar opheffing van het speciaal onderwijs – er zullen altijd kinderen zijn voor wie een tijdelijk verblijf op een cluster 2-school de beste oplossing is – maar wel dat meer kinderen in de buurt de begeleiding kunnen krijgen die zij nodig hebben. Wij ondersteunen die beweging van harte, en zijn daarom al vanaf het begin nauw betrokken bij BEN in de Buurt.”
Wat het Expertisecentrum in feite doet, is bijdragen aan de versterking van de basisondersteuning op scholen. Maar is dat niet eigenlijk een taak van de Pabo’s? Zou je niet van iedere leerkracht mogen verwachten dat zij goed taalonderwijs weet te geven? “Dat is misschien zo”, zeggen Eva en Marieke. “Tegelijk moeten leerkrachten heel veel kunnen. Ze worden opgeleid als generalist. Veel kinderen in Amsterdam hebben net wat meer nodig. Wij kunnen ze dat beetje extra kennis geven, zodat het taalonderwijs als geheel verbetert, en alle kinderen daar baat bij hebben.”
Cursus voor de onderbouw
Dat doet VierTaal onder meer met de cursus Kinderen met Spraaktaalproblemen in de Onderbouw die dit schooljaar (2023-2024) is gestart. De cursus is ontwikkeld door oud-medewerker Mieke Kröner die voor haar pensionering heel graag haar kennis en ervaring wilde vastleggen en kunnen overdragen. De cursus is een combinatie van e-learning, praktijkopdrachten in de eigen klas en coaching aan de hand van de vraag: waar loop je tegenaan? In zes modules komen verschillende aspecten van taalonderwijs aan bod. Onderdeel van de cursus is ook een oudertraining over de vraag: wat kun je zelf doen aan de taalontwikkeling van je kind. “Praat met je kind, is een belangrijk advies. Veel ouders denken dat ze zo weinig mogelijk in hun eigen taal met kinderen moeten spreken, maar dat is een misverstand: hoe meer taal je gebruikt, hoe beter het kind zich ontwikkelt, in beide talen.” De cursus is bedoeld voor het hele onderbouwteam van een school, niet voor individuele leerkrachten. Eva Waij en Marieke Wolfsen: “Wij denken dat het alleen werkt als het hele onderbouwteam deelneemt, zodat het zich van daaruit ook kan verspreiden naar de midden- en bovenbouw. Een school moet er echt tijd voor willen maken, en goed taalonderwijs tot een van de speerpunten maken van het kwaliteitsbeleid. Is je taalonderwijs op orde, dan heb je daar op alle gebieden profijt van.”
Ik ondersteun als procesbegeleider het project BENindeBuurt in Amsterdam en ben programmamanager voor Siméa, de landelijke koepel van cluster 2. Dit Amsterdams initiatief raakt de kern van beide projecten: versterking van inclusief onderwijs!
Leef LICHT!
Anders
Ontwikkeltraject onderwijs anders organiseren in VO van SVO|PL – Parkstad Limburg
SVO|PL is het bestuur van negen scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Parkstad Limburg. Circa 6000 leerlingen volgen onderwijs aan deze scholen Dat wordt verzorgd door 830 medewerkers.
Context
Het leidende motto voor de maatschappelijke opdracht van SVO|PL is: ‘Voor elk kind het beste onderwijs.’
Die missie is in de Strategienota 2021-2025 vertaald in zeven centrale thema’s: uitdagend onderwijs, taalvaardigheid, toegankelijk onderwijs, professionele cultuur, onderwijsaanbod, maatschappelijk relevant onderwijs, verantwoordelijkheid en verantwoording. Het concreet werk maken van deze thema’s moet gebeuren in de specifieke landelijke, regionale en lokale context van dit moment. Voor SVO|PL gaat dat om:
- De eisen die de specifieke sociaaleconomische en demografische opbouw van de regio stelt aan het onderwijs en aan de mensen die het onderwijs ‘maken’ in de negen scholen.
- De stijging van de ervaren werkdruk onder de medewerkers.
- De sterke claim op aantrekkelijker loon en eigentijdse arbeidsvoorwaarden in de sector.
- Het lerarentekort, waarvan de verwachting is dat dit nog minstens een decennium zal aanhouden.
- Nieuwe technologische mogelijkheden en inzichten over vakmanschap, didactiek en pedagogiek, die vragen om vertaling in de logistiek en organisatie van onderwijs.
- De veranderende maatschappelijke opdracht aan het (voortgezet) onderwijs. Specifiek gaat het daarbij tenminste om de bijdrage van de SVO|PL scholen aan: het verzorgen van passend onderwijs, voldoende (start-) kwalificaties, een inclusieve samenleving, burgerschap, internationale oriëntatie en -vaardigheid, et cetera.
Invalshoek onderwijs anders organiseren
De realisatie van deze strategie kan niet gebeuren door ‘hetzelfde te blijven doen wat we in de sector al jaren doen’, aldus SVO|PL. Anders organiseren van onderwijs is gevraagd. SVO|PL heeft daarmee al concrete ervaring opgedaan in een aantal van de scholen. De stichting wil daarin nu een volgende stap zetten. Dat zal onder meer gebeuren door een herijking van de organisatie, waarbinnen het strategisch personeelsbeleid een centrale positie inneemt. Er is een selectie gemaakt van een aantal arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen om hiermee een begin te maken: teamsamenstelling, taakbeleid, individueel keuzebudget, en functieboek.
SVO|PL heeft een werkgroep anders organiseren samengesteld. Deze bestaat uit leraren, ondersteunende medewerkers, leidinggevenden, HR-adviseurs en een vertegenwoordiging vanuit de vakorganisaties. De werkgroep zal in een compact tijdsbestek advies uitbrengen aan het bestuur. Dat gebeurt rondom de jaarwisseling 2023-2024. Daarmee is dan een eerste concrete basis gelegd voor vervolgstappen in de maanden en jaren daarna.
Ik ondersteun SVO|PL in de rol van procesbegeleider van de werkgroep Anders organiseren.
Groen licht
Bestuurlijke fusie van het Ostrea Lyceum en Scholengroep Pontes gaat door
Bron: Omroep Zeeland
Het Ostrea Lyceum en Scholengroep Pontes gaan fuseren. De scholen waren al enige tijd in gesprek over een mogelijke fusie. Volgens de scholen is de samenvoeging nodig om de uitdagingen waar ze voor staan samen aan te pakken, zoals personeelstekorten en schommelende leerlingenaantallen.
In een schriftelijke verklaring zeggen de bestuurders van de scholen dat ze willen benadrukken dat het doel van de fusie niet is om de mavo, havo en vwo-scholen samen te gaan voegen. De scholen blijven in hun huidige vorm bestaan. "Onze samenwerking is van groot belang voor de toekomst van het voortgezet onderwijs in de regio", aldus bestuurders Klaas Terlage van Pontes en Eric Boerhout van Ostrea in de verklaring. "Zo kunnen ook toekomstige generaties blijven profiteren van een breed en kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod."
Een onderzoek naar een verdere samenwerking werd in januari vorig jaar opgestart. In juli 2023 werd het voorgenomen besluit tot bestuurlijke fusie voorgelegd . De bestuurders hebben hiervoor nu goedkeuring en instemming ontvangen van respectievelijk de raden van toezicht en de medezeggenschapsraden van beide stichtingen. Ook de gemeenten Goes en Schouwen-Duiveland gaven een positief advies.
- Het Ostrea Lyceum is een open christelijke scholengemeenschap voor vmbo, basisberoepsgerichte en gemengde leerwegen, mavo, havo en vwo (atheneum en gymnasium) met drie locaties in Goes.
- Scholengroep Pontes is een combinatie van openbare middelbare scholen met alle opleidingsvormen: een praktijkschool, vmbo basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerwegen, mavo, havo, vwo, tweetalig vwo (Engels), kunst & cultuur, technasium, gymnasium met de mogelijkheid voor een verkort en/of verrijkt vwo. Onder scholengroep Pontes vallen Het Goese Lyceum in Goes (twee locaties) en het Pieter Zeeman Lyceum in Zierikzee.
De scholen gaan volgend jaar kijken naar nieuwe vormen van samenwerking voor de vmbo-opleidingen, om dat aanbod zo breed mogelijk te houden voor de leerlingen, aldus de gezamenlijke verklaring.
Ik verzorg de procesbegeleiding in dit traject.
Resultaat!
Cao-akkoord voor basis- en voortgezet onderwijs, 10 procent erbij
Bron: NOS.nl
Medewerkers in het basis- en middelbaar onderwijs krijgen een loonsverhoging van 10 procent. Dat is het resultaat van een cao-akkoord tussen de vakbonden CNV, AOb, FvOv en AVS enerzijds en de werkgevers (PO-Raad en VO-raad) anderzijds. Hiermee zijn de geplande lerarenstakingen van 5 oktober van de baan.
De salarissen worden met terugwerkende kracht verhoogd vanaf 1 juli 2023. De cao loopt tot 1 oktober 2024. Daarnaast krijgen alle werknemers een eenmalige uitkering. Afhankelijk van de salarisschaal - de laagste schalen krijgen het meest uitgekeerd - kan dat bedrag oplopen tot 1000 euro bruto.
De betrokken partijen noemen het akkoord belangrijk, omdat medewerkers in het onderwijs moeten worden gecompenseerd voor de hoge inflatie. Ook moet het onderwijs aantrekkelijk blijven, gezien de grote personeelstekorten.
Bij het begin van de cao-onderhandelingen voor het voortgezet onderwijs werd door de AOb nog ingezet op een loonsverhoging van ruim 14 procent.
Betere voorwaarden
Naast de salarisverhoging zijn er afspraken gemaakt over betere ondersteuning bij rouw en overgangsklachten, betere arbeidsvoorwaarden voor werknemers die moeilijk aan een baan kunnen komen, en het opzetten van een fonds voor stagiairs. Ook de kilometervergoeding gaat omhoog van 12 cent naar 17 cent.
Voor het basisonderwijs specifiek liggen er afspraken over de werkdruk van leraren en directeuren en een betere beloning voor ondersteunend personeel dat invalt voor leraren. Voor het middelbaar onderwijs zijn afspraken gemaakt over een inwerkprogramma van drie jaar voor nieuwe leraren, meer mogelijkheden voor ondersteunend personeel om bij te leren, en onderzoek naar het verminderen van de werkdruk en het aantrekkelijker maken van het beroep.
Ik ondersteun het proces in de rol van onafhankelijk voorzitter van de cao-tafel primair onderwijs.
Proxima estacion
Next Erasmus+ NA-directors Informal Conference scheduled for october 18-20 Seville Spain
The next informal meeting of the directors network Education & Training will be held in Seville. In the capital city of Andalusia we will be working in the University of Seville for the three day meeting.
Focus in Seville
- To finalise the Mid-term Evaluation of the current programme, 2021-2027.
- To share practices in dealing with the translation of EU-values in programme implementation.
- To find practical solutions in dealing with quality assurance and risk management.
- To learn from different national approaches of Centralised Actions in Universities, Teacher Academies, VET-colleges.
- To explore the views and first experiences in the use of artificial intelligence.
Next to that there will be updates on central topics in the programme: inclusion, green E+ and digitization.
Looking back and forward
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 27 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+. In the half yearly conferences of the network, I act as the facilitator. In the year 2024 the next meetings will be held in Belgium and Hungary.
Op komst
Pontes en Ostrea slaan de handen ineen: ‘Maar alle scholen blijven ongewijzigd bestaan’
De Pontes Scholengroep en Ostrea zijn voornemens een bestuurlijke fusie aan te gaan. Daarbij is het de bedoeling dat alle scholen in hun huidige vorm blijven bestaan.
Bron: PZC - Rob Paardekam
Op de vraag of de bestuurlijke fusie de opmaat is naar een toekomstige scholenfusie is het antwoord van rector/bestuurder Eric Boerhout van het Ostrea Lyceum klip en klaar: "Een hard nee." Volgens hem is de bestuurlijke fusie juist bedoeld om een dergelijk scenario te voorkomen en in de toekomst openbaar én christelijk onderwijs te kunnen blijven aanbieden in de regio. Het Goese Lyceum, het Pieter Zeeman Lyceum in Zierikzee (beide van Pontes, openbaar) en het Ostrea Lyceum in Goes (christelijk) blijven ongewijzigd bestaan.
We gat er een traject lopen waarbij wordt onderzocht op wat voor manier de vmbo-afdeling van het Ostrea Lyceum en het Goese Lyceum nauw kunnen gaan samenwerken. “De reden dat we deze innige samenwerking willen, is puur leerling-gedreven,” legt Boerhout uit. “We willen het brede aanbod dat we nu hebben overeind houden.” De scholen hebben zichzelf twee jaar de tijd gegeven om te bepalen wat voor het vmbo de beste manier van samenwerken is. “We doen dit zorgvuldig, in overleg met onder meer de teams en de medezeggenschapsraad.”
Wie gaan er wel wat merken van de bestuurlijke fusie, die op 1 januari zijn beslag moet krijgen? Dat zijn vooral de mensen in de ondersteunende functies. “Je kunt denken aan een medewerker financiën,” zegt Boerhout. “We gaan in de nieuwe situatie natuurlijk geen twee aparte afdelingen financiën overeind houden. Er komt straks een gezamenlijk servicebureau, of hoe we dat ook gaan noemen. Ook is er straks één bestuur.”
De bestuurlijke fusie is zeker nog niet in kannen en kruiken. Er wordt nog een medezeggenschapstraject gelopen en de interne toezichthouders gaan er ook nog iets van vinden.
Krimp
Formeel gezien gaat het overigens om een fusie tussen de Stichting Scholengroep Pontes en de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zeeland (het Ostrea). Beide organisaties zijn volgens Boerhout financieel gezond. Door bestuurlijk samen te gaan, willen ze sterker staan richting de toekomst, bijvoorbeeld bij het opvangen van de krimp van het aantal leerlingen en de krapte op de arbeidsmarkt. Al zegt Boerhout dat het met die krimp best nog kan meevallen. “Ik zie dat de gemeenten ambitieuze woningbouwplannen hebben. Dat kan gunstig zijn voor de scholen.”
De gemeenten Goes en Schouwen-Duiveland zijn positief over de fusie.
Ik ondersteun als procesbegeleider het traject van de beide stichtingen.
BEN groeit
Dé weg naar inclusief onderwijs in Bos en Lommer en Osdorp - Wijkaanpak BEN in de Buurt krijgt verder vorm in Amsterdam
In mei gingen de pilotscholen en hun partners akkoord met de concretisering van de wijkaanpak van BEN in de Buurt voor de wijken Bos en Lommer en Osdorp in Amsterdam-West. Deze wijkaanpak is gebaseerd op verhalen en ervaringen van deze scholen en hun partners en onderzoek uit openbare bronnen. Hoe ziet deze wijkaanpak er eigenlijk uit? En wat zijn nu de volgende stappen?
Eerst maar eens het doel van de wijkaanpak van BEN in de Buurt: scholen versterken en in een leidende positie brengen, zodat zij grotendeels zelf in staat zijn hun leerlingen het juiste onderwijs, jeugdhulp en ondersteuning te bieden. Hierdoor hoeven ze zo weinig mogelijk leerlingen door te verwijzen naar het gespecialiseerd onderwijs.
Passende ondersteuning vanuit een sterke sociale basis
Goed onderwijs met passende ondersteuning vanuit een sterke sociale basis houdt voor de BEN- wijkaanpak in: wij versterken de scholen op zo’n manier dat zij in staat zijn de eerste vier niveaus van ondersteuning zelf te verzorgen. Pas wanneer er sprake is van ondersteuningsniveau 5 is er altijd een OT (multidisciplinair ondersteuningsteam) waarbij een medewerker van het samenwerkingsverband (SWV) aanwezig is (moet zijn). Tijdens dit OT wordt vastgesteld of een andere onderwijssoort noodzakelijk is of dat er nog mogelijkheden in het regulier onderwijs zijn.
BEN-aanpak in de wijk
De wijk is de plaats waar de vaste partners (scholen, het onderwijs, het Ouder- en Kindteam (OKT) en buurtteams) de BEN-aanpak in praktijk brengen en managen. Het niveau van de wijk zorgt voor een schaal die nodig is voor een professionele aanpak op het niveau van de school als werkplaats. Dit brengt een brede ontwikkelomgeving waar op de maat van een kind of voor een specifieke groep – en met de snelheid die nodig is voor een adequate aanpak – een op elkaar aansluitend arrangement (onderwijs, thuis en vrije tijd) kan worden georganiseerd.
Uitgangspunten wijkaanpak
Om bovenstaand doel te bereiken, heeft de wijkaanpak van BEN in de Buurt zeven uitgangspunten:
- We betrekken altijd ouders en kinderen. Zij zijn er voor elkaar in de buurt en ín school.
- De school is in staat om integraal en handelingsgericht te arrangeren (op maat van een kind en/of met een specifieke setting voor een groep op een van de scholen in de buurt).
- Er is een dekkend netwerk met een flexibele expertiseschil (voor taal, zeer moeilijk lerende kinderen en gedrag) in de wijk, buurt of school als werkplaats.
- De school heeft een pedagogische aanpak op het snijvlak van school en thuis.
- De voorschool heeft een uitgebreid aanbod (plus- of plusplusgroep).
- Er is wijkteam van kernpartners (OKT, buurtteam en het SWV) dat op school- en wijkniveau opereert, werkt aan inclusie, verbindt met de verschillende domeinen en waar nodig escaleert en managet op het niveau van de wijk.
- Een combinatie van zachte monitoring (via bijeenkomsten, gesprekken en verhalen en ‘harde, data-gedreven’ monitoring (via data van Onderzoek en Statistiek) met gekwalificeerde input voor gedragen verandervoorstellen.
Wijkaanpak uitwerken
Op dit moment werken de schooldirecties en hun partners in verschillende kerngroepen de wijkaanpak verder uit. Zij vertalen thema’s naar concrete actieplannen op wijkniveau. Thema’s zie zij voor beide wijken aanpakken, zijn:
- efficiënte ondersteuningsroute
- flexibele expertiseschil als onderdeel van een dekkend netwerk
- voorschoolse periode
- integraal en handelingsgericht arrangeren
Bij het thema voorschoolse periode kijken we ook wat de samenwerking met de stedelijke BEN-aanpak te bieden heeft.
Digitale BEN-kaart
De digitale BEN-kaart geeft een actueel en breed beeld van de aanwezige voorzieningen in en om de school. De kaart is een steun voor de scholen en hun partners, maar geen doel op zich. De BEN-kaart moet zichzelf onderhouden. In het najaar gaan we de BEN-kaart verder ontwikkelen.
Actieplannen versnellen na zomervakantie
Na de zomervakantie starten de scholen en hun partners in Bos en Lommer en Osdorp met het versnellen van hun actieplannen. We houden jullie in de nieuwsbrief van BEN in de Buurt hiervan op de hoogte.
Ik ben projectleider BEN in de Buurt; het is een project van 15 gezamenlijke schoolbesturen primair onderwijs in Amsterdam West, in samenwerking met de Gemeente Amsterdam en Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam-Diemen.
Hej Stockholm
EU Erasmus+ Directors Informal scheduled for May 7 to 9 2023
The directors of the 27 National Agencies Erasmus+ will have their next Informal conference in Sweden.
The main topics are this time:
- Long Term perspectives: the programme in 10-15 years.
- Preparing for the Mid Term Review.
- Impact of Erasmus+: research and indicators
- Updates from the EU-commission
- Programme management implementation: sharing of experiences
I’m tasked with facilitating the conference.
Stelsel en cao's
Minister OCW stuurt verkenning één cao funderend onderwijs naar de Kamer
Sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs geven de garantie dat er geen verschillen zullen ontstaan in de loonontwikkeling van beide sectoren. Op termijn willen ze formele afspraken maken die bijdragen aan het dichthouden van de loonkloof. Dat schrijven de betrokken partijen in de verkenning naar één cao funderend onderwijs inclusief bestuurders, die minister Dennis Wiersma onlangs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In het regeerakkoord 2021-2025 is de afspraak opgenomen om de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs te dichten en te streven naar één cao voor leraren en bestuurders in het funderend onderwijs. Naar aanleiding van deze afspraak heeft het ministerie van OCW de PO-Raad, VO-raad, VTOI-NVTK, VvOB, AOb, CNV Onderwijs, FvOv, FNV O&O en AVS uitgenodigd voor een verkenning naar de wenselijkheid en de bereidheid om te komen tot één cao voor het funderend onderwijs, inclusief bestuurders.
De betrokken partijen bevestigen in het eindrapport het belang van het dichthouden van de loonkloof. Daarvoor zijn er verschillende opties verkend. Zij vinden het belangrijk om het vraagstuk van ‘één cao’, alsmede de rol van de minister, te betrekken bij een bredere (stelsel)discussie. Hierover gaan zij graag in gesprek met elkaar.
In opdracht van OCW was ik procesbegeleider bij het maken van deze verkenning.
Gratis kinderopvang
In Zeeuws-Vlaanderen weten ze al precies wat dat betekent
In 2025 moet kinderopvang voor werkende ouders in Nederland vrijwel gratis zijn. In Zeeuws-Vlaanderen gebeurt dat nu al in drie dorpen. Gevolg: ouders gaan meer werken, maar ook hogere druk op het opvangpersoneel.
Bron: NRC - Sezen Moeliker - 14 april 2023
Toen Yuri Jordaan (26) uit Sas van Gent nog geen kinderopvang had, werkte ze geregeld ’s avonds door. Tegenwoordig is ze buiten werktijd écht met haar hoofd bij haar gezin, vertelt ze. Ook kan de ambulant medewerker bij de GGZ nu meer betekenen voor haar cliënten, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt die ze onder meer helpt met hun financiën of een afspraak maken met de huisarts. Sinds zoon Jeremiah, nu anderhalf jaar, in de Zeeuws-Vlaamse plaats naar de vrijwel gratis kinderopvang gaat, werkt ze vier in plaats van drie dagen. „Mijn cliënten kunnen mij nu vaker om hulp vragen. En thuis ben ik een leukere moeder en partner.” Bovendien, vertelt Jordaan, hebben ze nu meer te besteden. Daarom hebben ze onlangs een huis gekocht.
Pilot grensregio
Sinds ruim een jaar is de kinderopvang in de Zeeuws-Vlaamse grensplaatsen Sas van Gent, Heikant en Eede voor vier dagdelen gratis. De regio loopt daarmee vooruit op een ontwikkeling die de rest van het land pas in 2025 gaat zien. Het kabinet wil dat de kinderopvang dat jaar grotendeels gratis wordt voor werkende ouders in heel Nederland. De rijksoverheid zal dan 96 procent van de maximumuurprijs vergoeden, ongeacht het inkomen van de ouders. Zo moet het voor hen makkelijker worden om meer te gaan werken. Voor niet-werkende ouders is de opvang straks niet gratis.
Na het schandaal met de kinderopvangtoeslag wil het kabinet van het huidige stelsel af. Ouders moeten nu nog zelf een inkomensafhankelijke toeslag aanvragen, en riskeren terugvordering als blijkt dat zij meer hebben verdiend dan opgegeven. Om het stelsel minder gecompliceerd te maken, is het de bedoeling dat de nieuwe subsidie straks rechtstreeks naar de kinderopvang gaat.
Niet willen wachten op de rijksoverheid
„Zeeuws-Vlaanderen heeft niet willen wachten op de rijksoverheid”, zegt Rianne Vons, bestuurder van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, met 45 locaties de grootste aanbieder in de regio. Veel Zeeuws-Vlaamse ouders hebben hier de afgelopen jaren gekozen voor kinderopvang in het nabijgelegen België, waar kinderen vanaf 2,5 jaar gratis naar de kleuterklas kunnen. Soms verhuizen zelfs complete gezinnen naar België. Om een verdere leegloop in de regio tegen te gaan, financieren gemeenten, kinderopvang en schoolbesturen sinds april 2022 minstens twee jaar grotendeels gratis kinderopvang in de grensplaatsen Sas van Gent, Heikant en Eede voor werkende en niet-werkende ouders.
Verdeeldheid over plannen
De plannen van het kabinet voor gratis kinderopvang in 2025 leiden tot verdeeldheid in de branche en onder experts. Voorstanders zien kinderopvang veelal als een onmisbare fase in de ontwikkeling van kinderen, die daarom voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Tegenstanders maken zich zorgen over de haalbaarheid van de plannen vanwege het tekort aan pedagogische medewerkers. Het kabinet is van plan de kinderopvang nog meer te subsidiëren dan nu in Zeeuws-Vlaanderen gebeurt, maar ook dit model zorgt al voor een flinke toename in de vraag naar kinderopvang.
Het aantal vacatures in de kinderopvang is in de afgelopen vijf jaar toegenomen van 1.600 naar 6.600, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. De vacaturegraad, het aantal vacante arbeidsplaatsen per duizend werknemers, verdrievoudigde in het tweede kwartaal van vorig jaar naar 55 – het hoogste cijfer ooit gemeten in de branche.
In de economische crisis na 2012 nam de vraag naar kinderopvang af door de toenemende werkloosheid. Ook in de opvang zelf verloren toen veel werknemers hun baan. Inmiddels is dat helemaal anders; nu groeit de vraag naar kinderopvang harder dan het aantal nieuwe medewerkers.
Sandra Schauwvliege (59) werkt al 24 jaar als pedagogisch medewerker bij de kinderopvang in Sas van Gent. Ze heeft er honderden kinderen groot zien worden. Daardoor kan ze nauwelijks meer ongestoord over straat – ouders en kinderen groeten haar voortdurend. Maar sinds de kinderopvang in haar dorp gratis is, heeft ze het buiten de deur helemaal druk. Op Koningsdag blijft ze daarom, zeker dit jaar, liever binnen. „Soms wil ik ook gewoon mezelf zijn”, zegt ze. „Geen juffrouw.”
Nadat de kinderopvang in de drie Zeeuws-Vlaamse dorpen gratis was geworden, nam de toestroom op de betrokken locaties sterk toe, vertelt bestuurder Vons. Dat leidde tot enige onrust. Omdat de pedagogisch medewerkers hun aandacht over meer kinderen moesten verdelen, kregen de baby’s niet meer altijd de fles van hun ‘vaste gezicht’. „Ouders zagen ook dat medewerkers het heel druk hadden. Zij maakten zich daar zorgen over.”
Personeel vinden was de laatste jaren al moeilijk, zegt manager personeelszaken Babs van de Graaf. Maar nu de opvang in een deel van de regio nagenoeg gratis is, is dit nog lastiger geworden. Haar afdeling is sindsdien met twee fte’s uitgebreid. Vorig jaar nam ze 49 pedagogisch medewerkers aan, waardoor hun totaal begin dit jaar op 360 kwam. Maar ook stonden vijftien vacatures voor de functie open.
Forse toestroom en overuren
Pedagogisch medewerker Talitha Goossen liet haar manager onlangs weten dat de toegenomen werkdruk haar te veel wordt. Ze werkt op de opvang in Heikant, waar ouders niet hoeven te betalen. De groepen zijn een stuk groter geworden, de werkdruk is evenredig toegenomen. Door de vele overuren die ze maakt, wil ze het aantal werkuren in haar contract verlagen. „Soms heb ik nergens meer energie voor als ik thuiskom.”
Maar de hulp die ze kinderen kan bieden – ook die van niet-werkende ouders – is Goossen veel waard. Ze heeft nu een jongetje in de groep wiens ouders in de bijstand zitten. Juist voor hem is het waardevol dat hij naar de opvang komt, ziet ze. „Zijn ouders hebben niet veel te besteden. Thuis eet hij daardoor bijvoorbeeld niet vaak fruit. Dat krijgt hij hier wel.”
Meer werken
Het is overigens nog maar de vraag of werkende ouders door gratis kinderopvang méér uren gaan werken, zoals het kabinet hoopt. Het Centraal Planbureau rapporteerde in 2020 dat ouders door gratis kinderopvang juist iets minder zullen gaan werken. Mogelijk komt dat doordat ze bijna geen geld meer hoeven te verdienen voor kinderopvang. In Zeeuws-Vlaanderen blijkt in ieder geval een aantal ouders met een kind op de gratis opvang nu langer te werken. Van de ruim zestig betrokken ouders is ruim een vijfde meer gaan werken, kwam naar voren uit een enquête van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen. Ook zijn enkelen door de gratis kinderopvang júist aan het werk gegaan, of met een nieuwe studie begonnen.
Neem Yasmin Mohammad (32), uit Sas van Gent. Zij woont zeven jaar in Nederland en heeft nu voor het eerst een baan, omdat zoon Adam (2) naar de gratis opvang gaat. Voor die tijd leefde het gezin van het minimumloon dat haar man verdiende. Opvang was te duur, dus bleef zij thuis met Adam. Nu is ze vier ochtenden per week groepshulp op een kinderopvanglocatie in Sluiskil, een paar kilometer verderop.Haar gezin vluchtte vanuit Syrië naar Nederland. Inmiddels hebben ze een verblijfsvergunning. „Dat ik nu werk, geeft mij zelfvertrouwen en het gevoel dat ik hier een toekomst heb. Ik bouw een netwerk op en mijn Nederlandse taal gaat steeds meer vooruit.” Ook voor de taalontwikkeling van Adam is het goed dat hij naar de opvang gaat, ziet ze. „Hij komt elke dag thuis met een nieuw woord dat hij geleerd heeft.”
Ook pedagogisch medewerker Sandra Schauwvliege maakt sinds de ingang van de gratis opvang veel overuren. Omdat er meer kinderen zijn, is er vaker overleg nodig met haar collega’s: over de groepsindeling, de nieuwkomers en de voortgang van de kinderen. Volgens haar contract werkt ze bijna 25 uur, in de praktijk meestal zo’n 32. „Maar ik moet ook nog tijd maken voor mijn kleinkinderen. Ik ben wel oma van dertien kleinkinderen, snap je?”
Als procesbegeleider ondersteun ik de regionale samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse gemeenten, opvangkoepels en besturen voor PO, VO en MBO.
Grenslijn
Hoe voorkom je dat de jeugd van Zeeuws-Vlaanderen naar België gaat?
Zeeuws-Vlaanderen ziet steeds meer Nederlandse kinderen verkassen naar Belgische scholen en sportclubs. Ze doen er nu alles aan om de voorzieningen overeind te houden.
Bron: NRC - Sezen Moeliker - 14 april 2023
Keer op keer ziet hij die Belgische „oude roetbussen” door zijn mooie gemeente Hulst rijden. Bussen die Zeeuws-Vlaamse kinderen ophalen en naar Belgische scholen brengen, net over de grens. Het geeft wethouder Denis Steijaert (CDA), die onder meer kinderopvang in zijn portefeuille heeft, een vervelend gevoel. „Als je hier woont, vind ik dat je hier ook naar de opvang of naar school moet gaan.” Maar in België kunnen kinderen vanaf 2,5 jaar vrijwel gratis naar de zogeheten kleuterschool, en in Nederland niet. Ouders van zo’n 1.500 van de in totaal 14.000 Zeeuws-Vlaamse kinderen kiezen daarom voor kinderopvang of basisonderwijs in België. In Nederland moeten de meeste ouders de kinderopvang nu nog deels zelf betalen. De hoogste inkomens krijgen 33 procent vergoed, de laagste inkomens 96 procent. In 2025 wil het kabinet de kosten voor alle werkende ouders voor 96 procent gaan vergoeden.
Die ontwikkeling komt voor Zeeuws-Vlaanderen te laat. Doordat niet alle Zeeuws-Vlaamse kinderen daar ook onderwijs volgen, dreigden verschillende basisscholen en kinderopvangcentra de afgelopen jaren te moeten sluiten, vertelt Rianne Vons, bestuurder van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen. Met 45 locaties is dat de grootste aanbieder in de regio. „Zowel basisscholen als kinderopvangcentra zijn daarom in een aantal plaatsen noodgedwongen gefuseerd.”
Gratis opvang
Iedereen baalt ervan, zegt Vons. Van de bussen die door de regio rijden. Van de Belgen die in de dorpen flyers rondbrengen om kinderen te werven. Van de oproepjes in de krant. „Gratis zwemmen voor de ganse school, mogelijkheid warme maaltijden, kleine klassen,” schrijft bijvoorbeeld de gemeentelijke basisschool De Regenboog uit de Belgische grensgemeente Sint-Laureins in een advertentie. Om een verdere leegloop tegen te gaan, is de kinderopvang nu in de drie grensplaatsen Sas van Gent, Eede en Heikant voor vier dagdelen gratis voor zowel werkende als niet-werkende ouders. Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, schoolbesturen en gemeenten financieren het project samen sinds vorig jaar april tot eind volgend jaar.
De gratis opvang moet onder meer helpen voorzieningen in de regio overeind te houden. Kinderen die in België naar school gaan, hebben vaak weinig binding met hun woonplaats, ziet Steijaert. „Sommigen worden buitenbeentjes. Ze gaan dan bijvoorbeeld eerder naar de sportclub in België, omdat hun vriendjes daar sporten. Sportclubs in Zeeuws-Vlaanderen komen zo eerder in de problemen door een gebrek aan leden.”
Die voorzieningen moeten ook helpen de regio aantrekkelijk te maken om te werken, zegt Steijaert. De arbeidskrapte is in Zeeland ten opzichte van de rest van het Nederland het grootst. En het aantal banen gaat daar volgens de wethouder de komende jaren nog fors groeien. „Alleen al vanwege de grote industrie rond het kanaal tussen Terneuzen en Gent die moet gaan verduurzamen.”
Hoog percentage ouderen
Er speelt in de regio nog een ander probleem: toenemende vergrijzing. Zeeuws-Vlaanderen is al een van de meest vergrijsde gebieden van Nederland. In 2021 was ruim 26 procent van de bevolking daar ouder dan 65 jaar, destijds het hoogste percentage ouderen in het hele land. De kinderen die nu in België naar school gaan, zullen daar volgens Steijaert naar verwachting ook gaan studeren en werken. En dat terwijl zij juist hard nodig zijn om bijvoorbeeld de toenemende vraag naar zorg voor ouderen in de regio aan te kunnen.
Sinds de opvang in de drie grensplaatsen grotendeels gratis is, neemt de vraag naar opvang in Zeeuws-Vlaanderen gelukkig toe, ziet bestuurder Rianne Vons. Het aantal kinderen op de opvanglocaties is sinds het begin van het project met ruim 70 procent gestegen. En de vraag stijgt nog steeds. Een klein aantal kinderen is sinds de gratis opvang in Zeeuws-Vlaanderen zelfs weer teruggekeerd uit België.
Het is de vraag of die stijgende lijn wordt voortgezet. Er is genoeg geld om de grotendeels gratis opvang voor ouders te betalen tot eind volgend jaar. Vons hoopt de komende tijd nieuwe financiering te vinden om de periode tot 2025 – als opvang voor heel Nederland voor 96 procent vergoed gaat worden – te overbruggen. Steijaert zegt nog niet te weten of zijn gemeente opnieuw geld kan vrijmaken.
In de hoop dat de jongeren die nu elders in Nederland studeren op den duur terugkeren naar Zeeuws-Vlaanderen, proberen gemeenten hen via verschillende initiatieven in beeld te houden. Door ze te betrekken bij leuke evenementen, zegt Steijaert, „hopen we dat ze zich verbonden blijven voelen met de regio”. Vons: „We hebben hier in Hulst bijvoorbeeld Vestrock, een heel gaaf festival.”
Als procesbegeleider ondersteun ik de regionale samenwerking tussen de Zeeuws-Vlaamse gemeenten, opvangkoepels en besturen voor PO, VO en MBO.
Verstaan
Congres Partners in Verstaan - Hilversum - 20 & 21 april 2023
Bron: https://congres.partnersinverstaan.nl
Het thema van het Congres 2023 is “All inclusive”: Dezelfde rechten en dezelfde kansen voor iedereen. Inclusie is dat iedereen ertoe doet en van waarde is ongeacht verschillen. Iedereen doet mee én telt mee!
Onderwijs, zorg en diagnostiek binnen de doelgroepen TOS en auditief: alles is inbegrepen!
- Twee hoofdlezingen, 14 masterclasses en maar liefst 44 parallelsessies, verdeeld over twee dagen.
- Met vertrouwde elementen zoals de opzet en natuurlijk de DJ in de avond, maar ook met nieuwe elementen zoals de congreslocatie en het hotel: Gooiland in Hilversum
Er is een prachtige voorstelling te zien in het avondprogramma: Stille Vlucht waarin Ali Shafiee zijn publiek meeneemt in zijn vluchtverhaal vanuit Teheran, waar hij als 19-jarige jongen vertrok, lopend de grens over naar Turkije, met vervalste papieren, in het donker, zoekend naar een onbekende eindbestemming. Naar de maanden in een asielzoekerscentrum, waar hij maar weinig contact kon maken omdat niemand gebarentaal beheerste. Om ten slotte uit te komen bij zijn huidige leven als Doof acteur.
In 40 minuten vertelt Ali in Nederlandse Gebarentaal, aangevuld met dans en fysiek spel, over zijn unieke reis.
Het congres wordt onder meer door Siméa georganiseerd. Siméa vraagt daar ook aandacht voor het Programma Passend & Inclusiever: voor dat programma werk ik als programmamanager.
Volare
Tussenvoorziening voor hoogbegaafde leerlingen met meervoudige ondersteuningsbehoeften
Bron: Nieuwsbrief SWV Zuidoost Utrecht – februari ‘23
Sommige hoogbegaafde kinderen hebben een zodanige ondersteuningsbehoefte dat een reguliere basisschool daar niet goed in kan voorzien. Sinds kort heeft het samenwerkingsverband voor hen een specifieke tussenvoorziening: Volare.
Volare is gehuisvest in cbs Oud Zandbergen, een vrij kleine school in Huis ter Heide die wordt omringd wordt door groen en bossen. Tijdens de officiële opening van Volare, op 31 januari jl, legt schooldirecteur Judith Dingjan uit waarom de gloednieuwe tussenvoorziening van het samenwerkingsverband zoveel voor haar betekent: ‘Op Oud Zandbergen bieden wij al jaren voltijds hoogbegaafdheidsonderwijs aan, maar wij zien dat sommige kinderen andere ondersteuning nodig hebben vanwege een gedragsproblematiek. Ik ben trots dat wij deze regionale tussenvoorziening hebben mogen vormgeven en ik ben dankbaar dat we deze kinderen nu een plek kunnen bieden. Want deze kinderen gaan ons aan het hart!’
CBO Zeist steekt zijn nek uit
Ook René Flippo, directeur van samenwerkingsverband ZOUT, is tijdens de opening zichtbaar blij dat deze tussenvoorziening er nu eindelijk is. Want de ontwikkeling heeft lang geduurd. Hij prijst CBO Zeist, die het aandurfde om deze tussenvoorziening daadwerkelijk te realiseren. ‘Dat is pionieren’, benadrukt René Flippo. ‘Dit bestuur steekt zijn nek uit voor alle kinderen van alle besturen in onze regio. En dat is precies waar we als samenwerkingsverband naartoe willen: kijk niet alleen naar de kinderen van je eigen school, maar kijk naar alle kinderen. In je wijk en in de regio. Met elkaar moeten we ons sterk maken voor elk kind. Deze tussenvoorziening vind ik daar een mooi voorbeeld van.’
Gemeenten zetten stap vooruit
Voor de realisatie van Volare hebben ook de gemeenten hun nek uitgestoken. Ali Dekker, wethouder in de gemeente Bunnik, zegt hierover: ‘Als wethouder onderwijs doe ik mijn best om de samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en samenwerkingsverband te verbeteren. Die samenwerking loopt niet altijd van een leien dakje, er is dikwijls discussie over geld. Het staat mij nog goed bij dat we ons in 2020 moesten buigen over het feit dat er een groep hoogbegaafde kinderen is die ‘tegen de muren aan liepen’ en dat scholen daar niet het juiste antwoord op hadden. Dat was in Bunnik zo, maar ook in andere gemeenten. We voelden allemaal de noodzaak om hier een keer een stap vooruit te maken. Met de inzet van alle betrokken partners hebben we deze tussenvoorziening kunnen realiseren.’
Uitvliegen
Bij Volare is ruimte voor twaalf kinderen tussen de 6 en 12 jaar. De kinderen komen vier dagen per week, tot 14.00 uur. Woensdag is een vrije dag. Judith Dingjan legt uit waarom Volare zo nadrukkelijk een tussenvoorziening wordt genoemd. ‘Een kind is hier tijdelijk, in principe een jaar. Daarna vliegt het kind weer uit. Niet voor niets is de naam Volare, het Italiaanse woord voor vliegen. Een enkele keer is er iets meer of juist iets minder tijd nodig om terug te gaan naar het normale onderwijsproces.’
Drie fasen: leefbaar, leerbaar en schoolbaar
Volare biedt een combinatie van onderwijs en zorg. Het traject dat een kind doorloopt, bestaat uit drie fasen: leefbaar, leerbaar en schoolbaar. Tijdens de eerste fase (‘leefbaar’) is met name STEQ aan zet, een organisatie die is gespecialiseerd in het begeleiden van HBkinderen die vastlopen in hun persoonlijke ontwikkeling. Deze fase is bedoeld om tot rust te komen. Er is geen druk, er zijn geen verwachtingen. Door een combinatie van bewegen, naar buiten gaan, creatief bezig zijn en met elkaar zijn, komt het kind weer in balans. Eigenlijk kun je zeggen: het kind wordt weer kind. Het gaat weer spelen, lachen en iets aandurven. In deze fase is er spelenderwijs ook aandacht voor de executieve functies en voor het creëren van structuur. Als het kind weer in balans is, gaat het ook weer openstaan om te leren. Er ontstaat ruimte om nieuwe dingen te ontdekken en nieuwe vaardigheden aan te leren. In deze fase (‘leerbaar’) is de hoogbegaafdheidsspecialist van cbs Oud Zandbergen vaak 1-op-1 of in kleine groepjes met de kinderen aan het werk. Er is geen standaard programma, zij stemt de activiteiten steeds af op wat het kind nodig heeft. Doel is dat het kind weer ontdekt dat onderwijs leuk kan zijn, de cognitie wordt geprikkeld. In de laatste fase (‘schoolbaar’) draait het om het voorbereiden van de terugkeer naar het onderwijs. Het kind gaat dus bijvoorbeeld ook weer gewoon lezen, spellen en rekenen en ook de eerste toetsen doen hun intrede. Het omgaan met uitdagende situaties en het gedrag in de klas krijgen in deze fase eveneens aandacht. Samen met kind, ouders, school van herkomst en samenwerkingsverband wordt gekeken welke school passend is voor het kind. Dat kan de school van herkomst zijn of een andere school.
Ook hulp voor ouders
Gedurende het hele traject begeleidt STEQ de ouders. Het is belangrijk dat wat op school en thuis gebeurt op elkaar aansluit. Na de start bij Volare komt een ambulant begeleider van STEQ thuis en kijkt samen met het gezin naar de patronen. De ouders kunnen problemen in de opvoeding ondervinden. De ambulant begeleider kijkt dan samen met de ouders wat zij nodig hebben voor hun kind. Zij krijgen handvatten waarmee zij hun kind thuis een veilige plek kunnen bieden. In aanvulling op deze ambulante begeleiding is er elke maand een interactieve ouderbijeenkomst, waarin een thema rondom opvoeden en hoogbegaafdheid centraal staat.
In de afgelopen jaren was ik als procesbegeleider actief bij het praktijkexperiment en de diverse onderzoeken in deze regio, waaruit dit initiatief is geboren.
Raamwerk
Advisering harmonisatie onderwijsorganisatie Metameer locaties Boxmeer en Stevensbeek
Metameer verzorgt voortgezet onderwijs voor circa 1800 leerlingen. Binnen de regio is een koers voor de lange termijn inrichting van het scholenlandschap op hoofdlijnen ontwikkeld. Dat is gedaan vanuit een dialoog met de meest nabij gelegen VO scholen: het Elzendaalcollege (met vestigingen in Boxmeer en Gennep) en het Merletcollege (met vestigingen in Cuijk, Grave en Mill). In samenwerking met deze twee scholen zijn door Metameer plannen ontwikkeld voor een gezamenlijke inrichting van het onderwijs.
Focus korte termijn: eerste helft 2023
De directie wil Metameer als geheel gereed maken voor deze gezamenlijke toekomst. Daarmee ontstaat dan een stevige(-r) basis voor het vorm geven van de samenwerking met het Merletcollege en het Elzendaalcollege. Het gevaar daarbij is altijd dat motieven van bedrijfsvoering en organisatie die van het onderwijs (tijdelijk) overschaduwen. Dat wil de directie voorkomen. Het gaat erom dat de leerlingen van de toekomst profijt gaan hebben van een (deels) andere inrichting. Daarom wil Metameer werk maken van een goed op elkaar afgestemde onderwijsorganisatie.
Daarbij zijn twee doelstellingen benoemd.
1. Maximale mogelijkheden voor leerlingen om onderwijs te volgen op de beide locaties:
Vanuit de moederschool moet het mogelijk zijn delen van het onderwijs te volgen op de andere locatie. Dit vraagt om harmonisatie van onderwijslogistiek en -organisatie: een schooldag op de beide locaties moet in de toekomst dezelfde ritmiek en indeling/ opbouw hebben. Dit bestaat dan als de 'gelijk geschakelde logistiek' (de organisatie) van de beide locaties, terwijl het onderwijs van elkaar verschilt: de Jenaplan-basis in Boxmeer en de eigenheid van Stevensbeek.
2. Flexibilisering van de leerroutes binnen en tussen locaties: voor leerlingen én medewerkers.
Leerlingen en docenten moeten ‘vrij(-er) kunnen bewegen’ over beide locaties. Deze flexibilisering wil Metameer verder brengen binnen én tussen locaties; denk daarbij bijvoorbeeld aan verplichte delen en keuzedelen voor leerlingen. Dat moet het door Metameer gekozen speerpunt ondersteunen: de ‘versterking van zelfverantwoordelijk leren’. Hiervoor zet Metameer al in op: leerdoelgericht leren, nader afgestemde toets matrijzen en PTA’s, ontwikkeling van docenten tot didactisch coach én school-breed werken aan ‘brede ontwikkeling’ en burgerschapsvorming.
Binnen de hierboven benadrukte harmonisatie, vraagt de realisatie van deze tweede doelstelling om een zekere ruimte voor differentiatie van onderwijslogistiek en -organisatie.
De schoolleiding heeft vanuit deze doelstellingen de opdracht gegeven aan een werkgroep van docenten om een advies te ontwikkelen voor een zogenaamd Raamwerk voor de harmonisatie van de onderwijsorganisatie over de twee locaties heen. Daarin moet worden aangegeven wat gelijk kan worden geschakeld en waaruit de beoogde ruimte moet bestaan voor verschillen, differentiatie (en flexibilisering). Er moet immers genoeg te kiezen overblijven voor de leerlingen en hun ouders.
Begin mei '23 moet dit advies klaar zijn. Ik ondersteun het traject als procesbegeleider.
Reik HOOG!
Verkenning
Begeleiding traject Verkenning één cao funderend onderwijs
Aanleidingen
Het Onderwijsakkoord ‘Samen voor het beste onderwijs’ bevat de volgende afspraak:
- Gezamenlijk doen we voor eind 2022 een verkenning naar de wenselijkheid van en bereidheid tot het afsluiten van één cao in het funderend onderwijs. Aspecten die bij deze verkenning aan de orde komen zijn onder andere: het voorkomen van een nieuwe loonkloof, de rechtspositie van bestuurders, de positie en wensen van het vso en de eventuele kosten die samenhangen met het streven naar één cao.
- Naar aanleiding van de verkenning worden de gewenste vervolgstappen in kaart gebracht.
Doelen
Het doel van de verkenning is het in beeld brengen van de wenselijkheid en de bereidheid om te komen tot één cao. Het gaat dan om de vraag voor welke problemen het realiseren van één cao een oplossing kan bieden, welke mogelijke nieuwe problemen daarmee kunnen ontstaan en welke alternatieve oplossingen en kansen er zijn.
De verkenning gaat in op het verschillende karakter van het po en het vo, de doelstelling en beleidsintenties, zoals een gelijke salarisontwikkeling, en daarbij passende oplossingsmogelijkheden. Bezien wordt wanneer één cao meerwaarde biedt, welke andere modaliteiten er zijn en welke juridische of beleidsmatige complicaties kunnen optreden.
OCW en sociale partners voeren de verkenning gezamenlijk uit. Bij de uitvoering van deze verkenning werk ik mee als onafhankelijk procesbegeleider.
BEN in de buurt
Startbijeenkomst Theater De Meervaart Amsterdam
Na twee jaar van voorbereidingen klonk op woensdag 12 oktober jl. het startschot voor de twee wijkpilots van BEN in de Buurt: het krachtige samenwerkingsmodel in de wijken van Amsterdam West. Het doel: een hechte samenwerking tussen scholen, jeugdhulp, zorg en welzijn, sociale basis, opvang, vrije tijd en buurtteams om kinderen en hun thuis een nóg betere ondersteuning te kunnen bieden in de eigen wijk, in en rondom de eigen school. In dit project gaat het erom dat de hulp naar de kinderen gaat in plaats van andersom.
Osdorp en Bos & Lommer
BEN in de Buurt start met twee pilots in de wijken Bos & Lommer en Osdorp. Op 12 oktober bekrachtigden de betrokken schoolbesturen hun samenwerking en de versterkte samenwerking met ouder- en kindteams, sociale basis en de buurtteams. Ook stelde het BEN-in-de-Buurtteam zich voor, is een gezamenlijk beeldmerk gekozen en werd zichtbaar gemaakt dat de scholen en hun besturen de plekken zijn waar het gaat gebeuren.
Hulp eerder, sneller, beter
In dit project gaat het erom dat kinderen met een hulpvraag sneller en beter worden geholpen, en dichter bij huis. Dat gebeurt onder meer door de expertise van regulier en speciaal onderwijs, ouder- en kindteams, buurtteams en de welzijns- en zorgpartners in de wijk slimmer en minder vrijblijvend te bundelen, met de scholen aan de leiding. Scholen van verschillende besturen in elk van de zeven wijken in Amsterdam West gaan daarvoor nauw samenwerken. Daardoor willen ze meer bereiken dan wanneer iedere school en ieder schoolbestuur afzonderlijk de ondersteuning voor de kinderen organiseert.
Tijdens de bijeenkomst in De Meervaart zongen de kinderen van de Alphons Laudyschool een lied voor de volle zaal met de mensen uit de wijk, hun ouders, de mensen uit de scholen, jeugdhulp en buurtteams: Iedereen is anders en dat is best!
BEN in de Buurt is een project van de gezamenlijke schoolbesturen voor primair onderwijs in Amsterdam West, in samenwerking met de Gemeente Amsterdam en Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam-Diemen. Ik ondersteun het project als procesbegeleider.
Voorloper
Minister Van Gennip bezoekt kinderopvang De Statie in Sas van Gent
Bron: Omroep Zeeland
Werkbezoek pilots
Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was vandaag op bezoek in Sas van Gent. Ze kreeg een rondleiding op het Integraal Kindcentrum De Statie. Daar loopt sinds april een proef met gratis kinderopvang. De minister ziet deze opvang als een voorbeeld voor de rest van Nederland. "In 2025 wordt in Nederland kinderopvang gratis en De Statie is voor mij een mooi voorbeeld om kennis te nemen van wat wij straks gaan invoeren", zei de minister, terwijl ze met een aantal kinderen Memory speelde.
De minister vindt kinderopvang erg belangrijk. "Het is goed voor de ontwikkeling van het kind, maar ook voor de ouders is het fijn. En uiteraard zouden we graag willen dat vrouwen daardoor meer kunnen gaan werken", zegt de minister.
Gratis opvang is een succes
Volgens Rianne Vons, directeur van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, is de pilot Gratis Opvang in Heikant, Eede en Sas van Gent een succes. Deze begon in april dit jaar voor een periode van twee jaar. "We hebben de minister dan ook gevraagd om de resterende tijd tot de landelijke invoering van gratis opvang, financieel te overbruggen. Daar heb ik nog geen reactie op."
Evidence informed
(door-)Start meerjarig Programma Siméa passend & inclusiever
De instellingen Auris, Kentalis, VierTaal en Vitus Zuid zijn gespecialiseerd in begeleiding en onderwijs voor kinderen die doof, doofblind of slechthorend zijn of een (taal-)ontwikkelingsstoornis hebben (afgekort: D/SH en TOS). Zij werken samen in Siméa.
Ambities
De instellingen willen gezamenlijk uitvoering geven aan de missie en ambitie van Siméa (april 2020). De opdracht, die de vier instellingen hiervoor formuleren, moet leiden tot beantwoording van de vraag op welke wijze (voormalig) cluster 2 passend en inclusiever onderwijs voor de doelgroep het beste kan ondersteunen en (mede) vorm kan geven. Daarmee wil Siméa, in het verlengde van de eigen motieven, ook uitvoering geven aan de inzichten en adviezen van de Evaluatie en verbeteraanpak passend onderwijs van het Ministerie van OC&W en het rapport Steeds Inclusiever van de Onderwijsraad. Kortweg gaat het dan om de opdracht om de specialistische expertise in toenemende mate in het regulier onderwijs te brengen.
Vraagstukken
Voor de instellingen binnen Siméa staan drie hoofdvragen en een aantal deelvragen centraal:
Vraagstuk één is gericht op de inrichting van de specialistische netwerken. Hoe zorgen we voor behoud, verdere ontwikkeling en verspreiding van onze expertise én hoe werken we hierin samen met (voormalige) clusters 1, 3 en 4?
De tweede vraag gaat over de vorm van samenwerking met het reguliere onderwijs en de samenwerkingsverbanden. Hoe bereiken we dat de expertise effectief en efficiënt terecht komt in het reguliere onderwijs én hoe kunnen we het reguliere onderwijs het beste ondersteunen?
Vraag drie gaat over het portfolio voor de ambulante dienstverlening. Wat is ons aanbod én voor wie is het bedoeld: leerling, leraar, school, systeem?
Programma
In het Siméa-werkplan portefeuille koers en public affairs zijn deze vraagstukken benoemd en is een eerste aanzet gegeven voor de uitwerking ervan. Vervolgens is besloten om voor de concretisering en realisatie hiervan een meerjarig programma in te richten: Siméa passend en inclusiever. In dat programma wordt gewerkt vanuit drie doelstellingen:
- Verder ontwikkelen van het evidence informed werken.
- Ontwikkelen scenario’s voor inclusiever onderwijs voor oudere leerlingen (9+) in het SO en VSO.
- Afstemmen en gezamenlijk ontwikkelen van het portfolio ambulante dienstverlening.
(door-)Start in '22-'23
In de afgelopen anderhalf tot twee jaar is hiervoor al het nodige werk verzet. Het bestuur heeft de kaders en contouren ontwikkeld van zo’n samenhangend programma. Dat is gedaan vanuit een dialoog met de eigen mensen en relevante externen/ stakeholders..
In de periode daarna (eerste helft 2022) is vertraging opgetreden in de voortgang en nadere uitwerking van dit Programmavoorstel. Het bestuur van Siméa heeft daarom, kort voor de zomer, besloten de uitwerking en uitvoering van het beoogde programma van een nieuwe impuls te voorzien.
Ik ben gevraagd daarbij te ondersteunen als nieuwe programmamanager. De opdracht bestaat uit het ‘kwartier maken’ en afronden van het programmaplan in de resterende maanden van 2022, zodat vanaf de start van 2023 (en in de twee jaar daarna) aan resultaten kan worden gewerkt, voor de korte en (vooral) de langere termijn.
Life is either a daring adventure or nothing at all.
Helen Keller, (1880-1968) doofblind, beroemd schrijver en taalkundige.
Digital artwork - Erik Jensen.
Priority Prague
Next Informal meeting NA directors Erasmus+ Czech Republic, September 25-28 2022
In a few weeks the directors of all the EU national agencies Erasmus+ Education & Training will organize their half yearly informal conference. Beautiful Prague is the place of action.
Joint programme directors Youth & directors Education and training
The first part contains a joint programme with the Youth-directors:
- Impact assessments (including RAY).
- SALTOs as the support in the priorities of the programmes.
- Strategic use of TCA.
- Activities related to Ukraine.
- Capacity building for absorption of funds.
- Fighting against suspicious applicants and frauds.
Next to that, the conference-schedule for the field of Education & Training consists out of four themes.
(1) Synergies / action plan as a new element in Working Programme 2023.
The directors will share a few good practices and new opportunities. Among them: the transfer of a share of the national allocation under the ESF+; the combination of programmes in the Polish NA; the development of the new ALMA-programme. What lessons can be learned? What are useful tips and tricks? What further actions should be taken?
(2) Preparing for the Midterm evaluation E+ 2021-2027: experiences so far, our role & process.
The aim is to prepare for the evaluation of the programme in an early stage. The main questions are: what should we keep?; what improvements do we want?; what wishes do we have for new elements? The directors will make follow-up appointments to proceed on this.
(3) Making progress on current strategic issues.
Four topics are urgent: Ratio accredited vs. unaccredited organisations - European Universities - The NA’s approaches on NOTE 039: “suspicious cases and how to handle them” - SALTOs & TCAs: connection between them regarding inclusion, digitalization and green erasmus.
(4) Green Erasmus +.
Introducing the new SALTO Green Erasmus+, that is established in France: content of the bid, state of play, future plans for further development.
During the conference, I will act as the facilitator.
Iedereen erbij
Teamontwikkeling Samenwerkingsverband PO & VO Zeeuws Vlaanderen 2022-2026
'Iedereen hoort erbij: Samen de juiste keuzes maken om meer inclusief onderwijs te realiseren' . Dat is de titel en subtitel van het nieuwe ondersteuningsplan passend onderwijs 2022-2026 in Zeeuws Vlaanderen.
De vijf speerpunten
De regionale PO- en VO schoolbesturen zetten richting 2026 in op:
- Meer inclusief onderwijs
- Dekkend onderwijs- en ondersteuningsaanbod
- Doorgaande ondersteuningslijn PO-VO
- Samenwerking onderwijs en jeugdzorg
- Kwaliteitscultuur en gezonde bedrijfsvoering
Het SWV-team van directie, beleidsadviseur en begeleiders passend onderwijs wil graag bijdragen aan de realisatie van de daarin gestelde doelen. Op een tweedaagse, medio juli '22, in het historische Slot Oostende in Goes heeft het team verkend wat de eigen toekomstige rol daarin zal zijn. Ik heb de begeleiding verzorgd.
Aanpak en uitkomsten
- De start was de (zelf-)evaluatie van het SWV-team: wat was onze bijdrage de afgelopen jaren en waar staan we nu.
- De blik vooruit: vertaling ambities in het nieuwe plan naar het werk, de eigen rollen en de teamontwikkeling.
- De praktische agenda: afspraken maken voor de komende maanden en de eerste jaargang van uitvoering.
Via deze drie invalshoeken is het gesprek gevoerd, zijn conclusies getrokken en vervolgacties op de agenda gezet: schakelend tussen strategisch en persoonlijk niveau; van brede krachtenveldanalyse tot concreet persoonlijk optreden, onder meer via PCM-profielen.
En .. om op krachten te komen is het Bourgondische niet vergeten..........
Na de zomer werkt het team de opbrengsten uit tot werkafspraken voor de komende jaargang '22-'23 en de periode daarna.
In kwadraat
Nieuwe akkoorden voor cao’s onderwijs: salarissen leraren gaan bijna 5 procent omhoog
Bron: De Volkskrant - Irene de Zwaan
Leraren in het voortgezet en primair onderwijs kunnen per 1 juli rekenen op 4,75 procent loonsverhoging. Ook ontvangen ze eenmalig een bruto uitkering van 500 euro. Dat is afgesproken in de nieuwe cao’s, die een dag na elkaar zijn beklonken.
Het voortgezet onderwijs bereikte woensdagavond een akkoord, het primair onderwijs volgde donderdagmiddag. Dat de lonen in beide sectoren gelijk oplopen is geen toeval: in april werd een historisch akkoord bereikt om de loonkloof tussen het primair- en voortgezet onderwijs te dichten. Het kabinet hoopt hiermee het beroep van basisschoolleerkracht aantrekkelijker te maken, omdat hierin de grootste tekorten zijn.
De vakbonden en onderwijsraden zijn opgelucht dat er een akkoord ligt. Vooral de onderhandelingen voor een nieuwe cao in het voortgezet onderwijs verliepen moeizaam. Zo waren er verschillen in inzicht over hoe het door het kabinet vrijgemaakte bedrag van 300 miljoen euro voor werkdrukverlichting het beste kon worden besteed.
De VO-raad, de werkgeversorganisatie in het voortgezet onderwijs, pleitte ervoor dat schoolleiders, leraren en ander personeel collectief konden besluiten hoe het geld het beste kon worden ingezet. De bonden bleven vasthouden aan hun eis dat leerkrachten op individueel niveau zeggenschap zouden krijgen over het verlagen van de werkdruk.
Ultimatum
De geschillen liepen zo hoog op dat de bonden dreigden de stekker uit de onderhandelingen te trekken. Het door het ministerie van Onderwijs gestelde ultimatum kwam daarbij angstvallig dichtbij: als er voor 15 juli geen akkoord zou liggen, dan konden de onderhandelaars fluiten naar de 300 miljoen euro.
Op de valreep is een compromis gesloten: de helft van het bedrag (150 miljoen) wordt besteed aan de door de VO-raad gewenste ‘collectieve aanpak’, de andere helft komt ten goede aan de medewerkers zelf. Zij mogen veertig uur per jaar, uitgaande van een voltijds dienstverband, naar eigen inzicht besteden om de werkdruk te verlagen.
‘Het kan zijn dat een leerkracht zegt: ik stop met surveilleren’, zegt een woordvoerder van CNV Onderwijs. ‘Een ander kan zeggen: ik ga minder lesgeven, zodat ik meer tijd kan besteden aan het mentoraat, omdat ik dat heel leuk vind.’
De invulling die leerkrachten hieraan geven zal niet geheel vrijblijvend zijn, zegt Jelmer Evers, die namens de Algemene Onderwijsbond (AOb) aan de onderhandelingstafel zat. ‘In de wetgeving staat dat het voor scholen wel organiseerbaar moet zijn. Voor vakken waarin grote tekorten zijn (zoals Nederlands, Engels, wiskunde en natuurkunde, red.) kan niet altijd lesreductie worden geregeld, maar voor surveillance tijdens tentamens hoeft niet per se een drukbezette leerkracht te worden ingezet.’
Uiteindelijk ligt de oplossing volgens Evers niet zozeer in het aantrekken van nieuwe medewerkers, maar in het kritisch bekijken van het huidige takenpakket van leraren. ‘Scholen doen veel aan vernieuwingen van onderwijsconcepten, waar gigantisch veel tijd in zit. Schroef dat nou eens terug en ga terug naar de basis: lesgeven. Dan valt er nog veel ruimte te winnen.’
Ouderschapsverlof
De onderhandelingen voor een cao in het primair onderwijs verliepen een stuk soepeler, met dank aan het Onderwijsakkoord dat in april al was bereikt over het dichten van de loonkloof. Ook over de werkdrukverlaging waren eerder al afspraken gemaakt.
Het door het kabinet uitgetrokken bedrag van 65 miljoen euro zal worden besteed aan de professionalisering van leraren, zodat zij de basisvaardigheden van leerlingen kunnen verbeteren. Teams op school bepalen zelf hoe dit geld het beste tot z’n recht komt, bijvoorbeeld door leerkrachten cursussen aan te bieden.
Een ander belangrijk punt is het ouderschapsverlof. In het primair onderwijs hadden werknemers al recht op betaald ouderschapsverlof, waarbij ze voor 55 procent werden doorbetaald. Een nieuwe wet die per augustus ingaat, bepaalt dat alle Nederlanders recht krijgen op een vergoeding van 70 procent.
Voor medewerkers in het primair onderwijs is dit percentage bijgesteld naar 75 procent. Het geld dat na inwerkingtreding van de wet vrijkomt (uitkeringsinstantie UWV neemt een groot deel van de kosten voor haar rekening) zal onder meer worden besteed aan het verbeteren van de reiskostenvergoeding.
Het akkoord is nog niet officieel: de leden van de vakbonden, de VO-raad en de PO-raad moeten er nog mee instemmen. Hiervoor hebben ze twee weken de tijd.
Ik ondersteun de cao-tafel primair onderwijs als onafhankelijk voorzitter.
Wijken verbinden!
Impuls passend onderwijs Amsterdam West: vacatures pilots 2022-2024
De besturen met scholen in Amsterdam West, de gemeente Amsterdam en het SWV werken samen.
Het doel: betere hulp voor kinderen en gezinnen, sneller en dichter bij huis.
De besturen AMOS – ASKO – AWBR – EL AMAL - KBA – KENTALIS - KOLOM – LEVWN DE VEERKRACHT - ORION – PI SCHOLEN - SNIS – STWT – VIERTAAL zoeken daarom per september 2022 twee Wijkverbinders Passend Onderwijs!
Voor pilots in de wijken Osdorp en Bos & Lommer.
Ben jij de wijkverbinder waarnaar Amsterdam West op zoek is?
Bekijk hier de vacature: Vacature Wijkverbinders Osdorp en Bos & Lommer
Meer weten over de functie? Ik sta je graag te woord: 06-46154349.
Solliciteren kan voor 21 juni via: h.vangansewinkel@awbr.nl
Bezoek Wiersma
Lang gekoesterd, eindelijk zo ver: minister Wiersma bezoekt gratis kinderopvang
Bron: Omroep Zeeland
De Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen vraagt er al tijden om: minister kom eens een kijkje nemen hoe wij dat hier geregeld hebben met gratis opvang. Vandaag is het zo ver minister Wiersma bezoekt de kinderopvang en onderwijsinstellingen in Zeeland.
Het staat in het regeerakkoord: na de ellende met de toeslagenaffaire moet kinderopvang gratis worden of in ieder geval een stuk goedkoper. Het plan is om dat vanaf 2025 in te voeren.
Twee dagen gratis
Zeeuws-Vlaanderen heeft niet gewacht op dat landelijk beleid. Sinds dit jaar loopt er een proef met gratis opvang van twee dagen. Die proef heeft twee doelen: gelijke kansen voor ieder kind en de concurrentie aangaan met gratis onderwijs en opvang in België.
Heikant, Eede en Sas van Gent zijn de locaties waar de proef loopt. Het aantal aanmeldingen liep na de invoering meteen op. Wiersma laat zich er vandaag over bijpraten bij kindcentrum Nobel in Hulst. Idee is ook dat hij de ervaringen die nu worden opgedaan in de regio meeneemt voor zijn plannen voor landelijk gratis opvang.
Hij is ook bijgepraat over een ander project: de Grenzeloze school. Dat met geld uit de regiodeal wordt betaald.
Verder staat onder meer een bezoek aan het Reynaertcollege op het programma.
Daarna staat een bezoek aan het Reynaertcollege in Hulst op het programma. Wiersma krijgt er uitleg over Inclusie. Dat is de naam voor een nieuwe vorm van samenwerking tussen speciaal onderwijs Argo en het Reynaertcollege, om meer leerlingen 'met een rugzakje' te laten meedraaien in het reguliere onderwijs.
Ik werk als procesbegeleider voor de Zeeuws Vlaamse samenwerking tussen de drie gemeenten, de koepels voor kinderopvang en de regionale besturen voor primair-, voortgezet- ,en middelbaar beroepsonderwijs.
Back in 3D
Erasmus+ Directors Informal France May 16-18
For the first time in 2,5 years, since the last meeting in Helsinki, the directors of all European National Agencies for Erasmus+ could meet each other in '3D'. A group of 40 directors from all over Europe came together in Arcachon, France.
On the agenda: the experiences so far wih the new programme Erasmus+ and the challenges for the near future.
Exchange and collaboration help the directors to improve their work and to make the programme even more relevant to all educational sectors: schools, VET, higher education/ universities.
I was the moderator during the conference. It was again my honor and pleasure.
Looking forward to the next E+ Directors Informal, this september, in Prague, Czech Republic.
Loonkloof gedicht!
‘Historisch akkoord’: Leraar en docent krijgen straks hetzelfde salaris
Bron: Trouw - Bart Zuidervaart
Leraren hebben er vurig voor gedemonstreerd en gestaakt: het gelijktrekken van de salarissen in het primair- en voortgezet onderwijs. Nu gaat het gebeuren.
De loonkloof tussen leerkrachten op basisscholen en in het voortgezet onderwijs wordt gedicht. Wie lesgeeft in het primair onderwijs kan de komende jaren rekenen op een salarisverhoging van gemiddeld 10 procent. Dat betekent bij een voltijdbaan ongeveer 5300 euro per jaar erbij. Het gelijktrekken van de salarissen is onderdeel van het akkoord dat minister Dennis Wiersma (onderwijs) vrijdag heeft gesloten met de bonden en de PO-raad. Er is een investering van 1,5 miljard euro mee gemoeid. Het grootste deel (919 miljoen) wordt besteed aan de loonsverhogingen. Wat het akkoord exact voor de individuele docent betekent, is niet eenvoudig te zeggen. Het hangt af van de salarisschaal en de functie. De Algemene Onderwijsbond (AOb) zegt volgende week met een ‘instrument’ te komen waarmee medewerkers hun nieuwe salaris kunnen achterhalen.
Wens die al veel langer leeft
Het dichten van de loonkloof is al veel langer een wens van politiek Den Haag en van het primair onderwijsveld. VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben dit voornemen ook vastgelegd in hun coalitieakkoord. Basisscholen kampen met hardnekkige personeelstekorten, vooral omdat leerkrachten vinden dat ze weinig waardering krijgen voor hun werk. Ze hebben herhaaldelijk gedemonstreerd voor meer geld en minder werkdruk.
Het geld wordt nu dus geregeld, belooft de minister. Het onderwijsondersteunend personeel op basisscholen kan rekenen op een loonsverhoging van gemiddeld ongeveer 5 procent. Schoolleiders krijgen minimaal 5 en gemiddeld 11 procent meer salaris. “We gunnen iedereen een goede leraar, die leerlingen enthousiast maakt om een boek te lezen, rekenen steeds weer begrijpelijk uitlegt en klas na klas leert hoe je respectvol met elkaar omgaat”, zegt Wiersma.
Verlichting werkdruk
Het akkoord regelt ook dat er 300 miljoen euro wordt uitgetrokken om de werkdruk in het voortgezet onderwijs te verminderen. Hoe dat geld exact wordt besteed, bepalen de vakbonden en de VO-raad. Een mogelijkheid is om meer ondersteunend personeel aan te trekken. Daarnaast komt er geld beschikbaar voor ontwikkeling van personeel. En leerkrachten die lesgeven op scholen met veel kwetsbare leerlingen krijgen een toelage bovenop het salaris.
Thijs Roovers van de AOb noemt het akkoord ‘historisch’. “Hier hebben de collega’s jarenlang actie voor gevoerd, en persoonlijk is dit een kroon op mijn werk. Natuurlijk moet er nog veel gebeuren. Zoals kleinere klassen en minder werkdruk. Maar de kop is er af.”
Ik ondersteun het overleg van werkgevers en vakorganisaties aan de Cao Tafel PO in de rol van onafhankelijk voorzitter.
Direction Arcachon
Next Erasmus+ Informal Conference NA directors may 16-18 France
The next informal meeting of the directors network Education & Training will be held in Arcachon. The national agencies responsible for the EU Programme Erasmus+ are working on the new programme 2021-2027 for a year now. In this directors conference the focus will be upon the first experiences with the implementation of this new Erasmus+ programme.
Renewal: No revolution… but some evolution!
The new Erasmus+ programme hasn't changed drastically but is evolving significantly. First of all, the new Erasmus+ programme is now endowed with a total budget of € 26.2 billion, i.e. a substantial increase of more than 80% compared to the previous period (2014-2020). For the 2021-2027 programming period, the programme still encompasses six main sectors: School education, Higher education, Vocational education and training, Adult education, Youth and Sport. For this new programming period, Erasmus+ is adapting to the major global challenges by focusing on three key priorities: being more inclusive, digital and green.
- Concerning inclusion, the Commission refers to people who have fewer opportunities to access the programme for socio-economic or geographical reasons. This includes people who dropped out of school early, unemployed and/or victims of exclusion and discrimination, as well as those living in remote areas.
- The Covid-19 crisis has demonstrated the need to accelerate the digital transition, particularly in education. The programme has a “Digital Erasmus+” strand and sets priority on the development of digital skills, hybrid programmes (virtual/classroom) and e-learning platforms.
- Finally, the programme is aligned with the EU Green Deal and includes cross-cutting actions to support the ecological transition. It also aims to promote young people’s participation in democratic life.
Goals in Arcachon
- To exchange successes, difficulties and challenges in the implementation of Erasmus+ 2021-2027.
- To find practical solutions in dealing with the impact of the Ukrainian crisis.
- To prepare for the forthcoming events such as: the next Erasmus Days (in october '22); the European Youth Year and the 35th anniversary of Erasmus+.
- To learn from different national approaches of the key topics inclusion and compliance.
- To decide on the 35 proposals from the Erasmus+ Citizen Forum Towards a right to learning mobility in Europe for all.
Looking back and forward
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 28 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+. In the half yearly conferences of the network, I act as the facilitator. In the period 2022-2024 the next meetings will be held in the Czech Republic, Sweden, Spain, Belgium and Hungary.
In uitvoering
Voortgang Functiewaardering MBO 2.0
Bron: www.fvov.nl 180322
Om carrièreperspectief goed tot zijn recht te laten komen is een toekomstbestendig functiewaarderingssysteem als hulpmiddel cruciaal. Het huidige functiewaarderingssysteem, FUWA-MBO, is dusdanig verouderd, dat dit tot toepassingsproblematiek kan leiden op de scholen. Ook moet onderzocht worden in hoeverre FUWA-MBO een bijdrage levert of kan leveren aan loopbaanbeleid en goed werkgeverschap. Om deze redenen hebben cao-partijen in de cao mbo 2018-2020 besloten om FUWA-MBO te moderniseren om voor de sector goed toepasbaar te laten zijn.
In 2021 is een werkgroep van start gegaan met het in kaart (laten) brengen van knelpunten die medewerkers, management en bestuur in de scholen ervaren bij de toepassing van FUWA-MBO en de behoeften die mbo-scholen hebben ten aanzien van een (vernieuwd) functiewaarderingssysteem. Bij dit proces is een aantal mbo-scholen en medewerkers van vakbonden en OR leden betrokken.
Het resultaat van deze ‘eerste fase’ kan worden samengevat in een aantal voorwaarden voor de modernisering van FUWA-MBO.
- Het vernieuwde systeem moet toegankelijk, transparant, onderscheidend en eenvoudig zijn: heldere taal, breed toepasbare voorbeeldfuncties, aansluiting bij een steeds digitaler wordende samenleving.
- Het vernieuwde FUWA-systeem moet voldoen aan de eisen die het onderwijs in het MBO nu en de nabije toekomst stelt: betere carrièreperspectieven docentfuncties; het vernieuwde systeem zal het onderwijs-gevend element op een juistere manier waarderen; datzelfde geldt voor leidinggevende en onderwijs ondersteunende elementen.
- De vernieuwing vindt plaats onder gelijkblijvende verhoudingen in de functiewaardering.
- De recente ontwikkelingen in de systemen van aanpalende sectoren (PO, VO) moeten worden meegenomen, zodat congruentie en consistentie tussen systemen geborgd wordt: zo moet er, naast MBO, ook aandacht zijn voor de functies in Vavo en Vmbo, die ook onder FUWA-MBO vallen.
Op grond van de bovenstaande vier voorwaarden wordt de vernieuwing van FUWA-MBO nu voorbereid. Er is een stuurgroep gevormd vanuit werkgevers en vakorganisaties. Ik ondersteun de stuurgroep als onafhankelijk voorzitter.
De stuurgroep heeft opdracht gegeven aan een extern bureau om – in nauwe dialoog met het MBO-veld – te komen tot de gewenste modernisering van het systeem. Daarvoor zijn vier werkgroepen gevormd: strategie, systeem en beleid, operationeel en FUWA-specialisten. Deze vier werkgroepen worden bevraagd om vanuit hun ervaringen, kennis en positie suggesties aan te reiken voor de verbeteringen. Daarin wordt nu met veel energie en enthousiasme gewerkt aan de beoogde verbeteringen.
Het gaat dan onder meer om mogelijke aanpassingen in:
- Ontwikkelen en/of actualiseren van voorbeeldfuncties (en functiereeksen) .
- Aanpassen van zogenaamde ‘kenmerk-teksten en score-toelichtingen’.
- Aanpassingen van het Handboek Fuwa-MBO.
- Verbeteringen en aanpassingen in het digitale systeem eFUWA.
De verwachting is dat in het najaar van 2022 de eerste inhoudelijke voorstellen voor het vernieuwde systeem gereed zullen zijn voor verdere bespreking door cao-partners en het veld. Sociale partners willen de modernisering van FUWA MBO 2.0 uiterlijk voorjaar 2023 afronden.
Sprong vooruit
'Met solidariteit en samenwerking tussen zorg, onderwijs en gemeente, én tussen scholen onderling doorbreek je barrières'
Bron: SWV Update '22 - SWV PO Amsterdam Diemen - Daniëlle Drenthen
'Vrijwel alle schoolbesturen met scholen in Amsterdam West - binnen en buiten de Ring - de gemeente Amsterdam en het samenwerkingsverband zien de noodzaak voor een serieuze verbetering van passend onderwijs voor de kinderen in West. In het voorjaar van 2020 steken ze de koppen bij elkaar: fase 1 van het project Impuls Passend Onderwijs West gaat dan van start. Hoe kan het passend onderwijs nóg beter? Hoe kunnen de betrokken partijen elkaar beter vinden? Hoe kan een kind sneller hulp krijgen? Vijf betrokkenen bij het project vertellen. Wat maakt dit zo bijzonder? Wat zijn de plannen voor de komende tijd?'
Tot zover de inleiding van een artikel over een ambitieus en prachtig project en proces in dit deel van de stad. Daaraan is in 2021 en begin '22 hard gewerkt door de mensen in een ontwikkelgroep van alle besturen, de gemeente Amsterdam en het SWV Amsterdam Diemen. Ik ondersteun daarbij als procesbegeleider.
Voor het antwoord op de bovenstaande vragen en de plannen voor de komende maanden en jaren, lees hier het volledige artikel: Impuls passend onderwijs West
Ostrea en Pontes
Onderzoek meerwaarde samenwerking
Het Ostrea Lyceum en de Scholengroep Pontes zijn van plan intensiever samen te werken. Uit onderzoek moet blijken welke voordelen intensievere samenwerking voor beide partijen oplevert.
Bron: Omroep Zeeland - 13 januari 2022
Beide scholen zeggen onderwijs in de Oosterschelderegio voor meerdere jaren te willen garanderen. Ook vinden ze het belangrijk dat ouders de keuze blijven krijgen tussen openbaar en christelijk voortgezet onderwijs. Mogelijk kan dat door meer samenwerking. "Ostrea en Pontes hebben de gezamenlijke ambitie hun scholen ook in de tokomest in stand te houden", schrijven de scholen.
Ostrea Lyceum en Pontes scholengroep
Het Ostrea Lyceum is een open christelijke scholengemeenschap voor vmbo, basisberoepsgerichte en gemengde leerwegen, mavo, havo en vwo (atheneum en gymnasium) met drie locaties in Goes.
Scholengroep Pontes is een combinatie van openbare middelbare scholen met alle opleidingsvormen: een praktijkschool, vmbo basisberoepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerwegen, mavo, havo, vwo, tweetalig vwo (Engels), kunst & cultuur, technasium, gymnasium met de mogelijkheid voor een verkort en/of verrijkt vwo. Onder scholengroep Pontes vallen het Goese Lyceum in Goes en het Pieter Zeeman Lyceum in Zierikzee.
Onderzoek naar inhoud en vorm samenwerking
Het onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van gesprekken die beide organisaties het afgelopen jaar hebben gevoerd. "Gezien de huidige en toekomstige ontwikkelingen denken beide bestuurders door meer samenwerking sterker te staan bij de diverse uitdagingen waarmee het onderwijs tegenwoordig wordt geconfronteerd, zoals het personeelstekort en de schommelingen in leerlingaantallen in de regio, gecombineerd met krimpverwachtingen."
Daarnaast verwachten de scholen minder middelen te krijgen vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met een intensievere samenwerking denken beide partijen daar beter op in te kunnen spelen. De scholen denken ook op het gebied van verduurzaming en huisvesting samen meer voor elkaar te krijgen.
Het onderzoek wordt komend halfjaar uitgevoerd, daarna maken de scholen bekend hoe ze de samenwerking vormgeven.
In opdracht van de beide besturen ondersteun ik het traject als adviseur-onderzoeker.
Blijf SPELEN!
Kansen
Amsterdam-West aan de slag met integrale kindcentra: ‘Betere kansen voor elk kind’
Bron: Zosja.nl - Marike Vroom
Betere kansen voor kinderen in Amsterdam-West. Met dat doel voor ogen praten de scholenstichting AWBR en kinderopvangorganisatie AKROS over nauwe samenwerking en wellicht zelfs in de toekomst een fusie. Ze willen kindcentra opzetten, die elk uniek zijn en goed aansluiten bij wat kinderen in de buurt nodig hebben. Bestuurders en praktijkmensen aan het woord. ‘Niet één uniform concept, maar maatwerk.’
Er wordt al jaren gepraat en ook op diverse locaties samengewerkt, vertelt schoolbestuurder Theo Hooghiemstra (AWBR). ‘We liepen tegen de traditionele problemen aan die je hebt als je van een alles-in-één-school naar een echt kindcentrum wil komen. Mensen werken toch bij verschillende organisaties, wat samenwerking lastiger maakt.’ De coronacrisis zette de fusiegesprekken op een laag pitje, maar liet tegelijkertijd zien hoe school en opvang konden samenwerken. Even draaide het niet om regels, maar om goede opvang en school voor wie dat nodig had. Pedagogisch medewerkers vingen ook niet-AKROS kinderen op in de noodopvang en leerkrachten gaven huiswerkbegeleiding op de bso. Hooghiemstra: ‘We hebben gebruikgemaakt van de innige relaties die er al waren door nog flexibeler met elkaar te werken en dat ging goed.’
Voorop: betere kansen
Na deze ongeplande test van hoe het zou kunnen worden, werden dit najaar de gesprekken over verdere samenwerking weer opgepakt. Hooghiemstra: ‘De fusie is geen doel op zich. Voorop staat: betere kansen voor kinderen in Amsterdam-West. We willen de nauwere samenwerking realiseren vanuit de ervaringen in het dagelijkse werk, niet vanuit een paar bestuurders die elkaar goed liggen.’
Bestuurder Mechteld van der Westen (AKROS) vult aan: ‘Vorm volgt inhoud. Een inclusief, integraal kindcentrum ontwikkelen gaat een stap verder dan twee bloedgroepen mengen. We willen rekening houden met de verschillen tussen kinderen, maatwerk bieden, en dat begint bij de werkvloer. Er zitten prikkels in ons Nederlandse systeem die het integreren van opvang en onderwijs niet makkelijk maken. Het is belangrijk dat we die vroeg in het proces in kaart brengen en tackelen. We hebben het over gescheiden werelden als het gaat over ministeries en financieringsstelsels. Er staan beren op de weg die eigenlijk stimuleren dat het niet lukt.’
Extra ondersteuning
Amsterdam-West telt relatief veel scholen met kinderen die extra aandacht vragen. Hooghiemstra: ‘Het gaat in enkele gevallen om dertig tot veertig procent van de leerlingen. We hebben veel kinderen met een migratieachtergrond die bijvoorbeeld extra taalondersteuning nodig hebben en soms zijn het de ouders die ondersteuning nodig hebben. Het is belangrijk dat we kinderen zo vroeg mogelijk goede bagage bieden voor ze naar de basisschool gaan. Kinderopvang heeft daarin al een taak, metname in de voorscholen. In de kindcentra willen we ruimte voor iedereen bieden. Dan is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers, leerkrachten en onderwijsassistenten vanuit eenzelfde pedagogische visie en filosofie werken.’
Voor de ambitieuze plannen hebben de twee ook gemeente en Rijk nodig. Van der Westen: ‘In Amsterdam is een kennisnetwerk ontstaan van partijen die bezig zijn met IKC-ontwikkeling.
Wij realiseren zelf in 2022 drie “broedplaatsen”, een daarvan is nieuwbouw de Vindplaats waarvoor de gemeente zich ook heeft ingezet.’ Hooghiemstra: ‘De gemeente Amsterdam spant zich enorm in om de kunstmatige barrière weg te nemen tussen kinderopvang en onderwijs, verschillende ministeries, geldstromen en cao’s. We moeten aan allerlei regels voldoen, daarbij heb je een gemeente nodig bij wie ambtenaren en politici een stapje harder lopen en uitzoeken wat wél kan in plaats van te blijven roepen wat niet kan en dat zien we in Amsterdam.’
Volkomen knots
De werkvloer moet leidend zijn, aldus de samenwerkingspartners. ‘De scholen, wijken en buurten zijn heel verschillend en ook de samenwerkingsvorm kan sterk verschillen’, aldus Hooghiemstra. ‘We hebben 18 scholen van verschillende pluimage. Dalton, Montessori, scholen met negentig procent kinderen uit andere culturen. Elk vraagt om een eigen aanpak en pedagogisch concept. Het zou volkomen knots zijn als wij tot één uniform samenwerkingsconcept komen, dat geen recht doet aan die verschillen. Er zijn ook scholen die al werken andere kinderopvangorganisaties, ook daarvoor willen we ruimte bieden.’
Buurtfunctie
Van der Westen: ‘Wij bieden drie opvangsoorten: kinderdagverblijf voor 0 tot 4 dat middels voorschoolprogramma’s aan het onderwijs is gelinkt, voorscholen in schoolgebouwen en buitenschoolse opvang. Ook bij ons geldt: totaal verschillende buurten, gebouwen, ouder- en kindpopulatie. Buurten veranderen, dus je moet ook adaptief blijven. Een IKC heeft een buurtfunctie, je hebt letterlijk je deuren openstaan voor ouders en buurtbewoners. Dit is sociale innovatie, waarbij we in een lerend proces doorontwikkelen en niet topdown zeggen: dit is hét IKC-model.’
Toegesneden
Hooghiemstra: ‘We hebben recent alle AKROS-locatiemanagers en schoolbesturen gevraagd: kijk op wijk- en buurtniveau hoe de samenwerking kan worden vormgegeven. Hoeveel tijd heb je nodig, welke stappen moet je zetten? Mensen zijn enthousiast in gesprek gegaan. Misschien gaan we straks wel met zes of zeven verschillende vormen verder. Vanuit de praktijk werken duurt misschien langer, maar dan is het wel gedragen en toegesneden op wat er in de buurt speelt.’
Begrippenkader
Van der Westen ziet wel een valkuil: ‘Inclusie, integraal en kindcentrum zijn prachtige containerbegrippen, maar iedereen verstaat er iets anders onder. We zoeken een gemeenschappelijk begrippenkader, anders wordt het te vrijblijvend. We creëren bewust een doorgaande leer- en ontwikkellijn. Ontwikkelen gaat niet alleen over leren, maar ook over inclusie. Dat is meer dan alles-in-één-gebouw. Het gaat over een basale houding tussen mensen; kinderen, maar ook professionals en ouders. We zien de verschillen tussen mensen als een kracht. We gaan in onderwijs, opvang en onze hele maatschappij uit van de gemiddelde norm en als je daarvan afwijkt zien we dat als een probleem. We willen als samenleving dat iedereen naar die norm toe beweegt.
Toen ik zelf jonge kinderen had, verbaasde het me dat voor een baby van zes maanden was beschreven wat hij allemaal moet kunnen, terwijl elk kind een ander ontwikkeltempo heeft. Ons systeem moet de verschillen volgen, kansenongelijkheid wegnemen en zorgen dat je je maximaal kunt ontwikkelen op een manier die aansluit bij wat van binnenuit komt.’
Verschillen
De coronacrisis liet de verschillen in de buurten helder zien. Hooghiemstra: ‘Toen scholen en kinderopvang dicht waren zag je de ellende in de buurten ontvouwen. Onze leidsters, juffen en meesters gingen langs de deuren en zagen wat er gebeurde op die zestig vierkante meter waar gezinnen met zeven of acht mensen wonen. Je werd met je neus op de feiten gedrukt.’ Van der Westen: ‘Je ziet ook de invloed die je als school en opvang hebt; je biedt plekken waar kinderen en ouders veilig kunnen samenzijn, een gezamenlijke taal leren en zich maximaal ontwikkelen. Verschillende mensen hebben verschillende dingen nodig. Hoe kan je dat faciliteren? Dat is de zoektocht van de IKC-ontwikkeling.’
Praktijk
De toekomstige IKC’s moeten dus vanuit de praktijk geboren worden. Aan tafel schuiven aan: pedagogisch beleidsmedewerker/coach (AKROS) Else Oostendorp, manager Kinderopvang (AKROS) Yolande Willems en Reineke Schoufour, directeur van bredeschool Kinkerbuurt. Ze hebben duidelijk voor ogen wat zij zouden willen: een kindcentrum voor 0 tot 14 jaar. ‘Om ook voor jonge pubers de overgang naar het voortgezet onderwijs makkelijker te maken’, aldus Willems. Oostendorp vult aan: ‘Kinderen na school opvangen om te sporten, helpen met huiswerk. Het is mooi om elkaar op de inhoud te vinden.’
Andere cultuur
Coach Oostendorp is betrokken bij de Vindplaats (twee gefuseerde scholen en kinderopvang). Het woord ‘school’ wordt daar niet meer gebruikt. ‘We praten vanuit oude kaders en ontmoeten elkaar in iets wat helemaal nieuw is. Dat is soms best ingewikkeld. Scholen hebben zo’n andere cultuur en didactische achtergrond. Kinderopvang heeft een veel kortere traditie, onze insteek is pedagogiek. Maar we groeien naar elkaar, een interessant proces.’
Wat willen zij straks in de praktijk zien? Schoufour: ‘Bijvoorbeeld combinatiegroepen van 3- en 4-jarigen. Onze Intern Begeleider kijkt nu al op de voorschoolgroep naar aanstormende talenten, peuters die kunnen meedoen in de onderbouw.’ Oostendorp: ‘Spelen en leren komen dichterbij elkaar in een kindcentrum. In plaats van dat je vaststelt dat een kind nog niet aan de schooleisen voldoet, kijk je: waar kan dit kind wel aansluiting vinden? Hoe kunnen we de groep vormgeven zodat dit kind zich verder kan ontwikkelen?’
Inclusie
Inclusie is het uitgangspunt, wat betekent dat straks in de praktijk? Schoufour noemt bredeschool Kinkerbuurt als voorbeeld. ‘Daar zijn alle kinderen welkom, ook bijvoorbeeld een kind met een handicap. We kijken wat ieder kind nodig heeft, in dit geval een hoog-laag-stoel in de klas. Je groeit als kindcentrum met het kind mee.’ Oostendorp: ‘Als een kind niet zindelijk is, wordt gezegd: leerkrachten hebben geen tijd om kinderen te verschonen. In een kindcentrum kan je rollen uitwisselen rond de behoeften van een kind. Een pedagogisch medewerker is onderwijsassistent als dat nodig is.’ Willems: ‘We denken niet meer in leerkracht of pm’er. Er is functiedifferentiatie, maar ook een gemeenschappelijke deler. Het gaat om competenties, verschillen uitnutten, functieprofielen maken: dit zijn de mensen die we zoeken.’ Schoufour: ‘Je kijkt niet alleen bij een kind, maar ook bij medewerkers naar talenten. Een team waarin je kunt groeien, waarin een leerkracht ook bij de bso en op de peutergroep kan werken en andersom. Dat kan formeel of informeel, als het maar open is.’
Rol onderwijs
Bij dit alles zijn kinderopvang en school gelijkwaardige partners. Schoufour: ‘Bij samenwerking wordt vaak de leidende rol gegeven aan het onderwijs. Verstand hebben van 4- tot 12-jarigen betekent niet dat je dat ook hebt van 0- tot 4 jarigen. Wij kunnen enorm veel leren van pedagogisch medewerkers. In het organigram van een kindcentrum kan je een verantwoordelijke aanstellen voor de groep 2 tot 7 jaar en iemand voor 7 tot 12 jaar. Iemand van AKROS kan zich bijscholen in de onderbouw of andersom. Maar het moet niet zo zijn dat de school de dienst uitmaakt. We willen met elkaar een nieuwe gemeenschap vormen.’
Oostendorp voegt toe: ‘Ik vind zelf heel spannend dat er steeds meer bekend wordt over de ontwikkeling van het jonge kind, dus 0 tot 4 jaar. In de kinderopvang begeleiden we het fundament van het leren.’ Schoufour besluit: ‘Daarom is het zo belangrijk dat we alle kinderen vroeg binnen krijgen, zodat ze zoveel mogelijk ervaringen en taal meekrijgen. Dát is kansengelijkheid.’
In het lopende schooljaar, 2021-2022, adviseer ik AKROS en AWBR bij het verder brengen van deze samenwerking.
CAO Akkoord
Meer loon voor álle medewerkers primair onderwijs: 2,25 procent
Alle medewerkers in het primair onderwijs kunnen een loonstijging van 2,25 procent tegemoet zien. Dat staat in een onderhandelaarsakkoord dat de sociale partners hebben gesloten.
Bron: Parool - Edwin van der Aa
De loonsverhoging gaat in vanaf 1 januari 2021 en wordt met terugwerkende kracht uitbetaald. De nieuwe cao loopt tot en met eind dit jaar. In december 2021 stijgt de eindejaarsuitkering eenmalig van 6,3 procent naar 6,5 procent, laten de onderhandelaars verder weten. De deal is gesloten door CNV Onderwijs, AOb, FNV Onderwijs en Onderzoek, AVS, FvOv en de PO-Raad. De sociale partners gaan het onderhandelaarsakkoord voorleggen aan hun leden.
Cao 2022
De vakbonden en de PO-Raad gaan ook meteen aan de slag met de onderhandelingen voor de cao voor 2022, waarin zij samen afspraken maken over de verdeling van de 500 miljoen euro die het demissionaire kabinet beschikbaar stelt voor de verhoging van salarissen van alle medewerkers op basisscholen.
CNV Onderwijs-voorzitter Daniëlle Woestenberg: “Een eerlijke verdeling van het half miljard moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd. Daar kan het personeel niet op wachten. De salarissen zijn dit jaar nog niet gestegen, maar de kosten van levensonderhoud wel. Dit akkoord ziet iedereen nog dit jaar op de salarisstrook terug.”
Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad: “Uiteraard zijn we als sector blij met de 500 miljoen die hiervoor beschikbaar is gesteld door het demissionaire kabinet. Met dit bedrag kunnen we de salarissen van leraren, schoolleiders en ondersteuners verbeteren. Daarmee maken we werken in het primair onderwijs aantrekkelijker en dat is cruciaal voor het bestrijden van het oplopende tekort aan leraren en schoolleiders.’’
Ik ondersteun de cao Tafel PO als onafhankelijk voorzitter.
Proef opvang
De Sociaal-Economische Raad adviseert positief en de landelijke politiek denkt er nog over na. In de tussentijd gaan ze het in Zeeuws-Vlaanderen gewoon doen: gratis kinderopvang.
Bron: EenVandaag - Caroline van den Heuvel
Dat betekent dat vanaf 1 januari 2022 de kinderopvang in de meest zuidelijke streek van Zeeland voor alle kinderen tussen 0 en 4 jaar 2 dagen per week gratis is. En kinderen tot 12 jaar kunnen gratis naar de buitenschoolse opvang (bso).
Hersentumor
Voor mensen als Isabel en Lars is de gratis kinderopvang een uitkomst. Niet lang nadat zij een relatie kregen werd Lars ziek, een hersentumor. Na een zwaar traject werd hij schoon verklaard en raakte Isabel zwanger. Helaas kwam de tumor terug en volgden bestraling, een operatie en tijdelijke gedeeltelijke verlamming. Op hetzelfde moment beviel Isabel van dochter Kate. En toen het enigszins kon, ging ze weer fulltime aan het werk. Lars bleef thuis, hij sliep door zijn ziekte meer dan zijn piepjonge dochter.
Geen recht op toeslag
Inmiddels is Kate oud genoeg om naar de kinderopvang te kunnen, maar recht op kinderopvangtoeslag hebben Isabel en Lars niet, omdat beide ouders daarvoor moeten werken. Lars: "'Vraag maar hulp aan de buren of je ouders', zei de gemeenteambtenaar. Maar ja, die werken ook allemaal." Het stel is lang niet de enige in zo'n situatie.
Lange wachtlijsten
"Kinderen met toegang tot kwalitatief goede voorschoolse opvang hebben een betere start in het leven. Dat verdienen ze later vele malen terug", zegt voorzitter Gjalt Jellesma van BOinK, de landelijke belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. Hij juicht het initiatief in Zeeuws-Vlaanderen toe. Maar hij plaatst wel kanttekeningen, zoals de wachttijden en het personeelstekort. "Als we dit doorvoeren in heel Nederland hebben we een probleem. Nu zijn er al enorme wachtlijsten, die zouden dan wel eens kunnen oplopen tot 5 jaar."
Instroom stabieler
Maar dat ligt genuanceerder, volgens de Sociaal-Economische Raad (SER), die de regering en het kabinet adviseert. "De kwaliteit van opvang zal omhoog gaan als het gratis wordt", zegt SER-econoom Bas ter Weel. "De instroom van kinderen wordt stabieler. Kinderopvangorganisaties weten beter waar ze aan toe zijn en zullen eerder investeren in de opleiding van medewerkers."
Mensen met een flexibel contract of onzeker werk brengen niet altijd hun kind naar de opvang, vervolgt Ter Weel. "Het creëert rust als je weet dat je kind 2 dagen per week naar de opvang kan. Daarom vindt de SER dat iedereen zijn kind daar moet kunnen brengen, ook ouders die even geen werk hebben."
Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.
EenVandaag - Proef gratis opvang Zeeuws Vlaanderen
Buitengesloten
Ouders Isabel en Lars zijn het hartgrondig met de SER eens. "Toen Kate 4 jaar werd, ging ze voor het eerst naar school. Ze bleek een taalachterstand te hebben omdat ze niet helemaal goed hoort." Isabel weet zeker dat dit eerder was achterhaald als ze vaker in een omgeving was verbleven met meer kinderen. Kate voelde zich soms buitengesloten. "Haar vriendinnetjes gingen naar de bso en zij moest naar huis, omdat we het niet kunnen betalen."
Toch naar de bso
Met de gezondheid van Lars gaat het inmiddels beter, maar de tumor is niet helemaal uit zijn hoofd verdwenen. Hij is tegenwoordig actief in de ouderraad op school, waar hij het voor elkaar kreeg dat Kate toch naar de bso mocht. "Ik ben er verontwaardigd over dat dit zo lang van mijn kind is ontnomen, omdat ik door mijn ziekte niet kan werken."
Driehonderd kinderen
De proef duurt 2 jaar zal voor driehonderd kinderen gelden. De kosten komen neer op zo'n 650.000 euro en worden betaald door kinderopvangorganisaties, het lokale basis- en voortgezet onderwijs en de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten. Ook wordt er gebruik gemaakt van subsidiegeld voor 'regionale stimulering in plattelandsregio's' van de rijksoverheid, een zogenoemde Regio Deal.
De proef is een initiatief van de samenwerkende organisaties in de regio: gemeenten; kinderopvang-koepels; onderwijsbesturen PO, VO en MBO. Ik ondersteun deze partijen als procesbegeleider.
500 Miljoen
Onderwijs-actievoerders: ‘Het is nog niet genoeg, maar laten we wel wezen: dit is een enorme berg geld’
Bron: NRC - Patricia Veldhuis
In het basisonderwijs gaan de lonen omhoog. Thijs Roovers en Jan van de Ven leidden de stakingen die hieraan vooraf gingen. Op 5 oktober 2017 leggen tienduizenden leraren hun werk neer om onder aanvoering van Thijs Roovers en Jan van de Ven, van het destijds vers opgerichte platform PO in Actie, in Den Haag te demonstreren voor meer loon. Er volgden meer stakingen, meer acties en een lange lobby achter de schermen.
Nu, bijna vier jaar later, is de Tweede Kamer om: er komt jaarlijks 500 miljoen euro extra om de salarissen van leraren in het basisonderwijs te verhogen. Waarmee de loonkloof, het verschil tussen leraren aan basisscholen en hun collega’s aan middelbare scholen, fors kleiner wordt – en daar was het Roovers en Van de Ven al die tijd om te doen. „Dit mogen we wel even vieren”, zegt Roovers, tot voor kort leraar op een basisschool in Amsterdam en nu bestuurder bij onderwijsbond AOb. „Ik ben echt blij.”
Van de Ven, invalleerkracht en programmamanager bij researchED: „Onze inzet was: trek die lonen gelijk. Daar hebben we met veel mensen keihard voor gewerkt. Het dominosteentje dat wij in 2017 omduwden heeft zijn doel bijna bereikt.”
Is het genoeg? Om de loonkloof helemaal te dichten zou ongeveer 900 miljoen nodig zijn.
Roovers: „Als je te lang wacht met het huis repareren, worden de kosten hoger. Dus nee, het is nog niet genoeg, we gaan door met onze lobby. Maar laten we wel wezen: dit is een enorme berg geld.”
Van de Ven: „We hebben er in 2018 ook al 270 miljoen bij gekregen. En ik verwacht eerlijk gezegd dat de laatste stap in de formatie wordt gezet.”
Helpt het tegen het lerarentekort?
Van de Ven: „Zeker. Geld is nooit een reden om het onderwijs in te gaan, maar het mag ook geen reden zijn om er niet voor te kiezen. We weten uit onderzoek dat het salaris in de top drie staat van redenen om níet voor het basisonderwijs te kiezen. Het is geen toeval dat het lerarentekort in het basisonderwijs groter is dan in het voortgezet onderwijs.”
Roovers: „Geld is altijd een factor, hoe aantrekkelijk een beroep ook is. Het weerhoudt mensen ervan om leraar te worden en het leidt ertoe dat sommige leraren overstappen naar ander werk. Neem het ze maar eens kwalijk: zij zien dat andere mensen op hetzelfde niveau wél een huis kunnen kopen in de Randstad.”
Hoeveel scheelt het in salaris van een basisschoolleraar als de loonkloof is gedicht?
Van de Ven: „Als je alleen naar het startsalaris kijkt is het verschil niet zo groot. Maar vergelijk je de salarissen van leraren met twaalf jaar ervaring, dan gaat het om acht- tot vijftienduizend euro bruto per jaar, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Dat scheelt dus aanzienlijk als je bijvoorbeeld een hypotheek wilt.”
Roovers: „Los daarvan is het extra geld ook een blijk van erkenning van ons vak. Leraren zijn het waard en kinderen al helemaal. Zij zijn echt de dupe van het tekort aan leraren. Hun resultaten kelderen omlaag als er geen bevoegde leraren voor de klas staan, zoals nu op veel scholen gebeurt. Je hebt het potverdorie over een hele generatie die geen tweede kans krijgt. Dat merk je niet direct, maar op de langere termijn wel, omdat zij minder goed terechtkomen.”
Wat gaan jullie nu doen?
Roovers: „Er ligt nu geld, maar we moeten als beroepsgroep aan de slag om ervoor te zorgen dat leerlingen in het voortgezet onderwijs weer voor de pabo gaan kiezen.”
Van de Ven: „Het moet weer een aantrekkelijk vak worden, een beroep waar je bij wilt horen. Dat heeft ook met kwaliteit te maken, zowel van het onderwijs als van de lerarenopleidingen. Die moet omhoog.”
Roovers: „Dit is wat ons betreft een eerste stap naar een deltaplan voor het onderwijs. Schouders eronder: er is nog veel te doen.”
Het is nu aan de cao partijen om afspraken te maken over de inzet van dit extra geld. Ik ondersteun de cao Tafel Primair Onderwijs als onafhankelijk voorzitter.
UGO en UDO
Dit zijn de opvallende namen van de twee nieuwe vmbo-scholen in Apeldoorn
Bron: Armon Veeneman De Stentor/ Algemeen Dagblad
Hij lag de afgelopen nacht wel even wakker. Was gespannen hoe medewerkers van scholengemeenschap Veluwse Onderwijsgroep zouden reageren. Want de twee nieuwe vmbo-scholen in Apeldoorn hebben een naam. En die zijn niet alledaags, beseft locatiedirecteur Jan Podt: UGO (‘You Go’) en UDO (‘You Do’). „We willen het anders doen. Dat zijn deze namen ook.”
Een krimp van het leerlingenaantal, een negatief imago en een lerarentekort: het vmbo kampt volgens de Veluwse Onderwijsgroep met genoeg problemen. En dus moet het anders, vinden Jan Podt en bestuursvoorzitter Wim Hoetmer. Niet langer traditioneel van les naar les, maar gericht op de individuele ontwikkeling van de leerling met beroepsgerichte vakken. Focus op de praktijk, dus.
Zo gaan het Edison College, Cortenbosch en Sprengeloo vanaf schooljaar 2022-2023 op in twee nieuwe scholen. Op de locaties van die laatste twee komen UGO en UDO. De huidige gebouwen van Cortenbosch en Sprengeloo worden onderworpen aan een grondige verbouwing. „Omdat het onderwijs beroepsgericht wordt. Daar zijn andere lokalen voor nodig”, zegt Hoetmer. Podt: „Denk aan werkplaatsen en praktijkruimtes.” Tijdens de verbouwing vindt het onderwijs plaats op de huidige locatie van Edison. De werkzaamheden kosten zo’n 9 miljoen euro, beschikbaar gesteld door de gemeente.
Verkenning
„Er is positief gereageerd op de bekendmaking van de namen”, lacht Podt. „Dat zit in de herkenbaarheid. De namen vertellen waar het onderwijs op die school voor staat.” De UGO-school focust zich met verschillende vakken op verkenning van zoveel mogelijk beroepen. Zo moet een leerling erachter komen wat bij hem of haar past. De UDO-school is vakgericht: na de verkenning van het werkveld kiest de leerling voor de richting Techniek of Zorg en Welzijn. Simpeler gezegd: weet iemand nog niet zo goed wat hij of zij wil, dan kiest diegene voor de UGO-richting. Is iemand er al grotendeels over uit, dan ligt de de UDO-kant voor de hand. Podt: „Het is ook mogelijk om tussentijds te switchen. Het is een ontdekkingstocht voor de leerling. Erachter komen waar je goed in bent en wat je leuk vindt.” Verschillende vakken kunnen daarbij op verschillende niveaus gevolgd worden.
Volgens Hoetmer en Podt moet herkenbaarheid ontstaan in de twee namen van de scholen. „Dat als je erover praat, iemand direct weet waar je het over hebt. We willen het anders doen. Dat zijn deze namen ook.”
Verandering
Voor Podt en Hoetmer was het duidelijk dat het onderwijs op hun vmbo-scholen anders moest. Podt: „De vervolgopleidingen en het beroepsveld veranderen. Dan moeten wij mee. Er wordt meer gevraagd dan twintig jaar geleden. De praktijk is belangrijker geworden.” De aanpassingen in het onderwijs vergen ook een omslag voor de docenten. Het lerarentekort speelde volgens Podt echter geen rol om de veranderingen door te voeren. „Leraren doen het al hier en daar. We bieden scholing aan, zodat zij zich doorontwikkelen. Het is ieder jaar een gevecht om het lerarenaantal op peil te houden. We denken dat deze aanpassingen in het onderwijs geen problemen opleveren. Onlangs kregen we nog twee sollicitanten die op de hoogte waren van onze plannen en daar enthousiast van werden. Dat overtuigt ons alleen maar meer dat we de juiste keuze maken.” Hoetmer: „We zouden het niet redden als we op deze manier door zouden gaan. Het kon niet langer zo, maar nu kunnen we wel ons onderwijsideaal neerzetten. Elk nadeel heb z‘n voordeel hè?”
Onder de werktitel 'Vmbo Next' adviseer ik bij het herontwerp en de overgang van de huidige drie naar de nieuwe twee Vmbo-scholen.
Proef
'Twee dagen per week gratis opvang voor álle kinderen en laat de proef in Zeeuws-Vlaanderen draaien'
Bron: Omroep Zeeland
Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen pleit voor twee dagen per week gratis opvang voor álle kinderen tot en met 12 jaar. Of ouders nu werken of niet. Volgens de organisatie is gratis opvang goed voor de ontwikkeling van kinderen uit alle lagen van de bevolking. De regio biedt zich in Den Haag aan als proefgebied voor het hele land. De Zeeuws-Vlaamse organisatie gaat daarmee verder dan een recent belangrijk advies van de Sociaal Economische Raad (SER). De SER adviseert het nieuwe kabinet om een financieel toegankelijk aanbod van twee dagen kinderopvang per week voor alle jonge kinderen te regelen.
'Die moeten we niet meer willen'
Maar volgens Rianne Vons, directeur van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, kan het nog beter: "Iedereen heeft wel gemerkt hoe ingewikkeld het huidige kinderopvangsysteem is. Zie alleen al de kinderopvangtoeslagaffaire. Dat moeten we niet meer willen. Het liefst zie ik de opvang van kinderen tot twaalf jaar twee dagen per week gratis. En als dat écht niet kan, dan een veel eenvoudiger systeem."
Interview Rianne Vons & Gerard Langeraert
Ook de twee andere kinderopvangorganisaties in Zeeland, Kibeo op de Bevelanden en Schouwen-Duiveland en KOW op Walcheren pleiten voor een ander systeem. Toegankelijker voor alle ouders en kinderen.
Opvang als basisvoorziening
"Kibeo ziet toekomst in een nieuw stelsel, waarbij ouders de kosten voor de kinderopvang niet meer hoeven voor te schieten. Kinderopvangtoeslag aanvragen via het ingewikkelde en foutgevoelige systeem is daarmee verleden tijd. Kinderopvang wordt zo, net als het onderwijs, een basisvoorziening. Mogelijk betalen ouders alleen nog een inkomensafhankelijke bijdrage", aldus een schriftelijke verklaring van Kibeo. Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen ziet een verband tussen gratis kinderopvang en de kansen van kinderen in het basisonderwijs. De eerste stappen zijn al gezet. Zo is in de regio en in het bijzonder in de grensstreek het peuteronderwijs bijvoorbeeld al (voor een deel) gratis. De peuterklassen, hier startgroepen genoemd, zitten bewust vaak ook al in hetzelfde gebouw als de school. Zodat de overgang van peuterklas naar groep 1 niet zo groot is. Dit allemaal om de concurrentie met Vlaanderen aan te gaan. Daar kunnen kinderen vanaf 2,5 jaar gratis naar school.
Samenwerking werpt vruchten af
Die hechte samenwerking tussen opvang en school werpt in de Zeeuws-Vlaamse regio zijn vruchten af, zeggen betrokkenen. Bijvoorbeeld voor jonge kinderen die met een taalachterstand kampen, zegt Gerard Langeraert namens het onderwijs in de regio: "De basis die de opvang in de eerste vier jaar legt, is zo belangrijk. Als het kind in groep een al met een achterstand begint, dan krijg je dat eigenlijk niet meer ingehaald." Zowel Langeraert als Vons benadrukken dat de opvang in Zeeuws-Vlaanderen geen school is. Maar dat het gaat om de ontwikkeling van het kind. Ze nodigen het nieuwe kabinet uit eens langs te komen.
Opvang van de toekomst
Langeraert: "We hebben hier al veel stappen richting een nieuwe vorm van opvang gezet. Het zou mooi zijn als we de kans krijgen hier een proefproject te mogen draaien. Als een soort opvang van en voor de toekomst. Het liefst met twee dagen gratis opvang voor kinderen tot twaalf jaar. Of de ouders nu werken of niet."
Ik doe de procesbegeleiding van de samenwerking tussen de organisaties in het Zeeuws Vlaamse onderwijs (PO, S(B)O, VO, MBO), de kinderopvang en de drie gemeenten Hulst, Terneuzen en Sluis.
OZEO
Fusie tussen De Korre en Respont brengt 17 scholen samen
Het Zeeuws specialistisch onderwijs voor kinderen en jongeren met specifieke onderwijs- of ondersteuningsvragen op het gebied van leren en gedrag krijgt met de fusie van de stichtingen De Korre en Respont een belangrijke impuls. De bestuurlijke fusie zorgt voor één organisatie voor specialistisch onderwijs in Zeeland. De nieuwe organisatie is nóg beter in staat om passende arrangementen te bieden aan leerlingen van 4 tot 18 jaar.
De fusie vloeit voort uit de koers en de visie die zowel De Korre als Respont beschreven in hun strategische meerjarenplannen. “De samenwerking is niet alleen voor ons als bestuurders een logische stap, ook leerkrachten en directeuren beseffen direct de meerwaarde”, zegt Theo Hut, voorzitter college van bestuur. “Tussen de scholen werd al veel samengewerkt. Nu we echt samen zijn kunnen we onze leerlingen op eenvoudigere wijze bredere mogelijkheden bieden.”
Bestuurder Frank van Esch vult aan: ‘We werken in de samenwerkingsverbanden passend onderwijs al nauw samen om het specialistisch onderwijs zo goed mogelijk vorm en inhoud te geven door een dekkend onderwijsaanbod aan te bieden. Als één organisatie kunnen we nog beter inspelen op en voldoen aan de uiteenlopende onderwijsvragen vanuit de samenwerkingsverbanden. Dat komt ten goede aan de 2000 leerlingen, aan hun ouders/verzorgers, aan de ruim 700 medewerkers in onze organisaties en aan het Zeeuwse onderwijs en de regio”.
Ozeo heeft 17 scholen: 4 scholen voor speciaal basisonderwijs, 3 praktijkscholen en 10 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs verdeeld over de regio’s: Walcheren, Zeeuws-Vlaanderen en de Bevelanden/Tholen. Het nieuwe bestuurskantoor van Ozeo is gevestigd in Middelburg.
Ik ondersteunde het fusietraject, in de periode voorjaar '20 - zomer '21, in de rol van procesbegeleider.
Taai tekort
Grote Steden: sluiting scholen door lerarentekort dreigt
Bron: NOS.nl - 28 juni 2021
In de grote steden dreigen op korte termijn basisscholen te moeten sluiten vanwege het lerarentekort, zo stellen wethouders in het AD. Volgens de onderwijswethouders van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam profiteren vooral randgemeenten van de miljardensteun van het kabinet.
"Ik heb deze week al verschillende besturen gesproken die zeggen dat ze na de zomervakantie bepaalde scholen niet open kunnen doen", zegt wethouder Moorman van Amsterdam tegen de krant. Haar ambtgenoot in Den Haag spreekt van een "stille ramp" die zich voltrekt.
'Probleem groeit door miljardensteun'
De drie wethouders stellen dat het lerarentekort op basisscholen in hun stad alleen maar groeit door de miljardensteun, die juist bedoeld is om de corona-achterstanden in het onderwijs weg te werken. Het kabinet heeft daar in februari 8,5 miljard euro voor uitgetrokken.
In dit plan ontbreekt volgens de wethouders een structurele aanpak voor het lerarentekort. Volgens Moorman "kapen randgemeenten leerkrachten weg" met behulp van de extra miljarden. Ook zou het vanwege de noodsteun moeilijker zijn om scholen te bewegen tot een fusie.
Kritiek in de Kamer
In de Tweede Kamer was er recent eveneens kritiek op de uitwerking van het steunpakket voor het onderwijs. Een aantal partijen vindt dat er structureel meer geld nodig is. Ook is een deel van de Kamer er niet van overtuigd dat de miljarden de grote problemen in het onderwijs snel kunnen oplossen.
Onlangs stuurde het kabinet een Kamerbrief over de lerarentekorten in grote steden. Daaruit blijkt dat Amsterdam (12,5 procent), Rotterdam (12,7 procent), Den Haag (14,9 procent) en Almere (14,6 procent) de kroon spannen.
Ik ondersteun scholenkoepel AWBR in A'dam Oud West als waarnemend bestuurder. Stad-breed, in samenwerking met de andere besturen, zetten we in op maatregelen: o.a. meer volumes in de opleidingen, salaristoeslagen, intensivering van de werving. Dat helpt maar de structureler aanpak waarvoor de wethouders hier pleiten, in combinatie met investeren in randvoorwaarden (o.a. woningen en een attractiever loopbaan-pad in de sector), zijn hard nodig!
Vindplaats
Bouw uniek inclusief kindcentrum Amsterdam van start
De bouw van kindcentrum de Vindplaats aan de Jan den Haenstraat in Amsterdam West is begonnen. Op 22 april 2021 zijn de handtekeningen zijn gezet onder de aannemingsovereenkomst. In augustus 2022 gaan de deuren van het unieke kindcentrum open voor ouders, medewerkers en kinderen van 0 tot 13 jaar oud. De vernieuwbouw geeft schoolbestuur AWBR en AKROS Kinderopvang de kans om samen onderwijs en opvang onder één dak aan te bieden en op die manier een kansrijke omgeving voor alle kinderen uit de buurt te creëren.
Leren door ervaring
De Vindplaats krijgt een belangrijke positie in de buurt. Nieuwbouw betekent een opwaardering van de omgeving. Omwonenden en ouders die het nieuwe gebouw willen gebruiken om elkaar te ontmoeten, zijn van harte welkom. De Vindplaats wil een afspiegeling zijn van de buurt en daarom zijn álle kinderen welkom. Kinderen die extra uitdaging of ondersteuning nodig hebben, kunnen op de Vindplaats rekenen.
De nieuwbouw aan de Jan den Haenstraat in Amsterdam West past naadloos bij het concept van kindcentrum de Vindplaats. Het gebouw krijgt een kinderkeuken, dansstudio, theater en moestuinen en verder komen er veel open ruimtes. Het plein wordt samen met de buurt groen ingericht met veel uitdagende speelmogelijkheden. Het gebouw wordt duurzaam met groene daken en de mogelijkheid om hemelwater op te vangen. Op het dak komen moestuinen en een kas.
Het kindcentrum wil dat kinderen leren door te ervaren en te doen. Kinderen worden eigenaar van hun eigen ontwikkeling en een gedreven team van leerkrachten, pedagogisch medewerkers en ondersteuners begeleidt ze hierbij zodat zij zich optimaal kunnen ontplooien en zo de beste kansen krijgen.
Stel je eens voor…
In de Video De Vindplaats delen medewerkers, ouders en kinderen hun enthousiasme voor het nieuwe kindcentrum.
AWBR is één van de initiatiefnemers van De Vindplaats. De scholenkoepel vormt het bestuur van 18 scholen voor primair onderwijs in het gebied Amsterdam West 'binnen de ring'. Op dit moment ondersteun ik AWBR in de rol van waarnemend bestuurder.
Start pilot
Ontschotting en vereenvoudiging onderwijs-zorg in speciaal onderwijs Noord-Veluwe
Op scholen voor speciaal onderwijs zijn vaak vele zorgaanbieders aanwezig. Zoveel, dat het samenwerking tussen onderwijs en zorg moeilijk en soms zelfs onmogelijk maakt. In de regio Noord-Veluwe maken gemeenten, CJG’s en de Verschoorschool dit eenvoudiger door ondersteuning te regelen met zo min mogelijk mensen en organisaties. Zodat er voortaan alleen vertrouwde gezichten binnen de school zijn. Daar hebben kinderen en ouders baat bij.
Vaste gezichten: beperkt aantal zorgaanbieders
De Verschoorschool verzorgt (voortgezet) speciaal onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Sinds 1 maart is de samenwerking beperkt tot zes zorgaanbieders. Dit zijn: Karakter, Profila zorg, Loofles, Pactum, GGZ Centraal Fornhese en ’s Heerenloo. Gezamenlijk begeleiden of ondersteunen deze het merendeel van de leerlingen (vaak circa 50-75%),die gebruik maken van jeugd- of opvoedhulp. Dit gebeurt onder de noemer Onderwijs Jeugd Arrangement (OJA).
De kinderen op deze school zijn afkomstig uit gemiddeld 16 gemeenten in de regio Noord Veluwe-Oostelijke Flevopolder. Het OJA gaat van start met een pilot van een jaar, ondersteund door deze gemeenten en het SWV Zeeluwe.
Ondersteuning kinderen, leerkrachten en ouders
Het OJA-team, een samenstelling van verschillende professionals van de zes zorgaanbieders, is preventief op school aanwezig. Zij ondersteunen alle kinderen die dit nodig hebben, evenals leerkrachten. Daarnaast kan het team individuele ondersteuning en begeleiding (ook van ouders) bieden, binnen of zo dicht mogelijk bij de school. Zodat het met alle kinderen zo goed mogelijk gaat.
In de rol van procesbegeleider heb ik - samen met een ontwikkelgroep van gemeenten, onderwijs en zorg - ondersteuning verleend in het ontwikkeltraject tot aan de start van dit OJA-traject.
Brede steun
Stichtingen Respont en De Korre verwerven intern en regionaal draagvlak voor de fusie
Beide organisaties verzorgen in de provincie Zeeland specialistisch onderwijs aan leerlingen met extra onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Deze leerlingen komen uit alle dertien Zeeuwse gemeenten. De 17 scholen voor SBO, (voortgezet) speciaal- en praktijkonderwijs zijn in vijf daarvan gevestigd. Beide stichtingen werken momenteel al samen en hebben de wens uitgesproken deze samenwerking te intensiveren door middel van een fusie per 1 augustus 2021.
Respont en De Korre verwachten samen beter in staat te zijn:
- Het specialistisch onderwijs in stand te houden, te versterken, te optimaliseren en om hun expertise te ontwikkelen en te delen.
- De belangen van het onderwijs voor kinderen/jongeren met specifieke onderwijsvraag en in kwetsbare posities en hun ouders/verzorgers te behartigen.
- De zogenaamde “blinde vlekken” in het onderwijsaanbod in te vullen: een nóg beter aanbod voor leerlingen door de expertises van beide organisaties te bundelen.
- De samenwerking en de verbinding met het po, vo en mbo aan te gaan kan leiden tot afname van het aantal leerlingen en werkgelegenheid: als één grotere, sterkere, organisatie kunnen deze effecten beter worden opvangen ten behoeve van de medewerkers.
- Hun rol binnen de samenwerkingsverbanden te vervullen. Respont en De Korre dragen nu apart van elkaar bij aan de realisatie van doelen van de samenwerkingsverbanden. Knelpunten in het aanbod liggen veelal op de grenzen tussen regulier en tussen de verschillende vormen van specialistisch onderwijs. Als één organisatie wordt verwacht beter te kunnen inspelen op de behoeften op dit continuüm van onderwijsvragen.
- Een optimale structuur te bieden voor hun scholen die samenwerken.
- Een goede verbinding tussen hun onderwijs en (jeugd) zorg te maken.
In de eerste maanden van 2021 hebben de bestuurders hun voorgenomen besluit tot fusie voorgelegd aan alle interne geledingen en externe partners. De reacties zijn inmiddels binnen. Het resultaat is unanieme en brede interne én externe steun voor de fusie. In formele zin gaat dat om de volgende geledingen:
- De instemming van de drie GMR-en.
- De goedkeuring van de beide raden van toezicht.
- Positieve adviezen van de colleges van B&W van alle dertien Zeeuwse gemeenten: niet alleen van de vijf vestigingsgemeenten maar ook die van de (overige) gemeenten van herkomst van de leerlingen.
Ook alle schooldirecteuren en de medewerkers van de beide bestuurskantoren hebben positieve adviezen gegeven. Bovendien kan daaraan de brede support worden toegevoegd van de ouders, medewerkers en de vijf Zeeuwse samenwerkingsverbanden. Daarvoor zijn met deze geledingen bijeenkomsten, consultaties en enquêtes georganiseerd. De resultaten daarvan laten zien dat al deze partijen de meerwaarde zien voor de organisaties, de mensen en de leerlingen.
De volgende stap is de fusietoets: de indiening van de fusie-effectrapportage voor de formele goedkeuring door de Minister van OCW.
Ik ondersteun het fusietraject in de rol van procesbegeleider, samen met juridisch adviseur Bart Wever en communicatieadviseur Lieneke de Wolf.
Openingszetten
Vakorganisaties en PO raad wisselen inzet voor nieuwe cao
De onderhandelingen voor een nieuwe cao voor het primair onderwijs zijn begonnen met het uitwisselen en toelichten van de inzetbrieven.
Na het aflopen van de huidige cao per 31 december 2020, kwamen de delegaties van de werkgevers en van de werknemers op donderdag 18 februari bij elkaar voor nieuwe onderhandelingen. De partijen hebben op deze dag hun inzetten uitgewisseld en toegelicht.
De komende tijd gaan de inhoudelijke gesprekken verder. Ik ondersteun het traject als onafhankelijk voorzitter.
Petitie
Verzoek en aanbod vanuit Zeeuws Vlaanderen aan de 2e Kamer: in reactie op voorstellen publieke bekostiging Kinderopvang
Onderstaande petitie is op 20 januari verzonden naar de Tweede Kamer:
"Geachte leden van de Tweede Kamer,
Vanmorgen op het journaal vernamen wij het bericht dat in de Tweede Kamer het verzoek wordt neergelegd om de Kinderopvang onder de publieke bekostiging te laten vallen. Een voorstel dat vanuit de samenwerkende partners “Zeeuws-Vlaanderen de beste plek om op te groeien” van harte wordt ondersteund.
De gemeenten, kinderopvangorganisaties en onderwijs hebben in de regio Zeeuws-Vlaanderen al jaren geleden de krachten gebundeld om een antwoord te vinden op het ongelijke speelveld van bekostiging Kinderopvang aan beide zijden van de landsgrens. Voor onze regio is het voor de leefbaarheid en de economische ontwikkeling een noodzaak dat op korte termijn naar twee zaken wordt gestreefd:
- Een andere bekostiging van Kinderopvang
- Het krijgen van regelruimte tussen onderwijs en opvang.
We hebben vaker bij SZW en OCW aandacht gevraagd voor de positie van onze krimpregio en de weglek van onze leerlingen. Juist door de huidige wijze van bekostiging verdwijnen nu dagelijks een groot aantal kinderen naar de Kinderopvang in Vlaanderen. Veelal keren ze niet terug op hun 4e jaar voor het volgen van Primair onderwijs. Ook voortgezet onderwijs heeft hierdoor een lager aanbod van leerlingen.
Het verzoek voor andere bekostiging zou een enorme stimulans kunnen zijn voor de leefbaarheid van onze regio. Wij hopen dat alle kamerleden dit voorstel zullen omarmen.
Mocht het nodig zijn dat er een pilot moet worden uitgevoerd, dan is de werkgroep
‘Zeeuws -Vlaanderen de beste plek om op te groeien’ zeker bereid daarover in gesprek te gaan.
Met vriendelijke groet,
namens Zeeuws Vlaanderen De Beste Plek om op te groeien,
Hans van Gansewinkel – procesbegeleider
Deelnemers ‘Zeeuws-Vlaanderen de beste plek om op te groeien’:
Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen
Prokino kinderopvang
St. Eigenwijs kinderopvang
Escaldascholen
Scholengroep Perspecto
Scholengroep Probaz
SCOBA (Stichting Confessioneel Basisonderwijs)
SKOH (Stichting Katholiek Onderwijs Hulst)
De Sterrenpracht (onderdeel van LEV West Nederland)
Speciaal Onderwijs (Respont, De Korre)
VO Zeeuws-Vlaanderen (Zwin College, Lodewijk College, Reynaertcollege en Praktijkschool Hulst)
Gemeente Hulst
Gemeente Sluis
Gemeente Terneuzen"
Pak de RUIMTE !
Vmbo Next
Nieuwe vmbo-scholen in Apeldoorn openen na zomervakantie 2022 de deuren
Uit: AD-De Stentor - Jeroen Pol 13-11-20
De twee nieuwe vmbo-scholen in Apeldoorn openen in het schooljaar 2022-2023 de deuren. Leerlingen die nu voor de schoolkeuze staan maken hun schoolloopbaan gewoon op het bestaande Edison College, Sprengeloo of Veluws College Cortenbosch af. Wel bestaat de kans dat zij één van de vier schooljaren vanuit een andere locatie les krijgen.
De drie bestaande vmbo-scholen in Apeldoorn, deel uitmakend van de Veluwse Onderwijsgroep, ontwikkelen samen twee nieuwe vmbo-scholen. Deze scholen komen op de plek waar nu Sprengeloo en Cortenbosch staan. ,,De buitenmuren van de huidige gebouwen blijven staan, maar daar binnen wordt er flink verbouwd’’, zegt Wim Hoetmer, voorzitter college van bestuur, namens de Veluwse Onderwijsgroep. De scholen krijgen ook nieuwe namen.
Onder druk van dalende leerlingenaantallen zochten de drie scholen binnen het vmbo-onderwijs in Apeldoorn vijf jaar geleden uitdrukkelijk de samenwerking. Ze zetten in op eigen profielen, zodat onderlinge concurrentie tot het verleden behoorde. Die eerste stappen leiden uiteindelijk tot een fusie, die deze week door de gemeenteraad werd goedgekeurd. ,,Wanneer we naar de toekomst kijken dan is er ruimte voor twee heel mooie scholen’’, aldus Hoetmer.
Momenteel tellen de drie scholen samen rond de 2.100 leerlingen. Een van de twee nieuwe scholen krijgt een openbaar karakter. De andere school krijgt bijzonder onderwijs.
Toekomstgericht
De noodzaak tot verbouwen is tweeledig. Enerzijds zijn de gebouwen fysiek aan een flinke opknapbeurt toe, om ze duurzamer te maken. Anderzijds voldoet de inrichting met veel klaslokalen die dezelfde afmetingen hebben niet aan de voorwaarden waarbinnen toekomstgericht onderwijs gegeven wordt. ,,Vanuit het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt is er een grote vraag naar goed opgeleide doeners en die vraag zal in de toekomst alleen maar groeien’’, aldus Hoetmer. ,,Praktijkgerichte opleidingen, zoals het vmbo, zijn daarom van groot belang. Deze leerlingen hebben recht op onderwijs dat aansluit bij dat wat van praktijkgerichte vakmensen in de toekomst wordt gevraagd. Daar moeten wij ons op aanpassen.’’
Hoewel de twee nieuwe scholen in augustus 2022 hun deuren openen, betekent dat niet dat het Edison College, Sprengeloo en Veluws College Cortenbosch dan ophouden te bestaan. Alle leerlingen die nu op een van deze drie scholen zitten, maken hun opleiding daar af. Datzelfde geldt voor alle leerlingen die zich voor het komende schooljaar op een van deze drie scholen aanmelden.
Goede harmonie
Achter de schermen wordt al langer gewerkt aan de uitwerking van dit plan, zeggen de directeuren van de huidige drie scholen. ,,We hebben sinds vorig jaar elf verschillende werkgroepen waarin iedere school met drie docenten is vertegenwoordigd’’, zegt Jan Podt (Cortenbosch). ,,Het samengaan verloopt in goede harmonie. Er is een gemeenschappelijk doel. Iedereen wil het beste voor de leerling.’’
,,Een van de uitgangspunten’', zegt Gerjan van Dijken (Sprengeloo), ,,is dat de leerlingen zich in het eerste jaar breed kunnen oriënteren. Wanneer ze zich toch niet thuis voelen binnen een profiel dan wordt het ook gemakkelijker om te switchen. De leerlingen kunnen ook op maat vakken op verschillende niveaus volgen.’’
Meer praktijk
,,Heel veel leerlingen weten nog niet goed wat ze willen’’, vult Fred Meijer (Edison College) aan. ,,Uit een onderzoek wat we onder leerlingen en hun ouders hebben gehouden kwam dat ze meer in de praktijk willen leren en dat ze zolang mogelijk hun keuze welke richting ze op gaan willen uitstellen. Daar kunnen we nog beter op in spelen.’’
Ik ondersteun als projectleider de directeuren en het bestuur in het proces van herontwerp en voorbereiding van het nieuwe Apeldoorns vmbo-model.
Impuls A'dam West
Ontwikkelings- en innovatietraject passend onderwijs-jeugdzorg
Binnen Amsterdam West (nieuw West en oud West) volgen ruim 15.000 kinderen primair onderwijs. Dat doen ze in circa 70 basisscholen en een aantal expertisepunten/ scholen met gespecialiseerde kennis en kunde. Vanuit de gemeente Amsterdam zijn al een aantal jaren zogenaamde ouder-kind teams (okt's) aan de scholen verbonden, mede als schakel naar jeugdzorg en ondersteuning van de thuissituatie.
In het nieuwe Ondersteuningsplan SWV PO Amsterdam-Diemen 2020-2024 ligt de opdracht besloten om nóg meer betekenis te geven aan maatwerk op wijkniveau. Die naar Amsterdam West te vertalen stads-brede ambities zijn:
- Er is een dekkend en divers aanbod voor alle leerlingen.
- Wij stimuleren blijvend de kwaliteit van passend onderwijs.
- Er is een optimale aansluiting tussen onderwijs, jeugdhulp en zorg.
- Er zijn soepele doorgaande lijnen (voorschoolse periode – PO/ S(B)O – VO/ VSO)
- Processen zijn ondersteunend en procedures doelmatig.
Binnen Amsterdam West zijn ruim tien schoolbesturen verantwoordelijk voor alle scholen. Zij hebben besloten een gezamenlijk traject te starten. Het idee is een stevige impuls te geven aan de volgende fase van passend onderwijs: de volgende stap naar meer inclusief onderwijs. Dat doen ze door het bereik te vergroten van wat al goed gaat en vernieuwingen op het spoor te komen; beter doen wat (nog) beter kan. De Gemeente Amsterdam en het SWV hebben hun steun toegezegd voor een ontwikkeltraject.
- Oplossingen moeten direct bijdragen tot: meerwaarde voor kinderen en/of hun thuis.
- Onderliggend daaraan moet ook gezocht worden naar voordelen voor medewerkers en organisaties.
De komende maanden worden Ontwikkelings-, Inspiratie- en Maakbijeenkomsten georganiseerd met mensen uit en om de scholen heen (in vormen, die passen bij wat corona ons toestaat). Een mix van interventies wordt ingezet om oplossingen in beeld te brengen op actie, werkpraktijk- én beleidsniveau. Een kleine greep: degelijke dataverzameling en –analyse vooraf - werken in een mix van samenstellingen en vormen, smal en breed - gericht op kleine en grotere initiatieven en aanpakken - zoveel mogelijk grass roots: in dialoog met mensen die het directe werk doen met kinderen: leerkrachten, IB-ers, directeuren, --ogen en specialisten, leden OKT’s en jeugdhulp - met inhoudelijke gasten, waar maar nuttig, en invliegen van good practices- goed voorbereid en georkestreerd vanuit een compacte projectorganisatie (DNA- en ontwikkelgroep).
Ik ben gevraagd het initiatief te ondersteunen in de rol van procesbegeleider in de periode november 2020 - voorjaar 2021.
Fuwa MBO
Start onderzoek Modernisering Functiewaardering MBO
CAO afspraak
De huidige cao mbo 2020-2021 is in het voorjaar van 2020 afgesloten door de AOb, het CNV Onderwijs, de FNV Overheid, de Unie NFTO/FvOv en de MBO-raad. Daarbij is de volgende afspraak gemaakt:
"Om carrièreperspectief goed tot zijn recht te laten komen is een toekomstbestendig functiewaarderingssysteem cruciaal. Het huidige functiewaarderingssysteem, FUWA-MBO, is dusdanig verouderd, dat dit tot toepassingsproblematiek leidt op de scholen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het beschrijven en waarderen van OP- en OBP-functies. Om deze redenen hebben cao-partijen in de cao mbo 2018-2020 afgesproken te onderzoeken of het huidige functiewaarderingssysteem, FUWA-MBO, modernisering behoeft of dat er gekozen moet worden voor een alternatief functiewaarderingssysteem.
Sociale partners hebben besloten FUWA-MBO te moderniseren en voor de sector goed toepasbaar te laten zijn. Cao-partijen gaan dit proces starten door het in kaart (laten) brengen van knelpunten die scholen ervaren bij de toepassing van FUWA-MBO, de behoeften die mbo-scholen hebben ten aanzien van een functiewaarderingssysteem, en mogelijke oplossingen voor huidige knelpunten. Hierbij wordt ook gekeken in hoeverre FUWA-MBO een bijdrage levert of kan leveren aan loopbaanbeleid. Bij dit proces wordt een aantal mbo-scholen betrokken.”
Begeleiding onderzoek
Met de opbrengsten van dit onderzoek gaan cao-partijen aan de slag met als doel om FUWA-MBO zo aan te passen dat dit systeem gebruiksvriendelijk, bruikbaar en toepasbaar in de praktijk wordt. De cao-tafel heeft de coördinatie voor de uitvoering van de procesafspraak bij de Werkgroep FUWA gelegd. Deze werkgroep van sociale partners heeft mij gevraagd haar te ondersteunen in de rol van onafhankelijke extern procesbegeleider. Dat traject start medio oktober en duurt tot en met het voorjaar van 2021.
Meartalich 2.0
Ontwikkeling strategie 2021-2024 Netwerk Meertalig Voortgezet Onderwijs MVO Provincie Friesland
Meertalig voortgezet onderwijs bestaat nu ruim 10 jaar in Friesland. Er is een stevige inhoudelijke ontwikkeling gerealiseerd. Een groep van vijf VO-scholen vormt de kern van het MVO netwerk. Op 2 oktober a.s. begeleid ik de meeting van het Netwerk MVO, gericht op het bepalen van de strategie en daaraan verbonden acties voor de periode 2021-2024.
Verworvenheden
- De kwaliteitsborging geschiedt via de specifiek ontwikkelde MVO Standaard en een daaraan verbonden systeem van kwaliteitsmeting en visitaties.
- De organisatie van MVO vindt plaats vanuit een regionale netwerk-organisatie, voorzien van een bestuur en een aantal substructuren. Daarin participeren schoolleiders, coördinatoren, docenten en adviseurs/ ondersteuners. Vanuit dit netwerk wordt een actief circuit van professionele ontmoeting en ontwikkeling gerealiseerd voor onder meer: MVO-coördinatoren; vakdocenten (o.a. CLIL scholingen) en leerlingen.
- Binnen de scholen is in de afgelopen jaren het MVO programma verder ontwikkeld, zowel op het gebied van meertalig onderwijs als op het gebied van internationalisering.
- Het programma geniet de volle steun van de Provincie Fryslân: zie bijvoorbeeld ook de aansluiting met enkele van de ambities 2021-2024 in Nij Poadium (Fryslân as taalproduksjehûs; fanselssprekkend plak fan it Frysk yn ûs ûnderwiis, et cetera). Ook landelijk is er support en waardering (zie bijvoorbeeld ook het Inspectierapport 2019).
- Cedin faciliteert deze netwerkorganisatie, verricht adviserende en ondersteunende werkzaamheden en ondersteunt scholen bij de start en de uitvoering. Nuffic fungeert als adviseur en ondersteuner en zorgt voor de verbinding met het verwante netwerk TTO.
Vragen
Met het oog op de toekomst is er ook sprake van uitdagingen voor het MVO. Die kunnen leiden tot stagnatie van de ingezette ontwikkelingen. Demografische krimp zorgt voor daling van het aantal leerlingen. Dat treft MVO scholen extra hard; deze staan overwegend in plattelandsgebieden. Dat maakt de organisatie van MVO kwetsbaar. In de deelnemende scholen geldt dat de basis voor MVO verstevigd moet worden qua volumes en deelnamepercentages. Daarnaast moet bezien worden op welke manier het aanbieden van MVO de aantrekkingskracht van deze scholen voor leerlingen en ouders kan vergroten.
Perspectief
Het is daarmee aan de orde om MVO van nieuw elan en een nieuw perspectief te voorzien: opnieuw vast te stellen ‘op welke hoogte de lat moet liggen’. Die ambitie is ‘kortweg’ vertaald in de noemer/ (voorlopige) werktitel: MVO 2024. Het gaat er nu om deze ambitie inhoudelijk te gaan ‘laden’: zowel voor de eerstvolgende periode, 2021-2024, als voor het perspectief op langere termijn, 2030.
Tevens moet bepaald worden langs welk proces het scholenveld, de provincie Fryslân én de regionale en landelijke ‘streekholders’ worden meegenomen in het creëren en articuleren van zo’n concreter toekomstbeeld. In meer specifieke zin moeten keuzes en aanpakken worden voorbereid die gericht zijn op verduurzaming van wat er is en groei waar dat ook maar kan.
Vanuit het bestuur MVO is, tegen deze achtergronden, besloten tot de organisatie van een strategie-dag op 2 oktober 2020.
Impuls Kraamkamer
20 miljoen om Zeeuws-Vlaanderen op te stuwen
PZC - 13 juli - Frank Balkenende
Er komt in totaal 20 miljoen euro beschikbaar om Zeeuws-Vlaanderen op te peppen. Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens collega-ministers in een brief aan de Tweede Kamer.
Het Rijk legt zoals eerder vermeld 7,5 miljoen euro op tafel. Regionale overheden doneren eenzelfde bedrag. Nog eens 5 miljoen euro komt van private partijen. In deze regiodeal wordt de kwaliteit van de leefomgeving verbeterd, waarbij bewoners nadrukkelijk worden betrokken bij inrichtingsplannen.
Jan Lonink, burgemeester van Terneuzen, licht toe:
RegioDealZeeuwsVlaanderen
Er gaat geld naar natuur-inclusieve landbouw. Daarnaast wordt geïnvesteerd in digitale toegang tot juridische hulpverlening en in zorginstellingen, waarbij ook over de grens wordt gekeken. Het doel is zo voorzieningen in een dunbevolkte regio als Zeeuws-Vlaanderen overeind te houden. Er komt er een Expat Center dat werknemers uit het buitenland moet helpen om zich snel thuis te voelen in Zeeuws-Vlaanderen. Voor werknemers in havengebied van North Sea Port wordt het woon-werk-verkeer verbeterd.
Tenslotte is er het project De Kraamkamer, ontworpen door de koepels voor kinderopvang, de Zeeuws Vlaamse schoolbesturen en de gemeenten. Klik hier voor een korte toelichting:
KraamkamerZeeuwsVlaanderen
Ik ondersteun als procesbegeleider de samenwerking van alle kindpartners en overheden in de regio onder de noemer: Zeeuws Vlaanderen de beste plek om op te groeien.
Zeeluwes Zeven
Start procesbegeleiding passend onderwijs Harderwijk en Nunspeet
Zeeluwe is het samenwerkingsverband (SWV) voor passend primair onderwijs van de acht gemeenten Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Putten en Zeewolde. Daarbinnen zijn 36 schoolbesturen met ongeveer 20.000 leerlingen opgenomen.
In het Koersdocument van dit SWV staan zeven opgaven centraal voor de periode 2020-2024:
1-Een juiste plek met goed onderwijs en goede ondersteuning voor elk kind
2-Voor specifieke groepen gaan we ons extra inzetten
3-De rol van ouders is cruciaal en de samenwerking met hen moet worden versterkt
4-Inzetten op het verbeteren van doorlopende ontwikkelingslijnen
5-Doen wat nodig is vraagt ‘professionele teamaanpak op school’ rondom het kind
6-Permanent leren en verbeteren op basis van openheid en samenwerking
7-Het is wenselijk de rol van Zeeluwe verder te versterken
Zeeluwe ondersteunt de besturen in elk van de acht gemeenten in het realiseren van deze opgaven door de inzet van procesbegeleiders . Deze helpen bij de samenwerking tussen elk van de gemeentebesturen en de lokale schoolbesturen. Zo wil Zeeluwe de opstelling en uitvoering van jaarlijkse actieplannen faciliteren en samen met de bestuurders grip houden op de resultaten daarvan. Ik ben gevraagd deze rol vanaf 2020-2021 in te vullen voor de bestuurders in de gemeenten Harderwijk en Nunspeet. Tevens zal ik het werk voortzetten, dat ik in die rol al deed voor de gemeente Epe, nu met steun van Zeeluwe.
Respont & De Korre
Verkenning fusie speciaal onderwijs Zeeland
Het Persbericht
"Stichting Respont en Stichting De Korre starten een verkenning gericht op een bestuurlijke fusie (dus geen fusie van scholen) met als beoogde fusiedatum 1 augustus 2021. In september 2020 wordt gestart met de verkenning van de fusie. Beide organisaties verzorgen in heel Zeeland op 17 scholen specialistisch onderwijs voor kinderen met een specifieke onderwijsvraag of in een kwetsbare positie. Respont en De Korre willen zich in de toekomst samen sterk maken als één organisatie voor specialistisch onderwijs in Zeeland.
Deze verkenning vloeit voort uit de koers en de visie die beide organisaties hebben beschreven in hun strategische meerjarenplannen. Het initiatief kan op brede steun rekenen binnen zowel Respont als De Korre.
In de samenwerkingsverbanden passend onderwijs werken Respont en De Korre al nauw samen om het specialistisch onderwijs zo goed mogelijk vorm en inhoud te geven ten behoeve van een dekkend onderwijsaanbod. Als één organisatie kan er nog beter ingespeeld worden op en voldaan worden aan de uiteenlopende onderwijsvragen vanuit de samenwerkingsverbanden. Dat komt ten goede aan de ruim 2000 leerlingen van de scholen van De Korre en Respont, aan hun ouders/verzorgers, aan de medewerkers van beide organisaties en aan het Zeeuwse onderwijs en de regio.
Vanuit één organisatie kunnen ook de belangen van leerlingen en hun ouders/verzorgers nog beter behartigd worden. Dit gebeurt in de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en bij Gemeenten, (jeugd)zorg, dagbesteding en het bedrijfsleven (voor passende stage- en arbeidsplaatsen). "
Ik ondersteun de beide besturen als procesbegeleider bij dit traject in 2020-2021.
De Korre biedt passend onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en leerlingen met een chronische, somatische ziekte. Op vier scholen in Terneuzen, Goes en Middelburg werken 220 medewerkers dagelijks met en voor 500 leerlingen, die een leeftijd hebben tussen de 4 en 20 jaar.
Respont heeft dertien scholen voor algemeen bijzonder specialistisch onderwijs in drie regio’s, namelijk de Bevelanden /Tholen, Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen. Onder Respont ressorteren vier speciale scholen voor basisonderwijs, drie scholen voor praktijkonderwijs en zes scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Ruim 400 medewerkers dragen bij aan de ontwikkeling van ruim 1500 leerlingen van 4 t/m 20 jaar.
Versterkt Vmbo
Apeldoorn krijgt twee nieuwe vmbo-scholen.
Uit: Algemeen Dagblad/ De Stentor 150520 - door: Johannes Rutgers
Het Edison College, Sprengeloo en Veluws College Cortenbosch gaan daar in op. De bedoeling is dat de nieuwe scholen na de zomer van 2022 van start gaan.
De drie genoemde scholen zijn onderdeel van de Veluwse Onderwijsgroep. Die onderwijskoepel heeft een aantal redenen om voor een nieuwe koers te kiezen in het vmbo. Eén ervan is de daling van het leerlingenaantal. Die komt deels door krimp van de leeftijdsgroep. Daarbij kampt het vmbo ook nog met een negatief imago. Ten onrechte, vindt de Veluwse Onderwijsgroep. De afname van leerlingenaantallen is echter een feit, terwijl de verwachting is dat de behoefte aan mensen met een beroepsgerichte opleiding juist toeneemt. Ook onder meer het lerarentekort speelt een rol in de afweging.
Aantrekkelijker
De Veluwse Onderwijsgroep hoopt met nieuwe concepten het vmbo weer aantrekkelijker te maken. De bedoeling is twee scholen te ontwikkelen met elk een eigen aanbod en karakter. De overeenkomst is dat er in beide ‘meer ruimte is voor maatwerk en praktijk’. Het onderwijs moet er bovendien meer aandacht besteden aan moderne vaardigheden. Concentratie op twee locaties is daarbij efficiënter. In een rapport uit 2017 over de drie scholen concludeerde een adviesbureau al dat leegstand van schoolruimte zal toenemen.
Locaties
Voor de twee nieuwe scholen zijn de huidige locaties van Cortenbosch (Prinses Beatrixlaan) en Sprengeloo (Sprengenweg) in beeld. Er wordt uitgezocht of die - al dan niet na een verbouwing - aan de uitgangspunten voor het nieuwe onderwijs voldoen. Dat betekent volgens de Veluwse Onderwijsgroep niet dat het plan feitelijk de opheffing van het Edison College behelst, waarbij de andere twee doordraaien. ,,Er komen echt twee nieuwe scholen’’, zegt woordvoerder Wieke Vosman. Volgens de onderwijskoepel hebben de drie scholen de handen ineengeslagen en gaan ze samen het plan verder uitwerken.
De keus is op deze twee locaties gevallen omdat die dicht bij elkaar liggen en elk zo’n duizend leerlingen kunnen onderbrengen, aldus Vosman. Want hoewel beide scholen dus een heel eigen karakter moeten krijgen, is er wel een intensieve samenwerking voorzien. ‘Om leerlingen goed voor te bereiden op hun toekomst is meer maatwerk nodig', stelt Wim Hoetmer, bestuurder van de Veluwse Onderwijsgroep, in een schriftelijke toelichting. Dat maatwerk is mogelijk door een uitwisseling tussen beide scholen, is het idee. Zodat ‘iedere vmbo-leerling passend bij zijn talent, ambitie, achtergrond en mogelijkheden een diploma kan behalen’, voegt woordvoerder Vosman toe.
Het plan moet nu concreet uitgewerkt worden. De insteek is dat de nieuwe vmbo-scholen in het schooljaar 2022/2023 voor het eerst draaien.
Alle scholen onder Veluwse Onderwijsgroep straks onder één bestuur
De Veluwse Onderwijsgroep werkt achter de schermen ook aan intensievere samenwerking tussen scholen in de hele koepel. De groep is in de loop der jaren gegroeid en omvat scholen in zowel het basis- als voortgezet onderwijs, die nu nog onder vijf stichtingen vallen. Die zijn katholiek, christelijk of openbaar. De bedoeling is die structuur te vereenvoudigen. Daarbij houden scholen wel de ruimte voor een eigen schoolcultuur, stelt Wim Hoetmer. Inclusief de keus om openbaar te zijn, dan wel een levensbeschouwelijke grondslag te hebben. De medezeggenschapsraden moeten zich daar nog over uitspreken.
In de afgelopen twee jaar ondersteunde ik het bestuur van de Veluwse Onderwijsgroep en de projectgroep van de vmbo directeuren in de ontwikkeling van het Herontwerp Versterkt Vmbo (onderwijs-, organisatie- en samenwerkingsmodel) en de opstelling van de businesscase, die inzicht biedt in de haalbaarheid en betaalbaarheid.
Voor de leerlingen van de toekomst is het nodig het vmbo aanbod in Apeldoorn te versterken. Met deze animatie wordt dat verhaal verteld.
Sterk Vmbo Apeldoorn
OJA
Ontwerptraject Onderwijs-Jeugd-Arrangement Noord Veluwe: versterking kwaliteit ondersteuning kwetsbare kinderen
De kern
Systemen van zorg en onderwijs dienen zich aan te passen aan de ondersteuningsbehoefte van kinderen en niet andersom. Daarbij is het de opdracht van de samenwerkende sectoren – onderwijs, (jeugd-)zorg en overheid – om de kwaliteit van de ondersteuning voor kinderen en hun gezinnen op een goed niveau te brengen en te houden. Om dat te kunnen bieden moet in een aantal randvoorwaarden worden voorzien.
- Zorg in de klas moet goed georganiseerd zijn. Kinderen ontvangen ondersteuning van professionals. Duidelijk is wie (medische) handelingen mag verrichten. Het aantal zorgaanbieders is beperkt; de financiering is betaalbaar, duidelijk en eenvoudig georganiseerd.
- Het onderwijssysteem beschikt over voldoende maatwerk. Dat is nodig om te zorgen voor een passende plek voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte.
- Ontwikkelingsmogelijkheden voor die kinderen, die (tijdelijk) vrijgesteld zijn van leerplicht, zijn op een goed niveau. Kinderen kunnen zich blijvend ontwikkelen, wanneer zij (tijdelijk) niet functioneren in een schoolomgeving.
Om dit te bereiken is een domein-overstijgende benadering nodig, waarin (jeugd-)zorg, onderwijs en overheden goed met elkaar samenwerken.
Gezamenlijk ontwerp
Vanuit deze basis werkt een aantal partijen in de regio Noord Oost Veluwe aan de inrichting van een Onderwijs Jeugd Arrangement: OJA. De lead is genomen vanuit het speciaal onderwijs door stichting Volare. In deze onderwijsvorm heeft ruim 70% van de kinderen ondersteuning uit één van de zorgwetten (Jeugdwet; Wlz; ZvW; WMO): dat is landelijk zo en ook in de Verschoorschool van Volare. Deze kinderen zijn in de regio Noord Veluwe afkomstig uit 10-15 kernen binnen de verschillende gemeenten.
Samen met de regionale gemeenten, SWV Zeeluwe en het regionale CJG is initiatief genomen om met een kleine kring van partners uit de jeugdzorg het OJA te ontwerpen. Gekozen is voor een selectie van zorgpartners die het meest passen bij de ondersteuningsvragen van kinderen: GGZ-Fornhese; Pactum Jeugdzorg; s’ Heerenloo Zorggroep; Karakter. Op de tweede lijn houdt Volare ook twee andere partijen in beeld als aanbieders voor delen van specifieke zorg en (buitenschoolse) opvang (Grip en Loofles). Hiermee is alvast voorgesorteerd op domein overstijgende samenwerking én de inperking van het aantal aanbieders.
Kaders
Partijen hebben vooraf een aantal kaders bepaald, ook aansluitend bij de Regionale ontwikkelagenda Onderwijs & Jeugd:
A. Ieder kind krijgt ‘passend onderwijs’ binnen de regio.
B. School, thuis, vrije tijd en eventuele jeugdhulp zijn een samenhangend geheel.
C. Ouders worden actief betrokken als partners.
D. Onderwijs jeugd arrangementen:
- zijn zoveel mogelijk ‘tijdelijk’;
- worden individueel en/of in groepsverband aangeboden;
- sluiten aan bij het niveau van de kinderen.
E. Het onderwijs-jeugd-arrangement wordt aangeboden via een continuüm: - beperkt aantal, gecertificeerde aanbieders jeugdhulp: vaste gezichten voor kinderen;
- inzet ‘gekwalificeerde experts’ jeugdhulp binnen de onderwijsgroepen (minder ‘erna en ernaast’);
- overige ondersteuning zo school-nabij als mogelijk.
Koers: start najaar 2020
De afspraak is om de inhoud, organisatie en de financiële kaders van het OJA voor de zomer van 2020 gereed te hebben voor besluitvorming. Ik ondersteun daarbij als procesbegeleider en adviseur. De samenwerkende partijen koersen op de ingang van het arrangement vanaf het najaar van 2020, bij voorkeur vanaf de start van schooljaar 2020-2021.
A BIG HAND!
for the skill, courage and creativity of all those working worldwide in health care, education and public services, during the covid-19 crisis
Ga West
Start begeleiding onderzoek haalbaarheid fusie AWBR - AKROS Amsterdam-West
AKROS Kinderopvang en AWBR onderwijs willen hun samenwerking in Amsterdam-West graag verder brengen. Het idee is om dat in de toekomst vanuit één organisatie te doen. Beide organisaties onderzoeken nu de haalbaarheid en betaalbaarheid daarvan.
Motivatie: meerwaarde voor ouders en kinderen van verdergaande samenwerking
Beide organisaties werken al jaren goed samen. Rondom de vorming van een aantal kind-centra, de VVE aanpak, BSO en TSO voorzieningen én een breed centrum voor inclusief onderwijs (waarin Narcis Querido en De Roos zullen samengaan), wordt op dit moment op acht locaties samengewerkt tussen AWBR, AKROS en partners in wijk en gemeente.
In voorbereidende onderzoeken in de afgelopen twee jaar is vastgesteld dat het vormen van één organisatie het zicht op kinderen en gezinnen verder kan versterken. Het zal ervoor zorgen dat de medewerkers de ontwikkeling van kinderen verder kunnen verbeteren door één doorlopende pedagogisch didactische lijn. Bovendien verwachten beide organisaties dan aantrekkelijker te worden voor ouders en kinderen, vanuit zowel inhoudelijke als praktische redenen, zo is elders in het land aangetoond.
Komende maanden 2020: focus op haalbaarheid en betaalbaarheid
De verwachte meerwaarde voor ouders en kinderen blijft het vertrekpunt, zo geven de beide besturen aan. "Het gaat er ook om, nu binnen een klein aantal maanden, definitief zicht te verwerven op de haalbaarheid en de betaalbaarheid van de voornemens. Over de aanpak daarvan zijn, rondom de afgelopen krokusvakantie, nadere afspraken gemaakt tussen de bestuurders en met de beide raden van toezicht.
- Vastgesteld is dat eerst (nadere) financiële verkenningen zullen plaats vinden tussen de beide organisaties.
- Daarbij willen de besturen graag tempo maken om snel tot de gewenste duidelijkheid te komen. Het verdiepende onderzoek vindt plaats in de periode maart-mei 2020. Samen met financieel adviseur Marcus Driessen voer ik dit onderzoek uit.
- De uitkomsten daarvan zullen uitwijzen of er voor beide partijen al dan niet bevredigende afspraken kunnen worden gemaakt over het doorgaan van de fusie én de financiële en organisatorische kaders daarbij.
- Vervolgens zal nadere voorgenomen besluitvorming over het vervolg plaatsvinden.
Zagreb informal
Next Erasmus+ NA directors conference april 1-3 2020 Croatia
The national agencies responsible for the EU Programme Erasmus + are preparing for the new programme 2021-2027. The next informal meeting of the directors network Education & Training will be held in Zagreb. Part of the programme is organised jointly with the directors in the field of Youth.
What are the goals of the directors meeting in the field of Education & Training?:
- to get updated on the future Erasmus+ proceedings EC working groups on the new Programme 2021-2027;
- to provide further input to how the new programme period will be managed: funding, indicators, role and professionalisation of NAs, visibility and common identity.
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 27 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+.
In the half yearly conferences of the network, I act as the facilitator. In the autumn of 2020 the next meeting will be held in Germany.
Perspectief Epe
19 februari 2020 Bijeenkomst - Verder bouwen aan expertisecentrum
Kinderen of gezinnen die (even) extra ondersteuning nodig hebben moeten daar snel over kunnen beschikken. In de gemeente Epe is de koers gekozen om de gespecialiseerde expertise van (jeugd-)zorg en speciaal onderwijs meer als ‘één reservoir’ te bundelen. Door schotten weg te halen, ontstaat een completer en rijker aanbod, waarmee kinderen of gezinnen met extra ondersteuningsvragen sneller en beter geholpen kunnen worden. Denk aan (tijdelijke) ondersteuning rondom leren, ontwikkeling, gedrag of ziekte.
Nu moeten kinderen en hun ouders vaak naar de expertise toe. Dat is op plekken buiten de eigen school; het CJG, zorginstanties, speciale scholen. Soms is dat inderdaad de beste route of passende plek. Vaak ook niet. Het idee is daarom opgevat om een steeds groter deel van de specialistische expertise kind- en thuisnabij aan te bieden binnen de ‘reguliere leer- en ontwikkelplekken'. Daarmee worden bedoeld: de kinderopvanglocaties, de basisscholen en de school voor voortgezet onderwijs binnen de gemeente Epe: de expertise wordt dan naar de kinderen toe gebracht.
Startbijeenkomst pilots jeugd(zorg), onderwijs, opvang
De komende jaren kunnen scholen en opvanglocaties pilots starten om op hun eigen locaties gerichte arrangementen te maken met behulp van specialisten uit het CJG-bereik en het gesprecialiseerd onderwijs. Die pilots starten met een bijeenkomst in Kulturhus Eper Gemeentewoning . Op woensdag 19 februari een grote bijeenkomst georganiseerd voor directeuren van scholen voor primair en voortgezet onderwijs, intern begeleiders, zorgcoördinatoren, bestuurders, medewerkers van CJG, (jeugd-)zorg, kinderopvang, en de gemeente Epe. De Eper besturen informeren, organiseren het onderlinge gesprek en blikken vooruit naar de start van nieuwe projecten in de Eper VO en PO scholen en opvanglocaties. Er worden voorbeelden gepresenteerd uit andere regio's waarbij schotten worden weggehaald tussen jeugdzorg, onderwijs, opvang en overheid.
Traject Epe Onderwijs Perspectief
Het bouwen aan Expertisecentrum Epe maakt deel uit van het traject Epe Onderwijs Perspectief. Dat is gestart vanuit het principe dat alle kinderen en gezinnen in de gemeente Epe uitstekende voorzieningen verdienen voor kinderopvang-, onderwijs-, zorg, welzijn, sport en cultuur.
- waarbij thuisnabij en passend onderwijs wordt geboden,
- waarbij onderwijs (PO, VO en MBO), kinderopvang, welzijn, CJG en zorg intensief samenwerken en ondernemen,
- om te komen tot een voor kinderen doorlopende ontwikkelingslijn tussen 0-23 jaar,
- waarbij ouders iets te kiezen hebben (qua pedagogisch-didactische concepten en signatuur) én
- waar expertise aanwezig is om een doorgaande leer- en ontwikkellijn te realiseren voor ieder kind.
Daarom werken alle besturen van opvang, onderwijs (jeugd-)zorg en gemeente al een tijd samen in het nemen van regie op het Eper bestand aan kindvoorzieningen. Hierbij zien de samenwerkende besturen het als hun opdracht om de voorzieningen ook in de toekomst sterk te houden, in een context van demografische krimp en een snel veranderende samenleving.
Voor elk van de Eper kernen (Vaassen, Epe, Emst, Oene) zijn voorstellen ontwikkeld voor een aantrekkelijk en duurzaam bestand van kindvoorzieningen (opvang, scholen, jeugdzorg, cultuur, welzijn) op de lange termijn. Ik ondersteun de besturen in dit meerjarig traject als procesbegeleider.
STROMEN
Zet & site
Economic Board en Provincie Zeeland dienen voorstel in voor Regiodeal Zeeuws-Vlaanderen
Zeeuws-Vlaanderen kent specifieke opgaven op het snijvlak van economie, ecologie en sociale cohesie. Een gebied met uitdagingen als het gaat om voorzieningen, onderwijs en zorg. Bovendien is het een grensregio. Daar spelen specifieke zaken rondom wet- en regelgeving en toegankelijkheid van zorg- en onderwijsvoorzieningen in België. Daarnaast staat de verduurzaming van de landbouw en de industrie als opgave voor de deur.
Inwoners voorop
Alle hens aan dek dus. De aard, schaal en het karakter van de problemen vragen om een samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs maar vooral ook met inwoners. In de regio heerst vaak een gevoel van ‘minder meetellen’. Dat is deels kenmerkend voor regio’s waar voorzieningen afnemen. Intensief samenwerken mét inwoners en de samenwerking tussen inwoners is van groot belang. Versterking van de identiteit en de participatie is daarom een centraal thema in de Regio Deal.
Doel
Doel van deze regiodeal is het versterken van de sociale structuur en cohesie van het gebied door inwoners, bedrijven en organisaties zelf aan de slag te laten gaan. De ambitie: een leefbaar, zelfredzaam en toekomstbestendig Zeeuws-Vlaanderen, waarop de inwoners trots zijn. De brede welvaart – het welbevinden – is toegenomen en inwoners worden én voelen zich actief betrokken bij ontwikkelingen in de regio en zijn in staat uitdagingen op te pakken.
Onderwijs & Arbeidsmarkt
De verbinding tussen deze twee is één van de vier thema’s. De Zeeuws Vlaamse ‘streekholders’ van onderwijs, overheid en bedrijfsleven leggen het accent op vroege instroom in het Nederlandse opvang en onderwijsbestel: de Kraamkamer. Ik ondersteun de Zeeuws Vlaamse partijen bij het verder brengen van dit concept. Daarnaast zijn er voorstellen voor het Zorghuis van de toekomst: een vorm van hybride leren. Voor hoger onderwijs zijn er de projecten Talent Attract Zeeland, Expat Centre Zeeland en Trekpleisters voor kenniswerkers en studenten.
Schouders eronder
Het plan voor de Regiodeal kost geld, 27 miljoen euro. Een deel daarvan, 9,4 miljoen euro, vraagt de provincie aan Den Haag. De rest van het bedrag wordt opgebracht door gemeenten, bedrijven, onderwijs en zorginstellingen in de regio.
Naar verwachting beslist het Rijk in het voorjaar van 2020 over de Zeeuwse aanvraag.
En dan ook nog...
een 2e december cadeau: nieuwe website
Parallel hieraan is op 5 december ook de website Kind in Zeeuws-Vlaanderen gelanceerd. Onder het motto De Beste plek om op te groeien krijgen bezoekers in een handomdraai alle opvang- en onderwijslocaties in Zeeuws-Vlaanderen in beeld.
De beste plek om op te groeien
Samen Speciaal
Begeleiding krachtenbundeling LECSO en SBO Werkverband 2020
Vanaf 2018 is, op initiatief van de besturen van het SBO werkverband en LECSO, een intensief samenwerkingstraject gestart tussen de beide verenigingen. Het idee is om in de loop van 2020 een nieuwe vereniging op te richten voor het gespecialiseerd
onderwijs.
In de eigen woorden van de beide besturen:
"Het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs bundelen hun krachten op het gebied van het verder ontwikkelen, borgen en vooral delen van kennis en expertise. En om daar waar nodig samen met de PO-raad de belangen van het gespecialiseerd onderwijs te behartigen. Beide besturen stellen er prijs op om nog eens te benadrukken dat het gespecialiseerd onderwijs zich actief wil inzetten om de basisgedachten van passend onderwijs mede invulling te geven ten behoeve van goed onderwijs voor àlle leerlingen! Het bundelen van onze krachten in nauwe samenwerking met het reguliere onderwijs om passend onderwijs te kunnen geven is de insteek en niet om een front te vormen tegen het reguliere onderwijs, zoals wel eens geopperd wordt. Een dergelijk uitgangspunt verdraagt geen versnippering of concurrentie binnen het gespecialiseerd onderwijs."
Vooruitlopend daarop trekken de beide organisaties vanaf 2019 al samen op in de uitvoering van veel activiteiten. Een kleine greep: gezamenlijke organisatie Hét Congres; bestuurlijk overleg PO-Raad; onderzoek naar wachtlijsten; gezamenlijke profilering naar ‘buiten’; gezamenlijk optrekken naar ministerie; gezamenlijke deelname aan overleg sectorraad VO; gezamenlijke ondertekening ‘Inclusieversneller’; invlechting bureau-activiteiten.
Om vanuit deze basis verder te werken aan volledige realisatie van de krachtenbundeling is een Stuurgroep fusie ingericht. Deze kijkt mee in het proces en wordt gevraagd met suggesties en aanbevelingen te komen. Daarin participeren een aantal leden uit diverse regio's en de voorzitters van de beide verenigingen. Ik ben gevraagd de stuurgroep te ondersteunen. De volledige formalisering van de samenwerking (juridisch, organisatorisch, profilering) zal plaats vinden in de loop van 2020.
Uit de veren!
6 november 2019 De Liemers - Ontbijtsessie versterking samenwerking Onderwijs & Jeugdzorg
De schoolbestuurders en de wethouders van de gemeenten Zevenaar, Montferland, Duiven en Westervoort spreken in een ontbijtbijeenkomst op 6 november met elkaar over versteviging van de regionale samenwerking. Focus ligt op verbetering van de hulp aan kinderen met extra ondersteuningsvragen.
Alle schoolbesturen en het Samenwerkingsverband in de regio De Liemers werken al enige tijd samen in initiatieven en projecten om voor alle kinderen in de vier gemeenten de beste ondersteuning te regelen. De inzet is om de hulp naar de kinderen te brengen in plaats van dat kinderen en hun ouders naar verschillende hulpinstanties toe moeten. Via de deskundigen van het samenwerkingsverband en het speciaal (basis-)onderwijs worden leraren en teams op de basisscholen via vernieuwende pilots ondersteund in het werken met kinderen die iets extra’s nodig hebben. Daarvoor wordt kunde uit het speciaal (basis-)onderwijs naar de reguliere scholen toegebracht. Het idee is om zo elk jaar de basiscapaciteit van alle scholen te versterken in een steeds groter volume en bereik.
De observatie is echter ook dat de vragen van kinderen op de scholen niet zelden verbonden zijn met hun thuis situatie en/of samenhangen met medische vragen. Via onder meer het CJG zijn gemeenten mede verantwoordelijk voor de toeleiding naar en/of de inzet van jeugdhulp, gezinsondersteuning en/of (medische) zorg. Ook denken de schoolbesturen dat het ‘andersom denken en handelen’ (i.c. de ondersteuning gaat naar het kind) ervoor kan zorgen dat de gemeentelijke vervoerskosten lager kunnen worden.
Het idee is om op 6 november nog meer concrete ideeën en acties te ontwikkelen waarin, meer dan nu het geval is, de grenzen geslecht worden tussen wat scholen, gemeenten, jeugdhulp en anderen doen. Ik ben gevraagd de meeting te faciliteren en te ondersteunen in de opvolging met concrete activiteiten. Dit alles om in regio De Liemers kinderen en hun gezinnen eerder én (nog) beter de vereiste ondersteuning te kunnen bieden.
Headed for Helsinki
Next Erasmus+ Informal Conference NA directors october 1-3 Finland
The national agencies responsible for the EU Programme Erasmus + are preparing for the new programme 2021-2027. The next informal meeting of the directors network Education & Training will be held in Helsinki.
What are the goals of this meeting:
- to get updated on the future Erasmus+: proceedings on the new Programma 2021-2027;
- to get updated on the work done by the NA Directors in EC working groups and meetings to shape the future Erasmus+;
- to provide further input to how the new programme period will be managed: funding, indicators, role and professionalisation of NAs, visibility and common identity, green Erasmus+;
- to find solutions to current challenges within the programme (e.g. TCAs, research, alumni).
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 28 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+.
In the half yearly conferences of the network, I act as the facilitator. In 2020 the next meetings will be held in Croatia and Germany.
Meerwaarde 10-15?
Onderzoek haarbaarheid 10-15 voorziening Harderwijk
In de gemeente Harderwijk gaan ruim 9000 leerlingen naar alle lokale scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Deze scholen vallen onder tien besturen: Proo, SKOFV, El Amal, Athena Vrije Scholen, VCO Harderwijk Hierden, Cordeo Scholengroep, Educare, Christelijk College Nassau-Veluwe, RSG Slingerbos I Levant en VMBO Morgen College. Deze besturen onderzoeken de meerwaarde en haalbaarheid van een gezamenlijke 10-15 voorziening. De meerwaarde kan bestaan uit het creëren van een aanbod voor leerlingen dat nog niet bestaat in Harderwijk. Een gezamenlijk eigenaarschap wordt verkend om mogelijke bestuurlijke concurrentie te ontstijgen. De kern is een passend en dekkend aanbod voor álle leerlingen; niet de bestuurlijke profilering.
Het waarom.
- Vanuit de (toegepaste) wetenschap bestaat een stevige kennisbasis over de ontwikkeling van kinderen in de vroege puberteit. Van daaruit kan de meerwaarde blijken van specifiek onderwijs voor 10-15 jarigen. Kortweg: kinderen verschillen op die leeftijd sterk van elkaar in termen van vroeg- of laat bloeien. Ze maken een zodanige fysieke- en hersenontwikkeling door dat het voor sommigen goed kan zijn in een omgeving te zitten waar ze langer kunnen experimenteren en onderzoeken wat hen het beste past.
- Velen in de samenleving en wetenschap verbinden dat direct aan de - voor een deel van deze kinderen - problematische sectorale knip tussen PO en VO in Nederland: vooral het ‘vroege’ keuzemoment op 12 jarige leeftijd. Het flexibeler inrichten van deze periode met een alternatief onderwijsmodel voor 10-15 onderwijs, kan voor bepaalde leerlingen en ouders passend(-er) zijn.
- Zo'n onderwijsmodel kan ook bijdragen aan de vergroting van de kansengelijkheid. Kinderen met leer- en/of sociaal-emotionele achterstanden, hoogbegaafden of andere specifieke groepen kunnen in een andere setting hun achterstanden inlopen/ wegwerken, of op een eigen leervraag bediend worden. Zo kan mogelijk een ‘fairer’ keuzemoment geregeld worden. Voor weer andere leerlingen kan ook versnelling aan de orde zijn.
- Er bestaat, tenslotte, een aantal als negatief beleefde data op landelijk niveau, die de urgentie verder onderstrepen: (1) een derde van de kinderen zit na 3 jaar op een ander niveau dan het BaO-advies; (2) er zijn nog steeds (te) veel zittenblijvers (12%); (3) er is een toenemend aantal kinderen in deze leeftijdsgroep met symptomen van ‘vast lopen of stress’.
Deze zaken hebben natuurlijk meerdere oorzaken. Wellicht kan 10-15 onderwijs een deelbijdrage leveren aan de terugdringing ervan. Dat is het vertrekpunt van de 10 besturen.
Concretisering onderwijsstrategie Harderwijk 2019-2029
Ze geven daarmee ook concrete invulling aan de gezamenlijke afspraken met de gemeente in de strategische onderwijsvisie Harderwijk 2019-2029. "Ieder kind en iedere jongere moet in Harderwijk zijn of haar talenten maximaal kunnen ontwikkelen in een veilige leeromgeving. Er mogen geen talenten verloren gaan in Harderwijk. De gemeente en de schoolbesturen zien het als hun maatschappelijke en onderwijskundige opgave zich maximaal in te zetten voor de talentontwikkeling van ieder kind en iedere jongere die opgroeit in Harderwijk. Onderdeel hiervan vormt de reeds gaande beleidsontwikkeling van 'tienercolleges'. De gemeente wil dit proces ondersteunen om te komen tot een sterke voorzieningenstructuur in Harderwijk."
Onderzoek haalbaarheid
De bestuurders hebben een intentieverklaring ondertekend in het voorjaar van 2019. Dat is de start geweest voor de opstelling van een nadere uitwerking van het Harderwijker 10-15 Model en een onderzoek naar de haalbaarheid: organisatorisch, juridisch, financieel en qua huisvesting. Juridisch adviseur Bart Wever en ik voeren dit onderzoek uit, in nauwe samenwerking met een projectgroep van medewerkers van de betrokken PO en VO scholen. In de loop van september 2019 zijn daarvan de uitkomsten bekend. Hiermee kan elk van de besturen - na overleg met de eigen toezichthouder en de medezeggenschap - bepalen of ze door kunnen en willen naar de volgende fase: de eventuele voorbereiding van de start per september 2020.
100 x Schoolplan...
Workshop op Netwerkdag Kwaliteitsmanagement Voortgezet Onderwijs 5 november 2019
De jaarlijkse Netwerkdag vindt dit jaar plaats in het Congrescentrum Domstad Utrecht. Ik ben gevraagd voor de uitvoering van een ontwerpsessie rondom het thema Schoolplan (4 jaren strategisch document van school of scholenkoepel). De focus ligt op het proces of het traject van ontwikkeling: de inschakeling van mensen intern en extern. Daarin is er bijzondere aandacht voor de specifieke rol van de kwaliteitszorgmedewerker in dit proces.
Kort de inhoud
Het Schoolplan is een verplicht vierjaarlijks op te stellen document. Het kan ook een punt op de horizon vormen, inspirerend of richting gevend. Of: het houvast voor de kwaliteitsmedewerker. Het schoolplan kan ook gezien worden als een plaag voor de creativiteit en het werkplezier van mensen. Het kan ook een checklist voor meting zijn. Of, voor de pessimisten, een dode letter. Of, voor de optimisten, een thermometer voor ontwikkeling…. En ga zo maar door..
De kunst is om te ontdekken welk type ontwikkeltraject en welk type schoolplan past bij de ontwikkelingsfase van de organisatie. Vooral ook: waar zijn de mensen (leerlingen, ouders en medewerkers) nu aan toe?! Wat is de rol die op enig moment aan het schoolplan kan/moet worden toegekend?
Vanuit dat oogpunt kan dan ook de plek en rol van de kwaliteitszorgmedewerker gekozen worden. We gaan in deze workshop het schoolplan vanaf verschillende gezichtspunten ‘te lijf’. Dan gaan we op lichtvoetige en gechargeerde wijze oefenen: deelnemers werken een aanpak uit: ze ontdekken de eigen rol erin.
Focus on Quality
Zandvoort The Netherlands - May 22-24 yearly Erasmus+ TCA Officers Meeting
The annual Erasmus + TCA Officers’ Meeting was held on May 22-24 2019 in Zandvoort, The Netherlands. The meeting was organized by the Hungarian SALTO Centre and hosted by the Dutch Erasmus + Education and Training National Agency.
The meeting focused on Quality in TCA. It covered both theory and practice. A training on the SALTO E&T Platform was included in the agenda as well as formal and informal sessions for networking and planning TCAs for 2020.
Moreover DG EAC (European Commission) and EC Programme Magagement Working Group representatives shared intormation about the new E+ Programme.
A group of 70 participants of all EC countries attented the meeting. I acted as the facilitator of the three day seminar.
Regiowet?!
Radio 1 Item : Gedeputeerde Harry van der Maas over Regiowet voor onderwijs en leefbaarheid Zeeuws Vlaanderen
De politici in verschillende Nederlandse krimpregio's en in Den Haag denken steeds meer na over eventuele invoering van gerichte wetgeving voor specifieke regio's.
Eén daarvan is Zeeuws Vlaanderen. In deze regio timmeren gemeenten en besturen voor onderwijs, opvang en bedrijfsleven al enige tijd samen aan de weg om het gebied attractief en vitaal te houden.
Luister hier naar het interview met demissionair gedeputeerde Harry van der Maas uit Radio 1 Vandaag:
Regiowet Zeeuws Vlaanderen
Bucharest in spring
Next Conference Erasmus + European Directors Network April 9-11 Romania
The national agencies responsible for the EU Programme Erasmus + are preparing for the new programme 2021-2027. The next informal meeting of the directors network Education & Training will be held in Bucharest. In this conference the members of the network want:
- to get updated about relevant developments regarding the future Erasmus programme and connected EU policies;
- to shape the future programme and to give an input in this respect;
- to plan strategically future training activities and the use of the platforms;
- to get updated with initiatives/activities implemented within the network itself;
- to start networking with the Youth network
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 28 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+.
In the half yearly conferences of the network, I act as the facilitator. In the fall of 2019 the next meeting will be held in Finland, followed by conferences in Croatia and Germany in 2020.
Succes verduurzamen
Provinciale Zeeuwse Courant - 7 februari 2019:
Steeds meer peuters bezoeken in Zeeuws-Vlaanderen startgroepen waar ze al vanaf twee jaar terecht kunnen. Het succes smaakt naar meer.
In 2011 opende in Koewacht de eerste startgroep. Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen zette er de schouders onder met basisschool De Vlaswiek. Het idee erachter is even simpel als doelmatig. In Vlaanderen kunnen kinderen (ook Nederlandse) al vanaf tweeënhalf jaar naar de basisschool, in Nederland ‘pas’ vanaf vier jaar, met als gevolg minder leerlingen voor De Vlaswiek. Met de startgroep is daar een dam tegen opgeworpen.
Nieuw Namen, Sas van Gent en Clinge volgden al snel na Koewacht. Het aantal peuters in startgroepen steeg naar 45 in 2015. ,,En inmiddels hebben wij twaalf startgroepen in negen woonkernen met samen 258 peuters”, vertelde Rianne Vons, directeur Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, deze week op een PvdA-discussieavond over onderwijs in Terneuzen.
Weglek
Het ‘weglekken’ naar Belgische scholen is niet gestopt. Vons rekende voor dat nog altijd tweehonderd peuters, zeshonderd basisscholieren en zeshonderd middelbare scholieren uit Zeeuws-Vlaanderen naar Vlaanderen trekken. Dit scheelt Zeeuws-Vlaamse scholen 8,75 à 10 miljoen euro aan inkomsten op jaarbasis.
Startgroepen hebben de uitstroom naar België wel sterk beperkt, aldus Vons. Het aantal moet daarom wat haar betreft verder worden uitgebreid naar alle kernen die in de buurt van de grens liggen. Cadzand/Retranchement, Aardenburg, IJzendijke, Philippine en Axel hebben nog geen startgroepen. Als het aan Vons ligt, komen die er op redelijk korte termijn. Ze schetste een toekomstbeeld voor 2023 met 28 startgroepen in vijftien woonkernen die door 450 peuters worden bezocht. ,,Dat zet zoden aan de dijk.”
Financiering
Een strijd moet er nog wel gestreden worden. De startgroepen kosten extra geld, waarvoor geen structurele financiering bestaat. Ouders betalen voor de twee van de vijf dagdelen die peuters naar een startgroep gaan. De rest moet uit andere potjes komen. Zeeuws-Vlaamse scholen besteden er gelden aan die zij voor scholenfusies hebben ontvangen, maar die zijn slechts zes jaar beschikbaar.
,,We zijn daarom", meldde Vons, ,,volop in Den Haag aan het lobbyen om hier structureel geld voor te krijgen.” Ze heeft daar redelijk veel vertrouwen in. ,,De situatie in Zeeuws-Vlaanderen is ook uniek. In niet één andere grensstreek speelt de uitstroom van leerlingen zo sterk. Het gaat om de leefbaarheid van de streek, want als veel kinderen naar België gaan, zie je dat later ook terug in het leerlingenaantal op middelbare scholen."
Ik ondersteun de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, de vijf schoolbesturen en de drie kinderopvangkoepels bij de agendering en uitvoering van hun toekomstplannen. Die zijn gericht op onder meer IKC ontwikkeling, verbinding met voortgezet onderwijs, de startgroepen, professionalisering van medewerkers, samenwerking en clustering van voorzieningen.
Feest!
Start van het 'nieuwe' Aves, stichting primair onderwijs gemeenten Noordoostpolder, Kampen, Vollenhove
Zo'n 500 medewerkers liepen aan het begin van vrijdagavond 18 januari binnen in Theater het Voorhuys in Emmeloord. Daar werd het samengaan van de 36 scholen van Aves en SCPO in het 'nieuwe' Aves groots gevierd.
De geschiedenis en de toekomst
Leo Breukel, bestuursvoorzitter, trapte af met mooie woorden over toen en nu. “Want als je wilt weten waar je heen gaat, moet je weten waar je vandaan komt.” Hij vertelde over de geschiedenis van de polder, de verzuiling, het ontstaan van (fusie)scholen en het ontstaan van voorgangers Aves en SCPO. Niels Strolenberg nam het woord van hem over. De voorzitter van de raad van toezicht blikte terug op het fusieproces als een onvergetelijke reis die, naast doorzettingsvermogen, ook samenwerking vergde van de bemanning. “Ook de toekomstige reis in het primair onderwijs van de drie gemeenten vraagt om lef en samenwerkingszin op een weg die we samen bepalen.”
Niets is onmogelijk, als je ideeën de ruimte geeft
Ook wethouder Hans Wijnants van de gemeente Noordoostpolder sprak de zaal vol Aves mensen toe. Hij feliciteerde iedereen, want de fusie is absoluut een buitengewone prestatie. Zelfs in Den Haag is het opgevallen: drie denominaties binnen één stichting. Zijn slotwoorden: “Zorg dat de kinderen gaan pionieren en blijven jullie hetzelfde doen!” Kristiaan Strijker, lid CvB, keek vooruit en benadrukte nogmaals de centrale plek van de kinderen: wij zijn er om hun mogelijkheden te ontwikkelen en te vergroten.
Medewerkers en leerlingen lieten in een nieuw promotiefilmpje zien en horen waar Aves voor staat. “Vanuit de leuze Jouw plek bij ons liggen bij Aves de kansen voor het oprapen, laten we die met beide handen aangrijpen!”
Cabaretier Kees van Amstel en rootsband Alice Springs verzorgden het slotakkoord van een geslaagd feest.
Dank!
Mensen van Aves: het was mooi om een tijd met jullie mee te lopen in het fusieproces. Dank voor de goede samenwerking in de afgelopen jaren én voor het persoonlijke dankwoordje op het podium van Het Voorhuys. Ik wens jullie en de kinderen in de regio Noordoostpolder een prachtige toekomst!
Kleurrijke uitzichten
To be the future
Nieuw Schoolplan 2018-2022 Stedelijk College & International School Eindhoven
De stichting SPVOZN in Eindhoven heeft drie scholen: twee vestigingen van het Stedelijk College (Oude Bossche Baan & Henegouwenlaan) en de Internationale School.
De titel van het nieuwe schoolplan voor deze drie VO-scholen is ‘To be the future’. In de eigen woorden van de scholen: "Jij bent de toekomst, leerling. Maar ook jij, medewerker op een van de locaties. En ja ook jij, achtste groeper die de scholen binnenkort welkom willen heten. In het nieuwe schoolplan is vastgelegd hoe al deze spelers met elkaar (leerlingen, medewerkers en ouders) die toekomst samen vorm gaan geven.
Het nieuwe Schoolplan 2018-2022 is opgebouwd rondom zes competenties van leerlingen:
- Persoonlijke ontwikkeling: je bent zelf de regisseur van je eigen ontwikkeling.
- Zelfredzaamheid: ben wijs en weerbaar in een altijd veranderende wereld.
- Creativiteit: creëer mogelijkheden voor jezelf en anderen door creatief en flexibel te zijn.
- Communiceren: probeer de wereld te begrijpen en zorg dat je zelf begrepen wordt.
- Wereldburgerschap: ben bewust van je plek op de aarde en maak ‘m toekomstbestendig.
- Ondernemendheid: neem initiatief, durf risico’s te nemen en werk samen om dingen voor elkaar te krijgen.
Deze uitgangspunten hebben allemaal één ding gemeen: neem initiatief. Ging het gisteren wat minder? Misschien gaat het vandaag wel veel beter. En anders is morgen weer ‘A New Day’!"
In de afgelopen maanden is dit schoolplan gemaakt voor en door de mensen van de drie scholen: leerlingen, ouders, medewerkers, directeuren, bestuurders, toezichthouders en externe relaties van de scholen in de Brainport regio. Ik heb daarbij ondersteund als procesbegeleider.
Lees hier: To be the future
Start CAO traject
Vakbonden en PO raad begonnen met onderhandelingen nieuwe cao
De sociale partners in het primair onderwijs zijn begonnen met de onderhandelingen voor een nieuwe cao. Vakbonden AOb, CNV Onderwijs, FvOv, FNV Overheid, AVS en werkgeversorganisatie PO-Raad wisselden op 5 december hun inzetbrieven uit als start van de cao-onderhandelingen.
De CAO PO 2018-2019 loopt tot 1 maart 2019. De sociale partners gaan daarom het gesprek aan over een nieuwe cao voor het primair onderwijs. Voor leraren is met de CAO PO 2018-2019 een belangrijke stap gezet naar een eerlijk en rechtvaardig salaris, mede door de extra loonruimte van 270 miljoen die minister Slob investeerde in de verhoging van lerarensalarissen én de aanvullende inzet van werkdrukmiddelene. Sociale partners hebben afgesproken tijdens deze cao-onderhandelingen tenminste te onderzoeken of de functiebeschrijvingen van ondersteuners nog actueel zijn en te kijken naar de positie en beloning van schoolleiders.
Ik ondersteun de onderhandelingen in de rol als onafhankelijk voorzitter van de cao-tafel.
Trots op VMBO
In Apeldoorn is het tweede jaar van start gegaan van de campagne Trots op vmbo. Het Waarom van deze campagne is heel simpel. Het vmbo-diploma is iets om trots op te zijn. Het vmbo vormt een sterke basis voor veel beroepen en biedt volop kansen voor een succesvolle toekomst.
Ambassadeur
Loes Arends is een jaar lang ambassadeur voor het vmbo in Apeldoorn. De leerlinge van het Sprengeloo won op 15 november de finale van de verkiezing uit negen hoogvliegers. Van de negen geselecteerde hoogvliegers waren drie finalisten overgebleven. Naast Loes waren dat Wessel Rouw (Cortenbosch) en Kim Nokkert (Edison College). Zij presenteerden zichzelf aan het publiek en de vakjury. Die bestond uit Nathan Stukker (wethouder onderwijs gemeente Apeldoorn) Jan Haverkamp (projectleider Techniek Platform Apeldoorn) en Jantine Keuterink (programma-technicus en oud-leerling van het Veluws College Cortenbosch).
,,Het vmbo is gewoon verschrikkelijk mooi beroeps onderwijs’’, aldus winnares Loes Arends. Zij wist de jury te overtuigen doordat zij het publiek meenam in haar enthousiaste verhaal en ambitie om het vmbo écht op de kaart te zetten. ,,Op de Scholenmarkt in Twello vertel ik andere leerlingen dat je met een vmbo-diploma echt een voorsprong hebt op een vervolgopleiding.’’ In een filmpje vertelden anderen over Loes hoe zij als verbinder vaak het initiatief neemt en een echte doorzetter is. De twee andere finalisten Kim en Wessel combineren school met sporten op een hoog niveau: Kim als rytmisch gymnaste en Wessel als volleyballer. ,,Het is belangrijk dat je doet wat je leuk vindt en op het vmbo kun je helemaal jezelf zijn.’’ Dat was de gezamenlijke boodschap van alle drie de hoogvliegers. Met deze verkiezing laten de vmbo-leerlingen zien, dat zij ambitieus zijn, hard werken en maatschappelijk betrokken zijn.
Via deze campagne werken de initiatiefnemers, de gemeente Apeldoorn en de drie Apeldoornse vmbo-scholen (Sprengeloo, Edison College en Veluws College Cortenbosch) aan een positief beeld van het vmbo-onderwijs. De campagne is onlangs voor drie jaar verlengd.
Project Sterk VMBO
Naast de campagne loopt in Apeldoorn ook nog het project Versterkt VMBO. Daarin heb ik de rol van projectleider. De voor de drie vmbo scholen verantwoordelijke besturen, VOG en AVOO, hebben de opdracht gegeven om te komen tot een toekomstbestendige inrichting van het vmbo in de stad. Daarbij zal geanticipeerd worden op de eisen die gesteld worden door leerlingen, ouders, vervolgonderwijs, gemeente, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen. Al deze groepen zijn betrokken bij het onderzoekdeel van het project. Vóór de zomer van 2019 moet er een visie liggen, voorzien van een ontwerp voor inrichting.
Sein op Groen
Minister verleent goedkeuring aan fusie Aves en SCPO
De besturen Aves en SCPO hebben samen 35 scholen in de gemeenten Noordoostpolder, Vollenhove en Kampen. Samen met de mensen in de organisaties en in de regio is in de afgelopen anderhalf jaar onderzocht of meer samenwerking op draagvlak kon rekenen. Dat bleek het geval! Er is gesproken met ouders, dorpsraden, de drie colleges van B&W, de eigen medewerkers en directeuren. De inspraakorganen en de raden van toezicht zijn intensief betrokken bij de verschillende stappen in de besluitvorming.
Daaruit is gebleken dat veel enthousiasme bestaat voor het samengaan van de beide organisaties. Meerwaarde wordt verwacht voor: de onderwijskwaliteit, het behoud van scholen in de kernen en wijken, de samenwerking met organisaties voor kinderopvang, welzijn, sport en wonen.
De Minister verleende onlangs zijn goedkeuring op basis van de ingediende fusie-effect-rapportage (FER). Daarmee zal de fusie gerealiseerd worden per 1 januari 2019. Dit betekent dat een lang gekoesterde wens in de Noordoostpolder-regio uit zal komen. Die gaat al terug tot de eerste bewoners, de pioniers in dit nieuwe land: gezamenlijk de schouders zetten onder een sterk, eigen, duurzaam en gevarieerd scholenbestand.
Samen met financieel adviseur Marcus Driessen en jurist Bart Wever ondersteunde ik het onderzoekstraject, de ontwikkeling van een gezamenlijke strategie (Het Nieuwe Hart) en delen van de voorbereiding. Wij wensen de mensen in en om de nieuwe organisatie veel succes met hun werk vanuit het Nieuwe Hart voor de volgende generaties in de Noordoostpolder.
Zelfstandig Verbonden
OSG De Hogeberg Texel: bestuurlijke verzelfstandiging en intensieve samenwerking met Den Helders onderwijs
Maandag 3 september vond in Den Burg een feestelijke bijeenkomst plaats van OSG De Hogeberg. De vorming van de nieuwe stichting voor de school betekent dat de OSG bestuurlijk zelfstandig is geworden en niet meer onder het bestuur van burgemeester en wethouders valt. De OSG was nog één van de handvol scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland waar dat het geval was.
De school valt nu onder de nieuwe stichting die een Raad van Toezicht met vijf mensen kent van wie twee Texelaars (Andrew Albers en Pepijn Lijklema). De laatste twee waren maandagmiddag bij de overdracht aanwezig.
Daarnaast maken Rob Limper, Thijs Pennink en Jan Mesu de nieuwe RvT compleet.
Handhaving van een sterk en breed aanbod van voortgezet onderwijs op Texel is het doel. De nieuwe stichting OSG De Hogeberg gaat daarom ook samenwerken met Scholen aan Zee, ROC Kop van Noord-Holland en de stichting Samenwerkingsschool in Den Helder om samen de schouders onder het onderwijs in de regio te zetten. De voormannen van Scholen aan Zee (Reinier de Voogd), het ROC (Aad de Wit) en de stichting Samenwerkingsschool (Ton Jong) benadrukten maandag dat ze elkaar hard nodig zullen hebben voor goed onderwijs.
De OSG was tien jaar geleden ook al in beeld voor verzelfstandiging toen het openbaar basisonderwijs op Texel zelfstandig werd, maar destijds werd besloten de OSG nog wat langer onder het college te laten vallen in verband met de verbouw en nieuwbouw van de school die toen gaande was.
De overdracht naar de stichting is op 1 oktober 2018 helemaal rond. Vanaf die datum zal Marcella Engbrenghof fungeren als rector-bestuurder van de enige brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs op Texel.
Ik was, samen met jurist Bart Wever, als adviseur betrokken bij: de realisatie van de verzelfstandiging, de samenwerking met de Noordkop scholen en de vorming van de nieuwe Raad van Toezicht.
Tous des Européens
Moderating Conferences Erasmus + European Directors Network 2018-2020
The Erasmus+ programme for training and education is carried out in all 28 member countries of the European Union. In 2016 the Informal European directors network was formed. The forming of this network derived from the need for more strategic cooperation at Erasmus+ NA Directors’ level: in order to strengthen the external position and internal functioning of national agencies and achieving the strategic goals of Erasmus+.
The primary objective of the informal network is to foster a stronger link between the policy priorities of the programme and its implementation, both cross national and cross sectoral. The networks main themes are:
- Developing a strategy on impact.
- Strengthening thematic cooperation.
- Setting up a structure for knowledge management.
In working upon these themes the directors network mainly focusses on developing towards a strong negotiating partner externally (especially towards the European Commission) but also on strengthening internal work processes.
I've been asked to assist the Erasmus + European Directors Network as a general moderator in executing their half-yearly meetings. The next meeting will be held in Austria, october 15-17 2018.
In 2019 en 2020 the two half-yearly meetings will be held in, consecutively, Romania and Finland (2019), Croatia and Germany (2020).
Eerste stap
Onderhandelaarsakkoord CAO Primair onderwijs: het Persbericht
Werkgevers en werknemers hebben een onderhandelaarsakkoord bereikt voor een nieuwe cao voor het primair onderwijs. Sociale partners zorgen daarmee dat het extra geld zo snel mogelijk bij de leraren terecht komt. Het akkoord wordt de komende weken voorgelegd aan de achterbannen.
De PO-Raad en vakbonden hebben de afgelopen periode de gezamenlijke verantwoordelijkheid genomen om tot een onderhandelaarsakkoord te komen waarbij zij maximaal gebruik hebben gemaakt van de financiële ruimte die er is. Leraren, schoolleiders, schoolbestuurders en andere werknemers hebben meegedacht en hun input gegeven.
Partijen willen dat leraren en scholen snel profiteren van de resultaten van de acties in het primair onderwijs. Onder druk van de acties is 270 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de salarissen van leraren. Dat bedrag is niet voldoende om de salariskloof met het voortgezet onderwijs compleet te overbruggen. De politiek is nu weer aan zet om het salaris in het primair onderwijs echt op een gelijkwaardig niveau te brengen. Dit is nodig om het lerarentekort in het primair onderwijs het hoofd te bieden.
De belangrijkste punten uit het onderhandelaarsakkoord zijn:
- In de nieuwe cao komt een nieuw loongebouw en functiebeschrijvingen voor leraren die recht doen aan de complexiteit van lesgeven in het primair onderwijs;
- De 270 miljoen euro is in het loongebouw ingezet voor de lerarenschalen, vooral daar waar de salariskloof met het voortgezet onderwijs het grootst is;
- Alle leraren krijgen een nieuwe, flink hogere salarisschaal;
- Daarbovenop krijgen alle werknemers een marktconforme salarisverhoging van 2,5% per 1 september 2018;
- Alle leraren in het primair onderwijs krijgen in oktober een eenmalige uitkering van 42% van hun nieuwe maandsalaris (naar rato van de aanstelling en aanstellingsduur);
- Alle medewerkers in het primair onderwijs krijgen in oktober een eenmalige uitkering van 750 euro (naar rato van de aanstelling en aanstellingsduur);
- Er komt meer professionele ruimte voor de schoolteams;
- Voor vervanging bij zieke leraren geldt de ketenbepaling niet langer. Hierdoor kunnen scholen alles op alles zetten om vervanging te regelen en lesuitval te voorkomen;
- De verplichte functiemixpercentages verdwijnen uit de cao. Er wordt 70 miljoen euro extra toegevoegd aan lerarensalarissen. Scholen, leraren en schoolbesturen gaan zelf over het functiebouwwerk in hun organisatie;
- Bovenwettelijke uitkeringen worden aangepast;
- De cao wordt eenvoudiger, transparanter en beter leesbaar;
- De cao loopt tot 1 maart 2019.
Het primair onderwijs heeft stevig van zich laten horen het afgelopen jaar. De sector vraagt eensgezind om extra middelen. Vakbonden en de PO-Raad doen dat omwille van een rechtvaardige beloning voor alle werknemers, het tegengaan van het lerarentekort en in het belang van de kwaliteit van onderwijs voor de leerlingen.
Ik ondersteun de CAO Tafel PO in de rol van onafhankelijk voorzitter
Inclusief experiment
Samen in de klas: goed idee, maar praktijk is weerbarstig
Leerlingen in het speciaal onderwijs moeten zoveel mogelijk mixen met kinderen op reguliere scholen. Na vier jaar wordt gekeken of de speciale school dicht kan. Deskundigen zien haken en ogen.
Op donderdag 31 mei verscheen onderstaand artikel in het AD en enkele kopbladen. Auteur: Ellen van Gaalen
De 13-jarige Lara zit in een klas van het speciaal basisonderwijs (sbo). Toch voelt het niet alsof ze op een speciale school zit. Lara gaat naar brede school Het Anker waar leerlingen uit het speciaal basisonderwijs en de reguliere klassen door elkaar zitten. Ze speelt samen met de reguliere groepen 8 buiten, volgt de rekenlessen met die leerlingen. ,,Ik ben goed in rekenen, dus het is cool dat ik mag meedoen. Dan leer ik gelijk nieuwe mensen kennen'', vertelt ze.
Haar vaste rekenmaatje uit de reguliere groep 8 zit naast haar: de 12-jarige Davinia. De twee zijn vriendinnen geworden. Wat ze vooral samen doen? ,,Lachen, veel lachen. En ook nog wat opdrachten. Ik leer ook van Lara, hoor'', zegt Davinia grinnikend. Lara: ,,Echt? Hoe je snel van onderwerp kunt veranderen zeker?'' Davinia (opnieuw lachend): ,,Ja, dat zeker!''
Kilometerslange ritten
In Wijk bij Duurstede is het uitgangspunt dat kinderen zo dicht mogelijk bij huis naar school moeten kunnen, zodat ze geen kilometerslange ritten in een busje hoeven af te leggen naar het speciaal onderwijs. ,,Deze kinderen horen erbij, moeten met kinderen van school kunnen spelen in de buurt waar ze wonen'', stelt Freerik Meeuwes, bestuurder van de Stichting Gewoon Speciaal.
Het is het begin van passend onderwijs zoals de overheid dat voor ogen heeft: zoveel mogelijk leerlingen dichtbij huis op reguliere scholen met passende ondersteuning. Tot dusver komt het lastig van de grond. Leraren ervaren een groeiende werkdruk, zeggen de expertise niet in huis te hebben om al die 'zorgleerlingen' op te vangen en vinden dat ze te weinig aandacht kunnen besteden aan alle leerlingen.
Hoge drempel
Om passend onderwijs een stap verder te helpen, start in het volgende schooljaar een experiment. Meer leerlingen van het speciaal onderwijs moeten in klassen van het 'lichtere' speciaal basisonderwijs (sbo, een tussenvorm tussen regulier en speciaal onderwijs) komen. En vanuit het voortgezet speciaal onderwijs moeten meer scholieren op reguliere middelbare scholen worden ondergebracht. De scholen krijgen vier jaar de tijd om te leren wat er nodig is om het speciaal en reguliere onderwijs te mengen.
Toch kleeft er een groot nadeel aan het experiment, vinden de scholen: ze moeten na vier jaar óf de stekker uit het speciaal onderwijs trekken of weer teruggaan naar de situatie van nu. ,,De drempel om mee te doen is groot, want de uitkomst staat al vast'', stelt Wim Ludeke, voorzitter van het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LECSO). ,,Hoe kan je nu al zeggen dat je scholen opheft als je niet weet waar je straks tegenaan loopt? Dit riekt naar het oppoetsen van de statistieken, want zo daalt het aantal kinderen in het speciaal onderwijs en het wordt ook goedkoper. Maar we horen niet hoe het met die leerlingen gaat.''
Gewoon Speciaal
Hoewel de Stichting Gewoon Speciaal hard werkt om meer leerlingen op reguliere scholen te behouden, ervaart ook zij een grote drempel. ,,Straks zegt een school: oké, we doen het, en dan lopen alle andere ouders weg omdat ze vinden dat de kinderen met zorgbehoeftes te veel tijd opslokken'', verklaart Meeuwes. Het experiment zou juist ruimte moeten bieden om uit te zoeken hoe leerlingen met alle achtergronden kunnen mengen in nieuwe klassen, vindt hij. ,,We verwijzen al tientallen jaren kinderen door naar het speciaal onderwijs. Je kunt niet verwachten dat diezelfde kinderen nu ineens wél in reguliere klassen kunnen blijven. Als we hadden geweten hoe dat moet, hadden we dat allang gedaan.''
Volgens het ministerie van Onderwijs is dit experiment juist bedoeld om uit te zoeken waar scholen tegenaan lopen als ze meer leerlingen willen mengen. Maar uiteindelijk is het ook de bedoeling dat de scholen fuseren. Volgens OCW is het geen bezuinigingsmaatregel, maar moeten de leerlingen onder één school en één bestuur vallen zodat de Onderwijsinspectie goed toezicht kan houden.
Hoewel Het Anker al veel doet zonder de proef zou deze school ook meer willen. ,,De kinderen moeten in een sbo-stamklas zitten. Als we dat niet willen, moeten we het sbo opheffen en alle leerlingen overhevelen naar de reguliere klassen. Maar wat als de leraar dan zegt: dit kind is te moeilijk, dit kan ik niet aan. Waar gaat die leerling dan heen? Ik durf dat risico nu nog niet te nemen'', legt Meeuwes uit.
Lichamelijke beperking
Ondanks alle moeilijkheden bouwt Het Anker verder. ,,We hebben laatst een meisje terug in de klas gekregen dat al langere tijd thuis zat. En we kregen nu ook een aanvraag voor een leerling van het speciaal onderwijs met een lichamelijke beperking. We gaan kijken of we die kinderen ook een plekje kunnen geven'', vertelt directeur Inge Westerveld. Want één ding telt hier: voor de kinderen is deze mengelmoes van grote waarde. Lara kan dat onderschrijven. ,,Het voelt anders hier. Op mijn oude sbo-school kon ik niet focussen op mijn werk. Ik gooide mijn schriftje terug in de mand zonder dat ik iets had opgeschreven. Hier gaat het veel beter.''
In opdracht van de verantwoordelijke besturen - de scholen, kinderopvang, de gemeente Wijk bij Duurstede, het SWV Zuid Oost Utrecht - ondersteun ik het experiment in Het Anker in de rol van procesbegeleider.
Loep op Leraar
Internetconsultatie vanuit cao-proces: nieuwe functiebeschrijvingen beroep leraar
Leraren, schoolleiders en schoolbestuurders uit het primair onderwijs kunnen meedenken over nieuwe functiebeschrijvingen voor leraren in het basis-, speciaal basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs. Via een internetconsultatie kunnen de 120.000 professionals uit deze onderwijssector tot en met dinsdag 15 mei laten weten of ze de conceptbeschrijvingen goed en werkbaar vinden.
Het beroep van leraar is de afgelopen jaren behoorlijk veranderd. Daarom zijn er nieuwe functiebeschrijvingen nodig. De cao partners - PO-Raad en de vakbonden - hebben met een groep leraren, schoolleiders en schoolbestuurders conceptbeschrijvingen laten maken voor de lerarenfuncties in het primair onderwijs. De conceptbeschrijvingen bestaan uit een functiereeks met vier niveau's.
Centrale vragen
Nu is de vraag aan alle professionals uit het primair onderwijs of de conceptbeschrijvingen recht doen aan het werk en het takenpakket van de leraar. Stimuleren ze (door)groei en ontwikkeling? En maken ze het beroep van leraar in het primair onderwijs aantrekkelijker?
Direct naar de vragenlijst: Vragen Leraar PO
Alle input en antwoorden die via de internetconsultatie wordt gegeven op de inhoud van de functiebeschrijvingen nemen de sociale partners mee naar de cao-onderhandelingen. Deze ondersteun ik op dit moment als onafhankelijk voorzitter. Aan de cao tafel stellen de partijen de functiebeschrijvingen definitief vast. Daarnaast komen er nieuwe (hogere) salarisschalen die passen bij de zwaarte van de functies.
De sociale partners hopen dat veel leraren, schoolleiders en schoolbestuurders via de internetconsultatie hun mening geven, zodat de leraren in het primair onderwijs functiebeschrijvingen krijgen die passen bij de leraren, bij de scholen en bij de schoolbesturen.
Bres & Bus
In gesprek met Kamerleden en Ministeries voor behoud Kraamkamer Zeeuws-Vlaams onderwijs
Op 13 maart j.l. zijn vertegenwoordigers van de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, kinderopvangorganisaties en schoolbesturen van basis- en voorgezet onderwijs gezamenlijk naar Den Haag geweest. Daar voerden zij gesprekken met de Ministeries van OCW, BZK en SZW. Inzet betrof het verkrijgen van financiering en/of regelruimte om de weglek van kinderen naar het onderwijs in Vlaanderen tegen te gaan met het borgen van startgroepen voor peuters van 2 tot 4 jaar. Ook spraken zij hierover met de Tweede Kamer fracties van de grotere politieke partijen VVD, CDA, D’66, GroenLinks en PvdA. Er is reeds brede steun vanuit de Provincie Zeeland, het Zeeuws-Vlaamse bedrijfsleven (VNO-NCW), ROC Scalda en de Hogeschool Zeeland.
Weglek kinderen en aanslag op leefbaarheid
In Zeeuws-Vlaanderen is sprake van een voor Nederland uniek vraagstuk voor de sectoren onderwijs en opvang en, verdergaand, voor de leefbaarheid en het vestigingsklimaat in de regio. Gemiddeld genomen over de afgelopen jaren gaat namelijk circa 10 tot 12% van alle kinderen tussen 2 en 18 jaar naar onderwijs- en opvangvoorzieningen in Vlaanderen.
Dat komt vooral doordat de kinderopvang in België zo goed als gratis is én kinderen al vanaf 2,5 jaar naar een vorm van onderwijs kunnen. Hierdoor lopen de Zeeuws-Vlaamse opvanglocaties en scholen jaarlijks tien miljoen euro aan inkomsten mis. Dat betekent ook dat circa 150 voltijds arbeidsplaatsen ‘onttrokken’ worden aan de regio.
Bewezen succes van de startgroepen als kraamkamer
Op initiatief van de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, de vijf schoolbesturen en de drie kinderopvangkoepels is al enige jaren geleden actie ondernomen om deze ontwikkeling te keren. Met tijdelijke ondersteuning van het Ministerie van OCW zijn zogenaamde startgroepen gestart in de grensregio. Dit is een thuisnabije voorziening voor peuters van 2 tot 4 jaar. Ze zijn direct gekoppeld aan scholen, waardoor een soepel scharnierpunt is gerealiseerd tussen opvang en school. Ze zijn bovendien financieel aantrekkelijk voor ouders: 5 dagdelen, waarvan slechts 2 betaald en dus 3 gratis.
Er zijn nu 12 startgroepen verdeeld over 9 kernen. Dit zijn circa 260 kinderen. Dat is een toename van de deelname in de opvang van die 9 kernen van 11.8% in 2011 naar 55,4% in 2017. De startgroepen zijn dus een succesvol instrument om kinderen een doorgaande ontwikkelingslijn te kunnen bieden én de weglek naar België stevig te dempen. Immers, de ervaring leert: kinderen, die eenmaal in het Nederlandse stelsel zitten, blijven behouden voor de Nederlandse onderwijssoorten na het basisonderwijs. Het vergroten van de instroom is dus ook de levensader voor het voorgezet onderwijs in de regio en voor delen van het gehele Zeeuwse mbo en hbo. Om deze reden komt ook instroom breed naar voren in het Reddingsplan van de Taskforce voortgezet onderwijs. En zo komt ook een derde van de instroom van de Hogeschool Zeeland uit Zeeuws-Vlaanderen.
Onder druk
De startgroepen bestaan nu dankzij cofinanciering van het basisonderwijs en de kinderopvangkoepels. De gemeenten Terneuzen, Hulst en Sluis dragen indirect bij door het mogelijk maken van brede toegankelijkheid (peuterspeelzalen). De financiële bijdrage vanuit het basisonderwijs (vanuit zogenaamde fusiecompensatie-middelen) is op tijdelijke basis mogelijk gemaakt door de vorige staatssecretaris Dekker. De looptijd van deze regeling is maximaal 6 jaar per startgroep. Voor de eerste startgroep loopt deze af in 2019. Hiermee is het voortbestaan in gevaar en daarmee de instroom voor alle onderwijs - PO, VO, MBO, HBO - in de gehele regio.
Veilig stellen voor de toekomst: met de bus op de bres!
Wat dus nodig is, is een andere financiering én regelruimte voor inzet van reeds bestaande middelen van onder meer gemeenten en schoolbesturen. Op 13 maart zijn daarvoor de eerste afspraken gemaakt met de Ministeries. Diverse Kamerleden hebben aangegeven deze kwestie graag op de agenda te zetten. De Zeeuws Vlaamse bestuurlijke coalitie werkt nu een plan uit voor verduurzaming en financiering van de startgroepen. Ik ondersteun daarbij in de rol van procesbegeleider. Eind april/ begin mei worden de gesprekken over dat plan met de betrokken Ministeries voortgezet.
Impact & Disseminatie
Bordeaux 22 & 23 Maart 2018 - Training seminar Erasmus + strategische partnerschappen
Één van de kernactiviteiten in het Erasmus + programma is het vormen van strategische partnerschappen tussen onderwijs- en onderzoeksinstellingen onderling én tussen onderwijs, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Dat vindt plaats binnen en tussen de EU landen. Op een tweedaags seminar in het Franse Bordeaux verzamelt zich eind maart een groep van circa 80 (project-)managers om te leren van lopende praktijken van Erasmus + partnership-projecten uit alle aangesloten landen. Centraal staan de vragen:
- hoe de impact van strategische partnerschappen tot stand te brengen?;
- hoe de impact in beeld te brengen en te volgen? én
- hoe de kennis daarover te verspreiden onder een groter volume aan instellingen en stakeholders?
De deelnemers zijn afkomstig uit alle kennis-sectoren: funderend onderwijs (PO en VO), MBO/ vocational, hogescholen en universiteiten. De organisatie is in handen van vijf nationale agentschappen uit Frankrijk, België, Kroatië, Luxemburg en Finland. Ik begeleid het seminar in de rol van facilitator.
De doelstellingen van het seminar zijn kortweg:
- Ontwikkeling kennis en vaardigheden.
- Vergroting impact van lopende projecten.
- Netwerkvorming en deling van good & bad practices.
- Ontwikkeling toolbox en kennisbasis: toegankelijk voor alle E+-deelnemers.
De resultaten van het seminar worden samengevat en gedeeld met de Europese Commissie (DG Onderwijs Jeugd Sport & Cultuur) en verspreid onder alle nationale agentschappen Erasmus +.
PO-front onderhandelt
De sociale partners in het primair onderwijs zijn vandaag begonnen met de onderhandelingen voor een nieuwe cao. Dat hebben zij vandaag per brief aan minister Slob gemeld. Daarnaast wordt er 14 februari toch gestaakt in Noord-Nederland: als PO-front stellen de betrokken partijen vast dat het kabinet te weinig actie onderneemt om de problemen in de sector op te kunnen lossen. Ook de tweede stap in de estafetteacties wordt gezet, met een staking op 14 maart in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht.
Salaris en werkdruk
Vakbonden AOb, CNV Onderwijs, PO in Actie, FvOv en FNV Overheid, schoolleidersvereniging AVS en wergeversorganisatie PO-Raad blijven van mening dat het door Rutte-3 beschikbaar gestelde geld niet toereikend is. "In plaats van 270 miljoen euro aan extra salarisruimte moet er jaarlijks 900 miljoen euro bij om de loonkloof met het voortgezet onderwijs te dichten. Voor bestrijding van de werkdruk voor leraren en ondersteuners is zo snel mogelijk 500 miljoen euro nodig in plaats van 430 miljoen aan het einde van de kabinetsperiode."
Start cao traject
De sector wil zijn verantwoordelijkheid nemen en het geld dat nu beschikbaar is zo goed mogelijk inzetten. Partijen zijn daarom begonnen met cao-overleg.
Aangegeven wordt dat de sector zit te springen om een beter beheersbare werkdruk. Het PO heeft het hoogste percentage burn out klachten: 1 op de 4 leraren heeft daar last van. De sector wil daar graag van af en is van mening dat dat niet lukt met de extra 10 miljoen euro die het kabinet voor 2018 heeft gereserveerd. Dus willen de sociale partners, ook tijdens de onderhandelingen, proberen de budgetruimte die voor 2021 beschikbaar is naar voren te halen. Plannen voor de inzet van het extra geld liggen klaar.
Lerarentekort
Aan het eind van deze kabinetsperiode wordt het lerarentekort in de sector door het ministerie van OCW geraamd op meer dan 4000 voltijdsbanen. Voor 2027 wordt gerekend met een tekort van 11000. Om te zorgen dat de aanwas op de pabo's toeneemt, volstaat volgens de sociale partners het bedrag van 270 miljoen euro niet om de PO-leraren op hetzelfde salarisniveau als in het VO te brengen.
Om een idee te presenteren hoe het wel zou moeten, proberen de werkgevers en de vakbonden ook tot een optionele cao te komen, waarin het gewenste budget van 1,4 miljard euro is verwerkt.
Op dit moment ondersteun ik de cao tafel primair onderwijs in de rol van onafhankelijk voorzitter. Die invulling is gestart in het voorbereidingstraject van de sociale partners op de nu gestarte cao ronde; vanaf het najaar van 2017.
Verrassend vooruit!
Noordkop combinatie
Verzelfstandiging VO Texel & Samenwerking Den Helders MBO, VO en VSO
Het college van Texel stelt de gemeenteraad voor de intentie uit te spreken tot verzelfstandiging van OSG de Hogeberg per 1 september 2018 (uiterlijk 1 januari 2019). Tegelijkertijd dienen er formele afspraken gemaakt te zijn over samenwerking door OSG De Hogeberg met onderwijsinstellingen bovenin de Kop van Noord Holland. Beide intentieverklaringen zijn bedoeld om de toekomst van OSG de Hogeberg als brede scholengemeenschap op Texel te kunnen waarborgen. De gemeenteraad besluit tot het uitspreken van deze intenties op 20 december 2017.
Burgemeester Michiel Uitdehaag: “De OSG is essentieel voor ons woon en- en werkklimaat op Texel. De school is
kansrijk en daar is door de medewerkers en de schoolleiding de afgelopen periode hard aan gewerkt. Het is nu zaak om de juiste vervolgstappen te zetten”.
Voor de verzelfstandiging wordt een stichting openbaar onderwijs opgericht. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door een rector-bestuurder en een Raad van Toezicht. Voor de samenwerking wordt een formele samenwerking in onderwijs en bedrijfsvoering nagestreefd met het ROC Kop van Noord Holland, VO koepel Scholen aan Zee en de stichting voor (voortgezet) speciaal en praktijkonderwijs in de Noordkop.
Het college volgt met deze voorstellen de conclusies en aanbevelingen op uit het Adviesrapport (Bestuurlijke) Toekomst OSG De Hogeberg: dat rapport is door Marcus Driessen en mij geschreven.
Het adviesrapport wordt door het Texels College beschouwd als markering van het einde van een ingrijpende periode voor OSG De Hogeberg. Een periode die startte in 2013 met onderwijskundige en financiële problemen op de school, gevolgd door de werkzaamheden van een verandermanager met als resultaat de Nota Toekomstvisie OSG De Hogeberg, het niet doorgaan van een eerder voorgenomen bestuurlijke fusie en de verdere onderwijskundige en bedrijfsmatige ‘wederopbouw’ onder de nieuwe rector.
Oranje Kennis
Geslaagde start Orange Knowledge Programme - for Global Development
Op donderdag 2 november j.l. vond de Partnerdag Global Development plaats in Utrecht. Ruim 160 gasten waren aanwezig. De sleutelspelers onder de Nederlandse universiteiten, hogescholen, ROC's en vakinstellingen, die actief zijn op het terrein van institutionele capaciteitsversterking en beurzen voor mid career professionals van ruim 50 landen uit de regio Afrika, Azië en Latijns Amerika.
De organisatie was in handen van Nuffic, samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Meer weten? Lees het onderstaande Magazine.
mots-nuffic-issuu3-1
In de zomer en herfst van 2017 was ik als projectleider en interim manager Global Development binnen Nuffic betrokken bij de start en ontwikkeling van het Orange Knowledge Programme. Het dagvoorzitterschap op de partnerdag van 2 november vormde voor mij de afsluiting daarvan.
Ik wens alle Nederlandse en (in het jargon) zuidelijke partners van het nieuwe programma voor Global Development alle succes toe in de realisatie van de kansen die het OKP biedt!
Fusie in Bevelanden
Groen licht Minister OCW voor samengaan Alpha Scholengroep en Nobego
Vrijdag 6 oktober hebben de Alpha scholengroep en Stichting Nobego groen licht gekregen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om te fuseren per 1 januari 2018. Vanaf die datum wordt een samenwerkingsbestuur gevormd tussen christelijk- en openbaar basisonderwijs in de Bevelanden.
Oordeel en advies CFTO
"Door de fusie ontstaat een samenwerkingsbestuur tussen openbaar en bijzonder onderwijs dat actief is in vijf gemeenten op de Zeeuwse eilanden Noord- en Zuid-Beveland. Het nieuwe bestuur wordt verantwoordelijk voor 24 openbare en protestants-christelijke scholen en telt ruim 3.200 leerlingen. De motivatie voor de voorgenomen fusie is gelegen in de omstandigheid dat Stichting Nobego naar verwachting niet in staat zal zijn om de komende jaren alle eigen onderwijsvoorzieningen zelfstandig in stand te houden. De CFTO constateert ten aanzien van de voorgenomen fusie dat:
- in het fusiegebied als geheel, dat bestaat uit de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal, een marktaandeel ontstaat van 41%;
- in de gemeente Goes een aandeel ontstaat van 61%;
- met de fusie voorkomen kan worden dat obs St@mperius in Goes vanaf 2020 mogelijk gesloten wordt;
- de overige betrokken onderwijsinstellingen, qua locatie en identiteit, in stand blijven;
- er een identiteitscommissie wordt ingesteld op stichtingsniveau om te waken over de openbare en bijzondere identiteit van de verschillende scholen;
- er sprake is van steun en instemming bij medezeggenschap en betrokken gemeenten.
De CFTO constateert op basis van bovenstaande dat bij deze fusie de daadwerkelijke variatie in het onderwijsaanbod, bedoeld in artikel 64c van de Wet op het Primair Onderwijs, niet in het geding is. Zij adviseert de minister van OCW om de instemming niet te onthouden aan de voorgenomen bestuurlijke fusie tussen Alpha en Nobego."
Samen met financieel adviseur Marcus Driessen voerde ik, najaar 2016-begin 2017, het verkennend onderzoek uit naar de meerwaarde van de bestuurlijke samenwerking tussen de twee stichtingen.
Brainport Education
Start Traject Koersontwikkeling SPVOZN 2018-2022
De Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland (SPVOZN) verenigt het Stedelijk College Eindhoven en de International School Eindhoven. De stichting wil staan voor excellent onderwijs in een internationale toptechnologieregio.
De scholen
Het Stedelijk College Eindhoven (SCE) heeft twee locaties:
- De locatie Henegouwenlaan (ruim 1600 leerlingen) omvat de opleidingen vwo (gymnasium en atheneum), havo en mavo. Van alle opleidingen wordt tevens een tweetalige variant aangeboden.
- De locatie Oude Bossche Baan (ruim 1000 leerlingen) verzorgt mavo en alle overige leerwegen in het vmbo, deels via leerwegondersteunend onderwijs. Hier is ook een eerste opvang voor anderstaligen (EOA) gehuisvest.
De campus International School Eindhoven ISE) bestaat uit twee afdelingen:
- De Primary School (circa 585 leerlingen) verzorgt Nederlandstalig primair onderwijs en Engelstalig primair onderwijs (International Primary Curriculum).
- De Secondary School (circa 325 leerlingen) verzorgt het Middle Years Programme (MYP) en het Diploma Programme (DP) van the International Baccalaureate Organisation.
Het traject
Het College van Bestuur van SPVOZN staat voor de opdracht het nieuwe schoolplan voor het tijdvak 2018-2022 te ontwikkelen. SPVOZN heeft een traditie om voor elke cyclus van vier jaar in het schoolplan de visie op onderwijs, de kernkwaliteiten en de belangrijkste speerpunten van extern en intern beleid samen te brengen. Het is daarmee de basis voor de jaarplannen en de resultaatafspraken voor de drie locatieniveaus. Ik ondersteun het ontwikkeltraject van de nieuwe koers.
Tussen najaar 2017 en voorjaar 2018 vinden op centraal niveau en in de scholen bijeenkomsten plaats met leerlingen, ouders, bedrijven, instellingen, medewerkers, directie en toezichthouders. Daarnaast wordt input verzameld uit internationale, nationale en regionale kaders voor voortgezet, primair en internationaal onderwijs. Gebaseerd op die bronnen is uiterlijk voorjaar 2018 de nieuwe strategische koers gereed.
KOP werk
Ondertekening contract BuZa voor nieuw programma kennisontwikkeling
Nuffic en het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben op 31 juli j.l. een contract getekend voor een nieuw kennisontwikkelingsprogramma (KOP).
Het KOP richt zich op internationale kennisontwikkeling en samenwerking tussen Nederlandse en zuidelijke partners. Het omvat de combinatie van een institutioneel deel samen met beurzen in 22 landen. Daarnaast zijn er programma's voor sec individuele beurzen en groepstrainingen op maat in een groep van ruim 30 landen. De looptijd is 5 jaar.
Innovatie, cofinanciering, gelijkwaardige samenwerking en eigenaarschap bij zuidelijke partners krijgen veel aandacht in het programma.
Nuffic verbindt al 65 jaar global development en onderwijs. De doelstellingen van het KOP sluiten aan bij de ervaring, expertise en missie van Nuffic en van de Nederlandse kennissector. Vanuit de hernieuwde contractuele basis kan Nuffic zich de komende jaren blijven inzetten als knooppunt voor duurzame internationale kennissamenwerking, -uitwisseling en -ontwikkeling. Vanuit het Nederlandse onderwijs zijn daarbij vooral de universiteiten, hogescholen, ROC's en vakinstellingen aan zet. Het KOP nodigt hen daarbij uit om intensief te teamen met Nederlands en zuidelijk bedrijfsleven, overheden en NGO's.
Interim
In het voorafgaande aanbestedingstraject was ik projectleider voor de opstelling van het voorstel door Nuffic aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In de periode tot aan 1 oktober zal ik voor Nuffic het management waarnemen van de beide direct betrokken afdelingen: Beurzen en Capaciteitsversterking. Daaronder valt ook de voorbereiding van de voorgenomen samenvoeging daarvan per 1 januari 2018.
Wijk Inclusief
Officiële opening Het Anker: passend onderwijs in een unieke praktische vertaling
Woensdag 21 juni werd in Wijk bij Duurstede de Brede School Het Anker officieel geopend. Burgemeester Tjapko Poppens opende de school door een 'lint' door te knippen dat door de leerlingen van de school is gemaakt. De leerlingenraad heeft de genodigden de school laten zien.
Op 29 februari 2016 gaf wethouder Wil Kosterman het startsein voor de bouw. In februari van dit jaar werd de school in gebruik genomen. Brede School Het Anker biedt onderdak aan obs 't baken, sbo De Driehoek en kinderopvang KMN Kind & Co. Ook de gemeentelijke jeugd- en gezinsexpertise van Loket Wijk werkt vanuit het gebouw. Het Samenwerkingsverband Zuid Oost Utrecht (Zout) steunt deze samenbundeling van kennis en kunde, vanuit haar visie om te streven naar meer inclusief onderwijs.
De samenwerking
Wat maakt dat Het Anker voor kinderen, ouders en de lokaal regionale gemeenschap zo’n bijzondere invulling geeft aan passend onderwijs?:
- De kinderen van 4-13 jaar leren en leven hier samen in één gebouw: zo integratief mogelijk.
- Ze volgen, waar ook maar mogelijk, door elkaar heen de lessen: kinderen van ‘regulier BaO’, SBO en SO.
- Zorg is in de school: deskundige hulp ter plekke en snelle doorverwijzing met korte lijnen naar specialisten.
- Kinderen worden eerder en sneller geholpen: de school heeft de zorgexpertise in huis om dat te doen.
De voordelen
Ik ondersteunde het initiatief door de opstelling van een ontwikkelplan en de bijpassende investeringsagenda. Vanuit deze basis werken de vijf dragende organisaties, met ouders, team en directie, de komende jaren gericht aan de kwaliteit van onderwijs, zorg en ondersteuning in Het Anker. Door dit te doen, ontstaat meerwaarde in Wijk bij Duurstede. Immers, verwacht wordt:
- Minder segregatie omdat leerlingen uit Wijk bij Duurstede met diverse onderwijsbehoeften samenwerken en leren.
- Minder leerlingen die moeten reizen om buiten Wijk bij Duurstede passend onderwijs te krijgen.
- Minder kosten voor leerlingenvervoer buiten Wijk bij Duurstede (passend onderwijs thuisnabij).
- Minder doorverwijzing naar het speciaal onderwijs, door verbrede toelating.
- Minder inzet en doorverwijzing naar zwaardere zorg.
- Minder de noodzaak tot aparte behandelsetting.
- Minder bureaucratie, rapportage, specialistisch overleg en regellast.
Brede coalitie
Alle besturen basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs en de gemeente Apeldoorn tekenen convenant
Uit het Persbericht: ‘Kinderen en ouders zijn gebaat bij het beste dat we samen kunnen bieden.’
Het basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs in Apeldoorn en de gemeente Apeldoorn gaan de samenwerking intensiveren met als doel de aanwezige kennis en expertise van alle partijen te bundelen. Op die manier kan de ondersteuning aan leerlingen met specifieke (leer)behoeften duurzaam gerealiseerd worden.
Het gaat om een unieke samenwerking tussen de Veluwse Onderwijsgroep, Leerplein055, PCBO Apeldoorn, De Ambelt, De Onderwijsspecialisten, CSO Apeldoorn, Koninklijke Kentalis en de gemeente Apeldoorn. Vandaag hebben genoemde partijen een convenant ondertekend.
Afgelopen jaren hebben het Samenwerkingsverband Apeldoorn PO, basisscholen en speciale (basis)scholen veel ervaring opgedaan met het concretiseren van de Wet Passend onderwijs. Genoemde partijen willen kennis en expertise bundelen zodat deze optimaal ingezet kan worden om alle kinderen in Apeldoorn de voor hen beste ondersteuning te kunnen realiseren, nu en in de (nabije) toekomst.
‘Kinderen en ouders zijn gebaat bij het beste dat we samen kunnen bieden,’ aldus projectleider Hans van Gansewinkel. De ondertekening van het convenant maakt dat alle partijen die in Apeldoorn betrokken zijn bij het realiseren van ondersteuning aan leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte samen optrekken. Partijen beogen een verbetering van samenwerking tussen scholen voor speciaal onderwijs onderling en tussen speciaal en regulier basisonderwijs, zodat kinderen en ouders het beste aanbod krijgen. ‘Een unieke samenwerking in Nederland. Alle partijen stappen over hun eigen schaduw heen om nog beter in te spelen op de hulpvraag van kinderen en hun ouders. ‘
Gemeentelijk perspectief
‘Als wethouder Onderwijs juich ik deze samenwerking toe. Het is een belangrijke stap in de ontwikkeling om de Wet Passend Onderwijs tot een succes voor alle Apeldoornse kinderen te maken’, aldus wethouder Johan Kruithof.
Door ondertekening van het convenant is de weg vrij om te onderzoeken op welke wijze de samenwerking verder tot stand gaat komen.
Go voor overdracht
Instemming Commissie Fusietoets: behoud (V)SO Apeldoorn
Het plan om de Apeldoornse locaties van de Ambelt over te dragen aan De Onderwijsspecialisten is goedgekeurd door de Commissie Fusietoets Onderwijs. Met ingang van 1 augustus aanstaande draagt de Ambelt de locaties, leerlingen en medewerkers over. Het (voortgezet) speciaal onderwijs in Apeldoorn blijft daarmee bestaan.
De Apeldoornse locatie van de Ambelt voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) is gehuisvest in het Gentiaan College, het speciaal onderwijs (SO) op het Markerichtersveld. Voor de leerlingen die op deze locaties onderwijs en ondersteuning krijgen, verandert er voorlopig niets.
Ik ondersteunde de overdracht in Apeldoorn. “Het is een mooi voorbeeld van een bijzondere samenwerking waarin we elkaar versterken zodat onze leerlingen een nog betere aansluiting in de maatschappij vinden”, zegt Jolida Voetelink van het college van bestuur van de Ambelt. De Onderwijsspecialisten is het bestuur van 22 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en actief in de regio’s Arnhem, Zuidwest- Veluwe, Liemers, Achterhoek en Stedendriehoek. Bestuursvoorzitter van De Onderwijsspecialisten Wim Ludeke: “De overdracht in augustus 2017 betekent dat we kunnen bijdragen aan het behoud van voortgezet speciaal onderwijs in de regio.”
De Ambelt heeft in 2015 gekozen voor een nieuwe strategische koers. Met de invoering van passend onderwijs is er voor de Ambelt veel veranderd. Om zorg te dragen voor continuïteit van krachtig speciaal onderwijs heeft de Ambelt daarom gekozen om het speciaal onderwijs samen met lokale partners voor te zetten. Met als doel dat elke leerling onderwijs krijgt waarbij het eigen talent het best tot ontwikkeling komt. Als het kan op een reguliere school, als het beter is op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Vooruit naar 2022
Samen verder in realisatie duurzame kindvoorzieningen Terneuzen, Hulst en Sluis
In Zeeuws Vlaanderen is vanaf 2013 de samenwerking gezocht in de realisatie van toekomstvaste centra voor opvang, ondersteuning en onderwijs voor kinderen tussen 0-12 jaar. Dat is gebeurd in samenwerking tussen de drie gemeenten, de drie koepels voor kinderopvang en de vijf schoolbesturen.
De urgentie wordt gevoed door demografische krimp, circa 25%, en de 'weglek' van ongeveer 10% van de jonge kinderen naar België (waar opvang zo goed als gratis is). Inmiddels is van de nood een deugd gemaakt. In hoog tempo en met veel slagkracht worden integrale kind centra en innovatieve concepten gerealiseerd: startgroepen voor jonge kinderen en vernieuwende opleidingen voor medewerkers en directeuren zin slechts enkele van de unieke 'eigen' oplossingen die zijn neergezet.
De 'overall' aanpak voor de ruim 100.000 inwoners van deze regio is breed uitgerold vanuit het plan Op Weg. Inmiddels bestaat daarvan een lokale vertaling in drie plannen voor Terneuzen, Hulst en Sluis. Daarin is specifieke aandacht voor samenwerking tussen onderwijs, opvang, zorg en de lokale gemeenschap in stad of dorp. Huisvesting en materiële voorzieningen worden op peil gebracht, waar nodig. De accenten worden zo gezet dat variatie en keuzevrijheid in het aanbod, voor ouders en kinderen, blijft bestaan.
Ik heb deze ontwikkelingen de laatste anderhalf jaar ondersteund in de rol van procesbegeleider. In dit vroege voorjaar hebben we afgesproken de samenwerking voort te zetten voor de periode 2017-2018. In die fase zal de volgende stap gezet worden om regionaal en per gemeente te komen tot de innovaties en samenvoegingen, die de basis verstevigen voor een toekomstvast aanbod voor de 'nieuwste en jongste' inwoners van Zeeuws Vlaanderen.
VSO en SO Apeldoorn
Overdracht vordert
De voorbereiding van de bestuurlijke overdracht van de Apeldoornse Ambelt locaties SO Markerichtersveld en VSO Gentiaan College naar De Onderwijsspecialisten vordert. De Fusie Effect Rapportage (FER) en het locatieplan hebben de instemming van beide GMR-en. B&W van de gemeente Apeldoorn heeft positief geadviseerd. Dat geldt ook voor de besturen van de beide samenwerkingsverbanden (PO en VO) passend onderwijs.
De FER wordt nu behandeld door de Commissie Fusietoets (CFTO), het adviesorgaan van de staatssecretaris.
In Apeldoorn ondersteun ik deze overdracht. Hiermee worden voor de stad en de regio belangrijke stappen genomen om de specialistische ondersteuning voor de leerlingen thuisnabij te continueren.
Noordoostpolder
Onderzoek bestuurlijke samenwerking SCPO en Aves
Intensievere samenwerking kan mogelijk bijdragen aan behoud en versterking van de kwaliteit van het primair onderwijs in de regio. Daarnaast verwachten de besturen beter te kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen zoals krimp en Passend onderwijs. Tenslotte zijn er goede kansen om de leefbaarheid in de dorpen en de stadswijken te bevorderen door de ontwikkeling van integrale kindcentra. Het jaar 2017 wordt benut om een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden, draagvlak en gevolgen van samenwerking.
SCPO en Aves hebben gezamenlijk 36 basisscholen, waarvan 33 in de gemeente Noordoostpolder. Aves heeft ook twee scholen in Kampen en één in Vollenhove.
Voor de colleges van bestuur en raden van toezicht is het van belang dat de identiteit en de onderwijskundige visie van de afzonderlijke scholen een eigen plek blijven behouden. Beide organisaties streven naar kwalitatief goed onderwijs. Ouders en leerlingen kunnen blijven kiezen uit een gevarieerd aanbod: dat is het basis idee. Intensivering van de samenwerking tussen de beide besturen biedt mogelijk kansen om hier (nog) sterker op in te spelen.
Onderzoek
In februari 2017 starten Marcus Driessen en ik met het onderzoek. Kort voor de zomer zullen we ons rapport opleveren. Ouders, de gemeenten, schooldirecteuren, medewerkers en GMR-en worden actief betrokken in het onderzoekstraject. In de loop van het jaar zal vervolgens helder zijn of en zo ja onder welke voorwaarden de samenwerking verder wordt vormgegeven.
Mooie Tijden !
Wijk bij Duurstede
Duurzaam en geïntegreerd specialistisch onderwijs
De gemeente Wijk bij Duurstede, provincie Utrecht, heeft ruim 23.000 inwoners. Vanaf januari 2017 start in de gemeente een project om te komen tot een gedragen visie en een actieplan voor de realisatie van duurzame en maximaal met regulier onderwijs geïntegreerde voorzieningen voor specialistisch onderwijs.
De initiatiefnemers zijn de gemeente Wijk bij Duurstede, de stichtingen voor openbaar onderwijs en Gewoon Speciaal en het SWV ZOUT. De plannen moeten worden ingepast in de al gemaakte keuzes voor de toekomstige onderwijshuisvesting: de koers om ultimo 2030 alle kindvoorzieningen in Wijk onder te brengen in drie brede school concepten.
Vanaf januari wordt de eerste locatie betrokken: Het Anker. Nummer 2, De Heul, is mogelijk in 2025 gebruiksklaar. Het derde initiatief zal rond 2030 gereed zijn.
Het plan moet 1 april worden opgeleverd. Ik faciliteer de stuurgroep en de werkgroep die aan de ontwikkeling werken. Besluitvorming door alle ‘dragers’ wordt verwacht rond de zomer van 2017. Daarna kan de uitvoering starten.
Rewind Innocap
Impressie 7 december 2016 New World Campus
De toekomst van capaciteitsversterking stond centraal tijdens het seminar ‘Capacity building in education and research: the next step forward’. Organisatoren waren de VSNU, de Vereniging Hogescholen en EP Nuffic: zie het nieuwsartikel hiervoor.
Lessen Innocap
Karen Bakhuisen en Theo Hooghiemstra van EP Nuffic deelden zeven lessen vanuit de inzichten en resultaten die tot nu bereikt zijn. Lessen die relevant zijn voor de toekomst van capaciteitsversterking en de contouren vormen van mogelijke nieuwe programma’s. Een greep daaruit:
- Een programma moet flexibel en geïntegreerd zijn. Dan kan snel worden ingespeeld op beleidswijzigingen of urgente actuele ontwikkelingen.
- Triple helix-constructies en ‘Living labs’ lijken een vruchtbare vorm van samenwerking met het bedrijfsleven.
- Alumni die in Nederland hebben gestudeerd, kunnen nog actiever worden ingezet voor economische en politieke samenwerking.
- Er is een groeiende druk om verantwoording af te leggen over het rendement van overheidsinvesteringen (impact) door aantoonbare effecten.
- De uitvoering van programma’s kan niet slagen zonder een professionele uitvoeringsorganisatie.
Benieuwd naar wat er allemaal tijdens deze dag is besproken? Lees het volledige verslag in dit Magazine on the spot:
New World Campus 2016
Next step forward
Congres 7 december 2016 - Capacity building in education and research: the next step forward - New World Campus Den Haag
De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en het Nederlandse Aid & Trade beleid vormen de context voor de modernisering van capaciteitsversterking door onderwijs en onderzoek.
VSNU , VH en EP Nuffic organiseren het congres als opvolging van de beleidsvisie Knowlegde for All en vernieuwingsproject Innocap.
Vijf functies
Innovatie van Global Development – capacity building in research & education – biedt grote mogelijkheden voor versterking van:
- het internationale portfolio van kennisinstellingen;
- de international classroom in Nederland;
- de Nederlandse handelsbelangen: breed en specifiek topsectoren;
- de infrastructuur – kennis én handel – van zuidelijke landen;
- de aanpak van de root causes van vluchtelingenproblematiek.
Twee kern vragen worden verkend op 7 december:
- Hoe kunnen we de bestaande paden beter belopen?
- Welke nieuwe wegen kunnen we inslaan?
Hierbij staan centraal: inrichting via cofinanciering, samenwerking met het bedrijfsleven en NGO’s, slimmer gebruikmaken van handelsmissies, gerichte focus aanbrengen d.m.v. thema- en landenbenadering.
Ik faciliteer de meeting. Wie werkt mee ? Een selectie: Karl Dittrich VSNU – Rob Verhofstad, Hanze Hogeschool/ VH - Rob de Vos, Ministerie van Buza – Luuk Jan Boon, I Solutions - Laurian Hollander, STC Group Rotterdam - Frans Wijns, Philips Healthcare – Tom Veldkamp, ITC Universiteit Twente – Desiree Majoor, HKU – Hans Willem van der Waal, Agrofair - Frederike Praasterink, HAS – Theo Hooghiemstra & Karen Bakhuisen EP Nuffic – Han Aarts, PIE/ Universiteit Maastricht – Joep Houterman, Aeres.
Intervisie Debat
11 oktober 2016 - Congres Finance in het Onderwijs - Het Spant Bussum
Één van de onderdelen van het plenaire programma tijdens het jaarcongres Finance in het Onderwijs is het Intervisie Debat. Samen met Marc Otto (CvB ROC Deltion) Didier Dohmen (CvB BOOR) en Edwin Zimmerman (directeur bedrijfsvoering a.i. Haagse Hogeschool) ga ik in gesprek over o.a.:
- Doorzetten van onderwijsambities binnen krappe marges
- Implementeren van scenario management
- Gebruik van Big Data in financieel management
- Soft Controls als harde interventie
Het Intervisie Debat is onderdeel van het 6e CKC Congres Finance in het Onderwijs. Thema dit jaar is: financieel management in onzekere tijden... . Deze tijd van transities doet een appel op competenties als samenwerken, professionaliseren, inzage in- en maatvoering van tooling en data-integriteit. Data interpretatie sec schuift steeds meer op naar financieel scenario management. Daarnaast zal de financieel manager moeten gaan fungeren als partner in het bepalen van de onderwijsstrategie. Er wordt er een toenemend beroep gedaan op communicatieve vaardigheden, naast klassieke bedrijfseconomische vak-techniek. Immers, ook stakeholders zoals de Raad van Toezicht moeten geïnformeerd worden over de uitkomsten vanwege het effect op het resultaat. Wat betekent dit in de praktijk? Hoe moet de financieel manager balanceren tussen onderwijsambities en financiële risico’s?
Aanmelden: Finance in het Onderwijs
Alpha & Nobego
Start onderzoek meerwaarde samenwerking
Vanaf 2015 zijn de gesprekken gestart over een mogelijke intensivering van de samenwerking tussen twee schoolbesturen voor primair onderwijs in Noord- en Zuid Beveland.
- Nobego (openbaar), 10 scholen in Goes en Noord Beveland;
- Alpha Scholengroep (christelijk), 15 scholen in Borsele, Goes, Kapelle en Reimerswaal.
De directe aanleiding voor dit initiatief is de wens om de kwaliteit van de onderwijsvoorzieningen op peil te houden. Ook willen beide besturen de effectiviteit van de bestuurskracht versterken én zorgen voor een efficiënte inzet van middelen in de regio . Het onderzoek vindt plaats in een context van demografische krimp: daling van leerlingaantallen van 20-30% in 2020.
De besturen wisselen nu al kennis uit op het gebied van onder meer ICT, personeelsbeleid, financiën, onderwijs en huisvesting. Het gaat er nu om vast te stellen wat de volgende stap zou moeten zijn in het verder brengen van de bestuurlijke samenwerking; inclusief de condities waaronder dit succesvol kan gebeuren.
De besturen wensen nu een compacte onderzoeksperiode in te gaan tot aan 1 januari 2017. Ik voer dit onderzoek samen uit met Marcus Driessen. Feiten, cijfers, kansen en risico's worden in kaart gebracht. We spreken met alle betrokkenen: GMR-en (ouders en leerkrachten), directeuren, bestuurders, toezichthouders, de wethouders van de vijf gemeenten. Rond de jaarwisseling kunnen de besturen dan tot een Go/No Go komen voor het al/niet verstevigen van de samenwerking én (bij een Go) de keuze voor de meest optimale variant om deze in de praktijk te brengen.
Innocap captured
Innovation project capacity building through education: halfway
Since march 2015 EP-Nuffic initiated a process to renew the current programmes for capacity building through education (NFP and Niche) and generate inputs for future capacity building programmes. With the project Innocap: Innovative Capacity building, EP Nuffic consulted a great number of stakeholders and developed new instruments and initiatives.
The capacity building programmes NFP and NICHE, funded by the Ministry of Foreign Affairs and administered by EP-Nuffic, have generated impressive results over the years. But times are changing and a shift can be seen from specifically strengthening the capacity of developing countries, to structural international cooperation in education and trade opportunities.
Meanwhile, all contributors to Innocap are entering a new stage: connecting the results of all consultations and initiatives to commit to a new vision for capacity building. This is the basis for the design of new, future proof programmes and will include different themes we’ve seen in the past year for (professional) universities and vocational schools : co-creation, long-term collaboration, customisation, and a greater role for relevant alumni as well as vocational education and training.
In the magazine below you can read all about the latest developments, results and the next steps.
https://www.epnuffic.nl/en/publications/find-a-publication/innocap-magazine-innovative-capacity-building-through-education.pdf
I was project manager in the first stages: the design and start up of the innovation project, from march 1 2015 until april 1 2016. Now the project management is handed over to EP Nuffic. I'm still supporting the project by organising the next conference on Global Development & Innocap in The Hague (november 10 2016, New World Campus) and by giving advice about EP Nuffics future internal organization: 2017 and further.
Hier gebeurt het!
Publicatie E-zine Innovaties Kind Voorzieningen Zeeuws Vlaanderen
De zelfrijdende auto, de robotarm, een polsbandje als toetsenbord voor je smartphone. Allemaal voorbeelden van harde innovaties. In Zeeuws-Vlaanderen vinden nu ook innovaties plaats, maar dan zachte. Op het terrein van onderwijs, zorg en opvang. Schoolbesturen van verschillende signatuur werken samen, concurrerende kinderopvangorganisaties slaan de handen ineen en er ontstaan overal Integrale Kindcentra (IKC’s), niet alleen voor het kind maar voor het hele gezin.
Deze zachte innovaties bieden een antwoord op de demografische krimp. Zeeuws-Vlaanderen is een ‘topkrimpregio’: 25-40% minder kinderen de komende tien jaar. Daarnaast is er weglek van 10% van de kinderen naar scholen in België. Dat gegeven wordt hier echter aangegrepen om een kwaliteitsslag te maken. Door een betere leeromgeving te creëren voor kinderen, hen beter voor te bereiden op moderne vaardigheden en door voorzieningen voor kinderen te verknopen met andere functies in wijken en dorpen: denk aan sport, welzijn en cultuur.
De provincie, drie gemeenten (Hulst, Sluis en Terneuzen), vijf schoolbesturen en drie kinderopvangbesturen namen in 2013 de regie in handen. Dat heeft geleid tot het actieplan ‘Op weg’ dat tot doel heeft ‘toekomstbestendige kindvoorzieningen’ voor 0- tot 12-jarigen tot stand te brengen. Dat plan zal minstens tot 2020 doorlopen. In 2016 ondersteun ik het traject in de rol van procesbegeleider.
Resultaten blijven niet uit. Nu al is niet alleen kwaliteitsbehoud te zien maar ook kwaliteitsverbetering. Er is meer keuze in bso-activiteiten dan voorheen, IKC”s verenigen functies en mensen, scholen en kinderopvangorganisaties ruilen volop kennis en talenten uit. Er ontstaan informele contacten als kraamkamer voor meer formele samenwerking. Ook groeit het wederzijds begrip voor elkaars verschillen en ontstaat er een cultuur waarin professionals met elkaar meedenken, over institutionele muren en verschillende cao’s heen.
Binnen de perken wordt elke ruimte gevonden en benut. In het E-zine Kind Centraal in Vernieuwing wordt een aantal inspirerende voorbeelden van de innovatiedrift in Zeeuws-Vlaanderen uitgelicht. Want hier gebeurt het!
Hier gebeurt het!
Erasmus Plust
Vorming Informal Network Europese NA directeuren
“On the move to a closer cooperation in Erasmus + Education & Training.”
Ruim 30 landen-directeuren van de EU Nationale Agentschappen Erasmus+ waren op 23 en 24 mei in Nederland aanwezig voor de Informal Directors Meeting.
- Versterking van de samenwerking voor gemeenschappelijke uitdagingen;
- effectiever en strategischer opereren als gesprekspartner van de Europese Commissie en
- het pro-actief anticiperen op Europese beleidsdoelstellingen stonden deze dagen centraal.
Erasmus Plus is het EU programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport: elke lidstaat van de EU kent zijn eigen Nationaal Agentschap. De directeuren willen op Europees niveau hun samenwerking verstevigen. Ik begeleidde de tweedaagse in de rol van facilitator. Enkele NA directeuren aan het woord:
Erasmus + directors network
In vintage Hollandse omgeving in Zaandam werkten de directeuren gezamenlijk aan het op te richten informal directors network. De basis daarvoor is ter plekke opgesteld in een gezamenlijk Convenant. In dit ‘agreement from the heart’ zijn de doelen, de functies en de praktische werkwijze samengevat.
Daarnaast zijn kern thema’s verzameld en prioriteiten gesteld voor het netwerk zelf én voor de agenda met de Europese Commissie: voor de tweede helft van 2016, doorlopend tot tenminste 2020.
Een digitaal platform is nu online voor permanente verbinding. Begin juni ontmoeten de directeuren elkaar weer in Brussel. Dan worden de in Zaandam gemaakte afspraken verder uitgewerkt en in de praktijk gebracht. De eerstvolgende meeting van het informal network in wording zal dit najaar plaats vinden in Praag, vanuit een gezamenlijke organisatie van Tjechië en Slowakije. Dan kan verder geoogst worden wat in het Nederlandse voorjaar is gezaaid.
Innovative Initiatives
Call vernieuwing capaciteitsversterking
Op 26 april publiceerde EP Nuffic de Call for Innovative Initiatives. Hiermee worden universiteiten, hogescholen, ROC's en AOC's in de gelegenheid gesteld aanvragen in te dienen voor een vernieuwende benadering van projecten voor capaciteitsversterking.
De call maakt onderdeel uit van het innovatieproject Innocap. Daaraan werk ik mee als adviseur. Via dit project is EP Nuffic op zoek naar een toekomstvaste inrichting voor nieuwe programma's en rollen vanaf medio 2017. Het oogmerk is om capaciteitsversterking door onderwijs en onderzoek meer te enten op het Aid & Trade beleid van Nederland en de sustainable development goals (SDG's) van de VN (waaronder ook de aanpak van root causes van de vluchtelingenproblematiek en de ontwikkeling van fragiele staten).
EP Nuffic werkt daarin intensief samen met de VSNU, de Vereniging Hogescholen en de MBO Raad. De afstemming met de belangrijke Ministeries wordt tot stand gebracht: Buza, OCW en EZ. Via onder meer intensivering van de samenwerking met RVO en MKB Nederland wordt het bedrijfsleven meer ingeschakeld.
De call nodigt uit tot experimentele projecten in de groep van de acht, door Buza aangewezen, 'overgangslanden': Bangladesh, Benin, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique en Uganda.
De innovatie wordt met deze call vooral gezocht vanuit één van de volgende drie invalshoeken:
- Versterking vocational/TVET onderwijs.
- Vormgeving vanuit regionale samenwerking (landenoverstijgend).
- Inrichting via blended learning methoden.
De projecten dienen gericht te zijn op één van de speerpunt thema's in het Nederlandse buitenlands beleid: water, food security, security and the rule of law, sexual and reproductive health and rights.
Een aantal vormen van capaciteitsversterking kan in aanmerking komen voor financiering: curriculumontwikkeling, studieprogramma's & onderzoek, professionalisering staf en vorming van netwerken, samenwerking en kennismanagement.
Instellingen kunnen projecten indienen tot aan 17 juni 2016. Meer informatie op: Innovative initiatives
Speciaal herontwerp
Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en scholen voor speciaal onderwijs (SO) staan voor de uitdaging hun onderwijs en diensten toekomstvast te maken. Dan gaat het om het innoveren van het aanbod voor kinderen die: moeilijk leren, kampen met opvoedingsproblemen, langdurig ziek zijn of een lichamelijke of meervoudige beperking hebben. Wat speelt er voor deze scholen door de demografische krimp en de effecten van passend onderwijs?
- Er zijn minder leerlingen, minder inkomsten. Scholen worden (te) klein. Het gevaar is dat er teveel focus komt op overleven en te weinig op kwaliteit.
- Reguliere basisscholen differentiëren beter. Leerlingen die geplaatst worden in S(B)O scholen hebben een ingewikkelder problematiek.
Risico's
De gevolgen van niets doen zijn duidelijk:
- de opgebouwde expertise verdampt
- thuis nabij voor ouders en leerlingen staat onder druk
- innovatie capaciteit is onvoldoende stevig
- scholen worden qua organisatie en teams te klein
- motivatie en werkdruk van mensen komen in de knel
- de financiering wordt een probleem
Samenwerking tussen SO en SBO scholen is vereist om nieuwe antwoorden te vinden. Dat biedt ook legio kansen om nieuwe, meer vraag gestuurde en betere diensten voor leerlingen, ouders en basisscholen te ontwikkelen.
Ontwikkelagenda, visie en acties
Bestuurders van scholen en samenwerkingsverbanden nemen actie. Op dit moment ondersteun ik trajecten in de gemeente Apeldoorn en in de regio Rijn & Gelderse Vallei: Barneveld, Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
Vóór de zomer van 2016 wordt samen met medewerkers, directeuren en bestuurders gewerkt aan de opstelling van Ontwikkelagenda's 2020 en aan concrete oplossingen voor de kortere termijn.
De nieuwe vormen van samenwerking en inrichting zullen voldoen aan de volgende eisen en wensen:
- Toekomstvastheid: het aanbod moet passen bij de vraag naar SBO en SO van de toekomst.
- Kwaliteit: het aanbod staat garant voor professionaliteit, opbrengsten, innovatief vermogen.
- Betaalbaarheid: het aanbod is efficiënt ingericht en past binnen de beschikbare bekostiging.
- Bereikbaarheid: het aanbod is toegankelijk en bereikbaar in de stadswijken en omliggende kernen.
Boppe in Fryslân
Onderwijsgroep Primus, De Friese Meren, en scholennetwerk De Basis, Heerenveen, werken al enige tijd intensief samen. Deze samenwerking zal verder worden uitgebouwd, de komende jaren. Naar verwachting zal dit vanaf uiterlijk 1 april ook verder ondersteund en geformaliseerd worden door de oprichting van de holding voor de beide stichtingen. In de afgelopen maanden heb ik de huidige raden van toezicht ondersteund bij de inrichting van de werkgeversfunctie: het toezicht en bestuur van de holding in oprichting. De uitkomst daarvan is ook de selectie van een nieuwe bestuursvoorzitter en de samenstelling van de nieuwe raad van toezicht.
Wim-Jan Renkema zal per 15 maart 2016 aantreden als nieuwe CvB voorzitter van Onderwijsgroep Primus en Scholennetwerk De Basis. Hij treedt dan aan als opvolger van Teunis Wagenaar, interim directeur bestuurder van De Basis, en van Wilma van de Venn, directeur bestuurder van Onderwijsgroep Primus. Wilma van de Venn blijft nog tot aan de zomervakantie van 2016 werkzaam als transitie directeur.
Wim-Jan Renkema (47) heeft ruime ervaring als leidinggevende in het onderwijs en daarbuiten. Hij is nu rector van scholengemeenschap Bogerman in Sneek. Daarvoor werkte hij bij Stenden Hogeschool en het Ministerie van OCW. Ook is hij toezichthouder bij ROC Friese Poort.
Renkema: “ Het basisonderwijs is een prachtige sector. Ik vind het een voorrecht om bestuurder te mogen zijn voor de 4000 kinderen en 400 medewerkers in de ruim 30 basisscholen in de regio Heerenveen – De Fryske Marren.”
De holding van Primus en de Basis gaat ook werken met een nieuwe samenstelling van de Raad van Toezicht. Daarin zal Luc Greven (1954) optreden als de nieuw aangetrokken voorzitter. Halbe Spanjer (1956) versterkt de geledingen als nieuw lid van de RvT. Vanuit het huidige bestuur van onderwijsgroep Primus stappen Marita Jansen en Gerlotte Majoor over naar de nieuwe RvT. Vanuit scholennetwerk De Basis nemen Allard Zandstra en Maaike Huisman plaats in de eerste RvT van de holding.
In de toekomst is het mogelijk dat meerdere organisaties voor onderwijs en kindvoorzieningen gaan samenwerken in de holding.
Knowledge for All
Hogescholen en universiteiten presenteren Visie Global Development
Nederlandse hogeronderwijsinstellingen zien voor zichzelf een grotere rol weggelegd bij ontwikkelingssamenwerking. In ontwikkelingslanden en opkomende economieën is er een groeiende vraag naar kennis en hoger onderwijs. Voor een snelle uitbreiding van de hoger onderwijs- en onderzoekscapaciteit in deze landen is steun vanuit andere landen zeer welkom. Nederlandse universiteiten en hogescholen spelen hier op in en vragen de Nederlandse overheid daarom om kennis prominenter aan bod te laten komen bij ontwikkelingssamenwerking. Dat staat in de ‘Visie Global Development’ die de Vereniging Hogescholen en VSNU op 10 november hebben aangeboden aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Met deze visie laten kennisinstellingen zien dat zij in samenwerking met EP-Nuffic willen inspelen op het veranderde ontwikkelingssamenwerkingsbeleid ‘van hulp naar handel’. Buitenlandse Zaken heeft de visie verwelkomd en onderstreept het belang van groei in ontwikkelingslanden: alleen zo kunnen de mondiale problemen worden aangepakt.
Samen kennis creëren
Global development en de Sustainable Development Goals van de VN vragen om een gezamenlijke aanpak van de mondiale vraagstukken die ons allemaal aangaan, zoals voedselzekerheid, migratie en klimaatverandering. Deze vraagstukken kun je niet oplossen door eenzijdig kennis te zenden. Bovendien kan Nederland ook veel leren van de kennis en knowhow in andere landen. Universiteiten en hogescholen willen daarom langdurige samenwerkingen aangaan, waarin gezamenlijkheid centraal staat; de instellingen vinden het belangrijk om dit niet op eigen houtje, maar juist met bedrijven, overheid en publieke organisaties te doen.
Langdurige samenwerking centraal
Binnen de huidige NICHE en NFP programma's van EP-Nuffic voeren kennisinstellingen al projecten in ontwikkelingslanden uit. Het programma kent kortstondige projecten, waarin Nederlandse experts in ontwikkelingslanden vooral kennis brengen. Samen met de hogescholen en universiteiten denkt EP-Nuffic nu na over innovatieve vormen van capaciteitsopbouw: in het project Innocap, waaraan ik leiding geef. Via dit Innocap-programma wordt aangesloten bij de behoeften van de partnerlanden en de nieuwe beleidsdoelen van Nederland, daarnaast maakt het langdurige samenwerking tussen verschillende partners mogelijk. Instellingen komen hiermee ook tegemoet aan de toenemende vraag van studenten om tijdens de opleiding een concrete bijdrage te leveren aan activiteiten die een social responsibility en global citizenship karakter hebben.
Een andere oproep van hogescholen en universiteiten is om kennisinstellingen intensiever te betrekken bij handelsmissies, zodat de samenwerking tussen instellingen met middeninkomenslanden verbetert.
Lees meer:
capaciteitsversterking-door-onderwijs-def10nov2015
Noordelijk toezicht
Seminar Toezichthouders in Leeuwarden
Weet u niet precies waar de rol van uw interne toezichthouder begint en eindigt? En waar die van u? Komt het weleens voor dat u op elkaars stoel zit? Dan bent u niet de enige. Op 27 oktober gingen 90 deelnemers, zowel bestuurders als toezichthouders, uit Noord-Nederland hierover met elkaar in gesprek. De organisatie was in handen van de PO Raad en stichting Proloog Leeuwarden.
De tien geboden voor governance
Bart de Lange, governance expert, ging in zijn inleiding in op hoe het intern toezicht in het po ervoor staat en gaf een korte beschrijving van de rollen van bestuur en toezicht. Hierbij gebruikte hij een analysemodel en een 10-punten-model waarin hij problemen die hij als adviseur veel tegenkomt samenvat. Te denken valt aan gebrekkige kennis van governance, verschil in rolopvatting in Raad van Toezicht of tussen bestuur en toezicht maar ook persoonlijke overtuigingen die goed functioneren in de weg staan. Deze punten geven de toezichthouders handvatten om hun eigen functioneren tegen het licht te houden. Ook gaf De Lange tips over de relatie met het bestuur. Hoe kun je als toezichthouder richting geven aan het proces, en hoe voer je het lastige gesprek met het bestuur als je daarin verschilt van mening.
Goede gesprekken
In de workshops kwam het rapport van de commissie Meurs aan de orde. In de door mij begeleide workshop werd gediscussieerd over wat zowel bestuurders als toezichthouders nodig hebben om de bestuurlijke taak en de bestuurlijke opgave uit te voeren. Wat zijn de voorwaarden en welke vragen moeten er worden gesteld? Ook de relatie van verzelfstandigd openbaar onderwijs met de gemeente kwam aan de orde.
De middag deed veel stof opwaaien en zorgde voor goede gesprekken tussen de aanwezige toezichthouders en bestuurders. De organisatie kijkt terug op een nuttige en gezellige kennismaking en uitwisseling van ervaringen tussen bestuurders en toezichthouders.
Wilt u ook in samenwerking met de PO-Raad een bijeenkomst organiseren over de inrichting van het intern toezicht en de relatie met het bestuur? --> j.dijkstra@poraad.nl.
Kids en Krimp
Toekomstbestendige scholen en kinderopvang
Zeeuws Vlaanderen wordt aangemerkt als ‘topkrimpregio’. In de periode tot aan 2021 wordt een daling verwacht van het aantal leerlingen van 40%. Dit is te wijten aan demografische oorzaken en weglek van leerlingen naar België.
Onder leiding van de Onderwijs Autoriteit Zeeland zijn de drie gemeenten Terneuzen Hulst en Sluis, de vijf besturen primair onderwijs en de drie kinderopvangorganisaties aan de slag gegaan om dit vraagstuk aan te pakken.
Voorop staat het zorgen voor toekomstbestendige kindvoorzieningen. Doelstellingen zijn:
- Goede spreiding van het aanbod met oog voor bereikbaarheid, kwaliteit, duurzaamheid en betaalbaarheid van scholen en opvang.
- Transitie van 63 basisscholen naar 35 basisscholen in een periode van 8 jaar.
- De ontwikkeling van samenwerkingsscholen en Integrale Kind Centra (IKC’s).
- Realisatie van startgroepen in de regio: goedkopere voorschoolse voorzieningen.
Voor de komende maanden zal ik de rol vervullen van regionaal procesbegeleider. Kern is om vóór 1 januari 2017 een stevige impuls te geven aan het in de praktijk brengen van de voornemens binnen de vier doelstellingen in elk van de drie gemeenten.
Het project is onderdeel van een landelijke strategie van het Ministerie van OCW om kwaliteit en toegankelijkheid veilig te stellen in alle Nederlandse krimpregio’s.
Brain Gain
Innocap & Afrikadag 2015
Locatie: Koninklijk Instituut voor de Tropen - KIT - in Amsterdam
Een van de workshops wordt gegeven door EP Nuffic. Deze organisatie voert voor het ministerie van Buitenlandse Zaken programma's uit die studenten een studiebeurs aanbieden en het hoger onderwijs als geheel versterken. Het NFP-programma biedt professionals uit onder andere Afrika de kans via een kortlopend studieprogramma in Nederland kennis op te doen. Het NICHE-programma ondersteunt capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs, door opleidings- en trainingscapaciteit in een aantal focuslanden duurzaam te versterken.
Op dit moment wordt volop nagedacht over de manier om deze programma's in de toekomst verder vorm te geven. Daarin werk ik voor EP Nuffic mee in het project Innocap. In de workshop op de Afrikadag. wordt ruim baan gegeven aan het publiek: wat zijn goede ideeën over de programma's voor de komende jaren? Ook vertellen drie studenten uit Afrika over hun ervaringen met studeren in Nederland. Twee experts gaan in op de mogelijkheden van het internationaliseren van onderwijs.
- Op wat voor manier kan kenniscirculatie in de toekomst vorm krijgen?
- Hoe voorkomen we een braindrain?
- Welke rol kan het bedrijfsleven spelen? &
- Welke concrete ideeën bestaan er voor nieuwe vormen van samenwerking?
De organisatie van de Afrikadag, het grootste evenement in Nederland op het gebied van Afrika en internationale samenwerking, ligt bij de Foundation Max van der Stoel. De Afrikadag is een jaarlijks terugkerend evenement met ruim 1200 bezoekers, 150 gastsprekers uit het binnen- en buitenland en zo’n 100 vrijwilligers. Naast een uitgebreid cultuurprogramma gaan de bezoekers in tientallen politieke debatten, workshops en lezingen rechtstreeks in gesprek met politici, professionals en elkaar. Dit jaar onder meer met de Afrikaanse hoofdgast Makhtar Diop (vice president Wereldbank voor Afrika) en de Nederlandse ministers Ploumen, Asscher en Koenders.
Transitie Vensters
Beheer Vensters VO en PO naar Kennisnet
Vanaf 1 september 2015 beheert en ontwikkelt Kennisnet Vensters VO en PO. Dat gebeurt in opdracht van de VO Raad en de PO Raad. Kennisnet neemt de technische kant over van de stichting Schoolinfo. Beide Raden organiseren de aansturing van het project nu binnen de eigen organisaties, met behoud van kennis en expertise vanuit de bestaande teams. Samen met Alinda van Bruggen (WagenaarHoes) heb ik de uitvoering van deze transitie begeleid, in opdracht van de VO Raad en de PO Raad.
Met de toepassing Vensters kunnen scholen zelf inzicht krijgen in prestaties en verbeteringen. Dat gebeurt op basis van een centraal beheerd systeem met schoolprestaties: ingedeeld op 21 belangrijke indicatoren zoals examen-/cito-cijfers, onderwijstijd, tevredenheid, veiligheid, personeel, financiën, veiligheid.
De beide Raden stellen zich tot doel om Scholenopdekaart nog beter bij de eisen en wensen van scholen en besturen te laten aansluiten. Ook is er het voornemen om te investeren in de bekendheid onder diverse stakeholders, zoals ouders, media, politiek.
Ouders en anderen die meer informatie willen hebben over basis- of middelbare scholen in de buurt kunnen op scholenopdekaart.nl de resultaten bekijken en het verhaal achter de cijfers lezen.
Alumni meeting UvA
15 september - Kring Amsterdamse Sociologen
Over het werk van sociologen in financiële instellingen: dat is het thema van de eerstvolgende bijeenkomst van de KAS: de kring van Amsterdamse sociologen, één van de alumni-netwerken van de Universiteit van Amsterdam.
De KAS is nieuwsgierig naar de rol die sociologen (kunnen) spelen in financiële instellingen als banken, accountantskantoren, verzekeringsmaatschappijen. Dit in het licht van de rol van deze instellingen in de financiële crisis en/of de (voorzichtige) route naar economisch herstel.
Een drietal 'ervaringsdeskundigen' verzorgt inleidingen; ik lever ook een bijdrage vanuit onder meer de jaren bij Ernst & Young. De anderen zijn:
- Maaike van Wissen-Buwalda, werkzaam als Manager HR Recruitment bij Van Lanschot Bankiers;
- Jeroen van Muiswinkel, werkzaam als Business Developer Sustainability Grootbedrijf bij de Rabobank.
Welke vragen stelt de KAS centraal:
- hoe is gereageerd op de externe kritiek?
- kon je daarin iets met je 'sociologische bagage'?
- welke veranderingen realiseren deze instellingen?
- wat gebeurt er met de besturing en de control?
- wat zijn de consequenties voor het vakmanschap?
Innovatie in Finance
6 oktober 2015 Jaarcongres Finance in Onderwijs
De volgende editie vindt plaats in Congrescentrum Figi Zeist. Titel van de dag is 'Van budgetteren naar innoveren: de nieuwe rol van de financieel manager".
De dag is opgebouwd vanuit een aantal centrale key notes. Onder meer met Didier Dohmen, bestuurder van BOOR Rotterdam en Jan Lintsen, bestuurder van de Haagse Hogeschool.
Ik verzorg de key note na de lunch onder de noemer Financial controlling in functie van Goed Onderwijs – What Else?!
Financial controlling in onderwijs- en onderzoeksinstellingen moet onderdeel zijn van ‘total business control’. Kwaliteit gaat vooraf aan continuïteit. Onderwijskundige keuzes moeten vele malen hechter vervlochten raken met de financiële impact ervan. Dat besef is niet voorbehouden aan schoolbestuurders en hun adviseurs. De kunst wordt het echt te verankeren in het dagelijks handelen van de decentrale managers, directeuren, teamleiders en docenten. Kortweg, weg met het kolom denken! Permanent, intensief en normatief contact tussen financials en onderwijsmakers is gevraagd!
Verspreid over de dag zijn daarnaast zes interactieve workshops met praktijkcases dwars door de onderwijskolommen heen. Daarin worden innovatieve aanpakken behandeld door controllers, bestuurders, consultants en informatiespecialisten.
Voor meer informatie of uw inschrijving:
Cortenbosch op koers
“De school is op de goede weg en we zijn onder de indruk van de stappen die zijn gezet sinds de zomer van 2014. We hebben vertrouwen in de gekozen richting en de aansturing door de schoolleiding.”
Dat oordeel kreeg Veluws College Cortenbosch bij een tussentijds kwaliteitsonderzoek (TKO) van de Onderwijs Inspectie in het voorjaar van 2015. VC Cortenbosch is een VMBO vestiging in Apeldoorn met ruim 1100 leerlingen. Na onderzoek in 2013 en 2014 constateerde de Inspectie van het Onderwijs dat de leerwegen kader en gemengd theoretisch zeer zwak waren.
Docenten, teamleiders en directie werken hard aan de verbeteringen. In de periode voorjaar 2014-voorjaar 2015 heb ik ondersteund als projectleider van het Verbeterplan. Tevens is invulling gegeven, gedurende de laatste zes maanden in deze periode, aan de rol van interim directeur van de school.
Op elk van de toezichtsaspecten van de Inspectie zijn resultaten en actieplannen doorgevoerd. Het gaat dan om de sturing op: opbrengsten, leskwaliteit, leerling ondersteuning en kwaliteitszorg. De organisatiestructuur van de school is omgezet naar een eenvoudiger model met kleinere eenheden voor leerlingen en medewerkers. De communicatie en de samenwerking met ouders, leerlingen en medewerkers is opnieuw ingericht.
De school is erin geslaagd, na deze periode, een aantal aanwijsbare resultaten te realiseren :
- Meer grip op- en een positieve lijn in de tussentijdse opbrengsten.
- Toename van de leskwaliteit.
- Verscherpt inzicht in leerling behoeften en verbeterde uitvoering van de ondersteuning.
- Kwaliteitszorg en organisatie: fundering gelegd voor een effectiever schoolorganisatie, transparanter communicatie en resultaatsturing op het primaire proces.
De kwaliteitsverbetering moet nu verder worden doorgezet. Hiermee is echter al een noodzakelijke basis gelegd voor het doorvoeren hiervan in het verdere verloop van 2015 en 2016, onder leiding van de inmiddels nieuw aangetreden vestigingsdirecteur.
Aid Trade & Kennis
Seminar 21 april - Innovatie Capaciteitsopbouw
Op 21 april 2015 organiseerde EP-Nuffic de bijeenkomst perspectief voor capaciteitsopbouw in De Munt Utrecht.
Tijdens deze bijeenkomst ging EP Nuffic samen met partners uit het Nederlandse hoger onderwijsveld op zoek naar de kansen voor innovatief ingerichte programma’s voor capaciteitsversterking voor de komende jaren. Welke kansen zien we tegen de achtergrond van het nieuwe buitenlandbeleid? Welke lessen en ervaringen uit de huidige praktijk kunnen we nu al noemen die daarmee in verbinding staan? Hoe kunnen die gezamenlijke ervaringen optimaal worden benut bij nieuwe en andere vormen van capaciteitsopbouw?
Deze april-conferentie was het startpunt voor het vinden van praktische antwoorden op deze vragen. In het najaar vindt een vervolg conferentie plaats met bestuurders van kennisinstellingen, overheden en nationaal en internationaal bedrijfsleven. EP-Nuffic zal deze najaarsbijeenkomst in 2015 samen met de VSNU en Vereniging Hogescholen organiseren.
Beide conferenties dragen bij aan het starten van een tweejarige Innovatieruimte 2015-2017 waarin geëxperimenteerd wordt met nieuwe vormen van capaciteitsopbouw: eerst vanuit Ethiopië en Bangladesh maar ook vanuit andere regio’s. Ik ondersteun EP-Nuffic in de startfase van dit project. Capaciteitsversterking in nieuw perspectief past voor EP Nuffic nadrukkelijk binnen de Hulp & Handel agenda: onderwijs als motor voor duurzame versterking van economische ontwikkeling.
Hier vindt u een impressie van het seminar in De Munt.
Onderwijsinterventies als motor vanuit de lijn Aid én Trade spitsen zich vooral toe op de vier thema's: food - water - sexual health - safety & order.
Professionaliteit!
Op donderdagavond 16 april organiseerde ik met WagenaarHoes Organisatieadvies alweer het derde goede gesprek voor bestuurders van koepels uit het primair onderwijs.
Thema: professionaliteit. Hoe borg je professioneel handelen van bestuur, directies, leraren en bedrijfsbureau. Waar organiseer je als bestuurder, waar verleid je en waar laat je het aan de professional zelf!
Jan Willem Kradolfer, vennoot WagenaarHoes en voorzitter OOA, was gastspreker: waarom eigen leiderschap nodig is, in de klas en in de bestuurskamer, en niet zozeer management...
Het was een mooie bijeenkomst in Driebergen onder het licht van een prachtige lentedag.
Bestuurders vertelden elkaar welke interventies ze plegen, waar de dilemma’s zitten en hoe groot de uitdaging is om zichzelf en anderen te brengen en te houden op het niveau van ‘reflective practitioners’.
Het onderwijs vraagt om gedreven mensen die vanuit de relatie met leerlingen elke dag het beste uit zichzelf willen halen, zodat de kinderen optimaal kunnen leren. Cheek to cheek maar ook met de nodige professionele distantie, reflectief en analytisch vermogen naast alle dadendrang.
Het vierde goede gesprek zal plaats vinden begin 2015.
ROA & Minister OCW
Moderne, gezonde en lerende onderwijsorganisaties
Een werkgroep van de Raad van Organisatieadviesbureaus (ROA) schreef een artikel in Management & Consulting. De werkgroep bestond uit adviseurs van verschillende kantoren: Arjan van Venrooy, Nico Verbeij,Jan-Willem van Stijn, Johan van Triest, Peter Loonen, Maartje van Rossum en Hans van Gansewinkel.
Het onderwijs moet in een tijd van bezuinigingen op zoek naar verbetering en vernieuwing. Dat betekent:
- maatwerkleerroutes
- een goed inzicht in de talentontwikkeling
- ruimte voor alle talenten
- een slim gebruik van ICT
Dat kan alleen door het vergroten van het zelforganiserend en lerend vermogen van de professionele docent in een lerende onderwijsinstelling. Om deze majeure verbetering van het onderwijs te bereiken is er behoefte aan een aantal nieuwe principes over hoe we het onderwijs in Nederland moeten organiseren.
- Weg van het Tayloriaanse systeem. Het onderwijs is nog teveel georganiseerd volgens het Tayloriaanse model van geslotenheid, vaste patronen en “one size fits all”. Dat model is in de complexe omgeving waarin onderwijsinstellingen opereren niet langer houdbaar.
- Een integrale veranderaanpak van binnenuit. In alle lagen van de onderwijsinstelling moet verandering plaatsvinden: op docentniveau, teamniveau, managementniveau en bestuursniveau. Deze verandering moet van binnenuit komen: uitgaan van het zelforganiserend vermogen van onderwijsinstellingen en professionals.
- Trustbased. Het uitgaan van het zelforganiserend vermogen van onderwijsinstellingen en professionals vereist vertrouwen. We moeten weg van de afrekencultuur. Inzicht in cijfers en resultaten over hoe scholen het doen, leidt tot inzichten om van te leren en te verbeteren, niet om af te rekenen. De onderwijsprofessionals moeten weer een gevoel van eigenaarschap van de onderwijsinstelling krijgen.
- Hanteer een helder en eenvoudig toekomstbeeld. Dat toekomstbeeld moet gaan over talentontwikkeling en maatwerk en het continu verbeteren van de dagelijkse onderwijspraktijk. Een belangrijke driver hiervoor is de passie van de onderwijsprofessionals.
- Vasthoudendheid: werk gedisciplineerd aan een verandering en neem daarvoor de tijd. Een verandering heeft tijd nodig om te beklijven en om de opbrengsten ook daadwerkelijk te verzilveren.
Texel bouwt
Versterking beroepsonderwijs
Op 17 maart 2015 besloot de Gemeenteraad van Texel om werk te maken van de mogelijkheden om het beroepsonderwijs toekomstbestendiger te maken:
- gezamenlijke MBO opleidingstrajecten voor grotere Texelse sectoren in tenminste bouw, horeca, handel, groen en toerisme/sport;
- de inrichting van een schakel- en oriëntatiepunt voor leerlingen, ouders, bedrijven en onderwijs;
- versterking beroepsrichtingen vmbo van de eigen OSG De Hoge Berg samen met Scholen aan Zee;
- echt trekkerschap mobiliseren voor de mogelijke komst van een (afdeling van een) hbo instelling;
- het realiseren van concrete projecten vanuit de recent gestarte samenwerking met de Hanzehogeschool: stages, schoolkampen, projecten en experimenten/labs..
De basis voor het raadsbesluit werd gevormd door de door ons uitgevoerde quick scan naar de opties om de vraag van de Texelse arbeidsmarkt beter te bedienen vanuit het lokaal regionale beroepsonderwijs.
Gegeven de Texelse schaal volstaan klassieke oplossingen niet om de vastgestelde kansen in de praktijk van de grond te krijgen. Ondernemerschap en samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven is nodig om te werken aan de bouw van sterkere beroepsopleidingen op de Texelse schaal.
De raad heeft ingestemd met het voorstel uit de quick scan om vanuit gezamenlijke regie van het Texels Ondernemers Platform (TOP), de gemeente en de OSG een project te starten voor de opstelling van een business case. Die moet de uitwerking bevatten, financieel en organisatorisch, van de in beeld gebrachte kansen.
Het project wordt uitgevoerd in de periode mei - september 2015. Daarna kunnen de meest haalbare verbeteringen voor sterker VMBO, MBO en HBO in de praktijk worden gebracht.